Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
wegens het niet nakomen van de aanzegverplichting van € 1.719,12 bruto en een transitievergoeding van € 1.899,64 bruto, beide te vermeerderen met de wettelijke rente. Verder maakt [verzoeker] over de periode 11 tot en met 13 van 2021 aanspraak op achterstallig loon van € 4.700,64 bruto en op de uitbetaling van vakantiedagen en vakantietoeslag van € 952,13, beide te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50 %.
Gedurende de vierde arbeidsovereenkomst kreeg [verzoeker] een bedrijfsongeval. Omdat hij na een aantal dagen werkzaamheden kon verrichten voor Boon & Breg, heeft zij [verzoeker] niet ziekgemeld. [verzoeker] kwam wel onder behandeling van een fysiotherapeut. Daarbij heeft Boon & Breg hem zoveel mogelijk willen helpen, onder meer door het fungeren als tolk en het zorgen voor vervoer. Deze arbeidsovereenkomst zou vervolgens eindigen op 30 augustus 2021. Op verzoek van [verzoeker] hebben partijen een vijfde arbeidsovereenkomst gesloten. De dochter van [verzoeker] heeft op 13 september 2021 laten weten dat haar ouders op 25 september 2021 terug wilden naar Polen. Boon & Breg hebben [verzoeker] daarom, gelijk als bij de eerdere arbeidsovereenkomsten die door [verzoeker] werden opgezegd, uit dienst gemeld, de zorgverzekering stopgezet, [verzoeker] niet meer ingeroosterd en de overuren uitbetaald.
4.De beoordeling
heeft nog gewezen op een WhatsApp-bericht dat Boon & Breg zou hebben gestuurd naar aanleiding van een vraag van zijn dochter of er aangepast werk voor hem was en waarop Boon & Breg heeft geantwoord dat er in oktober/november minder werk is maar waarschijnlijk eind november wel. Nog daargelaten dat Boon & Breg heeft betwist dat deze WhatsApp-correspondentie is gevoerd en hiervan door [verzoeker] geen stukken zijn overgelegd, blijkt daaruit niet dat een op de opzegging gerichte wilsuiting ontbrak. Voor zover [verzoeker] zich op het standpunt stelt dat hij door ziekte niet kon werken en Boon & Breg er daarom niet op mocht vertrouwen dat hij de arbeidsovereenkomst wilde opzeggen of hem had moeten inlichten over de gevolgen van een opzegging, heeft hij tijdens de zitting erkend dat hij kort na het bedrijfsongeval dezelfde werkzaamheden uitvoerde voor Boon & Breg.