In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 17 augustus 2022 een vonnis in incident uitgesproken. De zaak betreft een incident tot vrijwaring dat is ingediend door de gedaagde in de hoofdzaak, die zich beroept op een rechtsverhouding met Eigen Huis Geldzaken B.V. De eiser in de hoofdzaak, bestaande uit [eiser 1] en [eiser 2], vordert onder andere de ontbinding van een koopovereenkomst en betaling van een contractuele boete van € 124.800,-. De gedaagde stelt dat zij regres kan nemen op Eigen Huis, dat als hypotheekadviseur heeft opgetreden en een financieringsvoorbehoud heeft ingeroepen. De rechtbank oordeelt dat de vrijwaringsprocedure geen invloed heeft op de rechtsverhouding tussen de eisers en de gedaagde, en dat de vordering tot vrijwaring toewijsbaar is. De rechtbank wijst het verweer van de eisers af, dat stelt dat de vrijwaring hen zou benadelen of vertraging zou veroorzaken in de hoofdzaak. De rechtbank concludeert dat de procedure niet onaanvaardbaar vertraagd zal worden en dat de belangen van de eisers niet geschaad worden. De gedaagde wordt toegestaan Eigen Huis in vrijwaring op te roepen, en de eisers worden veroordeeld in de proceskosten van het incident.