In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen omdat het kenteken van zijn e-scooter niet behoorlijk zichtbaar zou zijn. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak vervolgens beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de foto’s die door de betrokkene waren overgelegd. De betrokkene stelde dat de e-scooter volgens Europese richtlijnen was goedgekeurd en dat het kenteken op de juiste plek was bevestigd. Hij voerde aan dat de door de verbalisant genoteerde tolerantie van 30 graden niet was overschreden.
De kantonrechter heeft de relevante wetgeving, met name artikel 40 van de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling kentekens en kentekenplaten, in overweging genomen. De rechter concludeerde dat de kentekenplaat loodrecht op het verticale mediaanvlak van het voertuig moet zijn aangebracht, met een tolerantie van 5% en onder bepaalde voorwaarden een tolerantie van 30 graden. Na het uitvoeren van een meting met behulp van een waterpas-app, kwam de kantonrechter tot de conclusie dat de hoek van de kentekenplaat niet voldeed aan de vereisten, omdat deze niet 30 graden ten opzichte van de verticale lijn was, maar ten opzichte van de horizontale lijn.
Daarom heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en de griffier was aanwezig. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.