Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De boete was opgelegd wegens het inrijden op een weg aan de andere zijde van een verkeersbord dat een bepaalde richting aangaf. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 26 augustus 2022 heeft de gemachtigde van betrokkene de bevoegdheid van de verbalisant in twijfel getrokken en een verkeersbesluit overgelegd. Echter, de kantonrechter heeft vastgesteld dat het overgelegde verkeersbesluit niet van toepassing was op de locatie van de gedraging. De kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is geleverd om de bevoegdheid van de verbalisant te betwisten. De verbalisant heeft verklaard dat een staande houding niet mogelijk was vanwege de verkeersdrukte, wat door de kantonrechter als voldoende onderbouwd werd beschouwd. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete bevestigd, zonder aanleiding voor proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter, en kan binnen zes weken in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.