Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser] ,
[eiseres],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening met producties 1-27;
- de herstelexploten van 11 en 24 januari 2022;
- het bericht van 26 januari 2022 met beslagstukken;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en in het incident met producties 1-3.
2.De feiten
3.Het geschil
primairI. Hermes Vastgoed c.s. verbiedt een woning of woningen op het perceel [adres 2] te [plaats] te bouwen die het uitzicht vanuit de woning van [eisers] belemmert of belemmeren die gelegen is/zijn op het achterste gedeelte van het bouwvlak,
10 x 8 meter (8 meter in de noord-zuidelijke richting), op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiairII. - Hermes Vastgoed c.s. hoofdelijk veroordeelt aan [eisers] de schade van
€ 254.408,00 te vergoeden;
- een deskundige benoemt om de door [eisers] geleden schade vast te stellen en
Hermes Vastgoed c.s. hoofdelijk veroordeelt deze schade aan [eisers] te vergoeden;
III. Hermes Vastgoed c.s. veroordeelt tot vergoeding van de kosten tot vaststelling van de schade, vooralsnog begroot op € 1.000,00 exclusief btw;
IV. Hermes Vastgoed c.s. veroordeelt tot vergoeding van de beslagkosten van € 1.039,32;
V. Hermes Vastgoed c.s. hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten.
4. De beoordeling in het incident4.1.[eisers] legt aan zijn gevorderde bouwverbod, kort samengevat, het volgende ten grondslag. Allereerst beroept [eisers] zich op nakoming van een overeenkomst. Hij heeft met Hermes Vastgoed een afspraak gemaakt dat deze aan de [adres 2] te [plaats] geen woning(en) zou bouwen die het uitzicht vanuit zijn woning belemmeren. Hermes Vastgoed is verplicht deze afspraak na te komen, maar laat dit welbewust na. Daarnaast grondt [eisers] zijn vordering op onrechtmatige daad. Volgens [eisers] heeft Hermes Vastgoed c.s. onrechtmatig jegens hem gehandeld door inbreuk te maken op zijn fundamentele (grond)rechten om zienswijzen kenbaar te maken tegen het ontwerpbestemmingsplan “ [adres 2] , te [plaats] ”. Hermes Vastgoed c.s. heeft belemmerd dat [eisers] van deze rechten gebruik kon maken. Hermes Vastgoed c.s. heeft zich ook schuldig gemaakt aan misleiding en bedrog. Zij heeft opzettelijk onjuiste mededelingen gedaan, opzettelijk feiten verzwegen en zichzelf wederrechtelijk bevoordeeld. Verder heeft Hermes Vastgoed c.s. in strijd gehandeld en/of nagelaten met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Verder heeft [eisers] bezwaar gemaakt tegen de bij besluit van 6 oktober 2021 verleende omgevingsvergunning. Daargelaten de vraag op voorstel van wie - de welstandscommissie of NNG - het bouwplan is gewijzigd na de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, heeft dit [eisers] dus niet belemmerd om rechtsmiddelen aan te wenden tegen de betreffende besluiten. Voorshands kan daarom niet worden gezegd dat [eisers] door de handelwijze van Hermes Vastgoed c.s. in zijn fundamentele (grond)rechten is aangetast.
Wat [eisers] voor het overige heeft aangevoerd, waaronder de wederrechtelijke bevoordeling van Hermes Vastgoed c.s. als gevolg van de verkoop van het onroerend goed aan NNG en het gewijzigde bouwplan, kan er evenmin toe leiden dat in dit stadium het belang van [eisers] bij een bouwverbod moet prevaleren boven het belang van Hermes Vastgoed c.s. om gebruik te maken van de omgevingsvergunning.
5.De beoordeling in de hoofdzaak
6.De beslissing
30 maart 2022voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.