Op 13 september 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 februari 2022 in Den Helder met een mes meermalen in het bovenlichaam van het slachtoffer heeft gestoken, terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid. De rechtbank heeft het beroep op noodweer en noodweerexces verworpen, omdat de verdachte niet in redelijke verhouding heeft gehandeld ten opzichte van de aanranding door het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van het slachtoffer, wat leidde tot een bewezenverklaring van de poging doodslag. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van de tijd die in voorlopige hechtenis is doorgebracht. Tevens is het mes dat gebruikt is bij de daad verbeurd verklaard.