Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
subsidiair
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
- de verdovende middelen aan die drugskoerier te (laten) verstrekken en/of
- afspraken te maken en/of instructies te geven aan die drugskoerier omtrent het vervoer van een hoeveelheid cocaïne en/of de controle op de luchthaven Schiphol en/of
- (telefonisch) contact te onderhouden en/of afspraken te maken en/of instructies te geven/ontvangen met een of meer medeverdachte(n) (o.a. de afhaler, [medeverdachte 2] ) omtrent de invoer van een hoeveelheid cocaïne en/of het in ontvangst nemen van de cocaïne en/of
- terwijl die afhaler zich op de luchthaven Schiphol bevond, contact met hem te onderhouden omtrent de (voortgang van de reis van de) drugskoerier, teneinde de drugskoerier te ontmoeten en/of de cocaïne over te nemen/in ontvangst te nemen met het doel deze verder te laten vervoeren.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
primairten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 47 van het Wetboek van Strafrecht,
- 2 en 10 van de Opiumwet.
8.Beslissing
10 (tien) maanden.