In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen eisers, die een badkamer hebben laten verbouwen door de aannemer JSKH B.V. De eisers hebben gesteld dat de aannemer gebreken heeft vertoond in de uitvoering van het werk, wat zij onderbouwen met een deskundigenrapport. De aannemer heeft de gebreken niet voldoende betwist en heeft slechts gedeeltelijk gereageerd op het rapport. De eisers hebben de aannemer in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen, maar omdat dit niet is gebeurd, hebben zij hun vordering omgezet in een verzoek om vervangende schadevergoeding. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de aannemer in verzuim is geraakt en dat de gebreken zoals vastgesteld door de deskundige in rechte zijn komen vast te staan. De vordering van de eisers tot schadevergoeding is toegewezen, evenals de kosten van het deskundigenonderzoek en de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de aannemer veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 11.717,70, minus een bedrag dat de eisers nog aan de aannemer verschuldigd zijn. De proceskosten zijn voor rekening van de aannemer, die ongelijk heeft gekregen.