ECLI:NL:RBNHO:2022:8060

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
7 september 2022
Zaaknummer
9612236 \ CV EXPL 21-4811
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake afrekening energiekosten tussen Innova Energie B.V. en gedaagde

In de zaak tussen Innova Energie B.V. en [gedaagde] heeft de kantonrechter op 22 september 2022 uitspraak gedaan over de afrekening van energiekosten. Innova, vertegenwoordigd door gemachtigde B.E.J. Caminada, vorderde betaling van onbetaalde voorschotnota's en een eindafrekening. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.G. Evers, betwistte de vordering en stelde dat zij energie had ontvangen van Budget Energie, maar kon dit niet onderbouwen met bewijsstukken zoals facturen.

De kantonrechter oordeelde dat Innova voldoende had aangetoond dat er een overeenkomst tot stand was gekomen en dat de gedaagde verplicht was om te betalen. De kantonrechter wees het verweer van de gedaagde af, omdat zij niet had aangetoond dat zij de meterstanden had doorgegeven, ondanks meerdere verzoeken van Innova. De kantonrechter concludeerde dat Innova de meterstanden mocht schatten en op basis daarvan de eindafrekening mocht opstellen.

Daarnaast werd de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Innova niet had aangetoond dat de gedaagde de vereiste aanmaning had ontvangen. De proceskosten werden toegewezen aan Innova, omdat de gedaagde grotendeels ongelijk kreeg. De kantonrechter veroordeelde de gedaagde tot betaling van € 827,19, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast op een totaal van € 610,15. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 9612236 \ CV EXPL 21-4811
Uitspraakdatum: 22 september 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Innova Energie B.V.
statutair gevestigd te Delft, kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage
eiseres
verder te noemen: Innova
gemachtigde: B.E.J. Caminada
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.G. Evers

1.Het verdere procesverloop

Innova heeft naar aanleiding van het tussenvonnis van 2 juni 2022 een akte genomen. Hierop heeft [gedaagde] schriftelijk gereageerd.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist ten aanzien van de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. [gedaagde] heeft in haar laatste schriftelijke reactie weliswaar opnieuw aangegeven dat zij, in de periode waarop de vordering van Innova ziet, energie geleverd heeft gekregen van Budget Energie, maar aan dit verweer gaat de kantonrechter voorbij. Zoals reeds in het tussenvonnis overwogen vindt dit verweer geen steun in de aan de kantonrechter overgelegde stukken. Het had daarom op de weg van [gedaagde] gelegen haar standpunt dat zij energie geleverd heeft gekregen van Budget Energie verder te onderbouwen, bijvoorbeeld door het overleggen van facturen van Budget Energie. Dit heeft zij echter niet gedaan. De kantonrechter blijft er daarom bij dat Innova voldoende onderbouwd heeft gesteld dat tussen haar en [gedaagde] een overeenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan Innova energie aan [gedaagde] heeft geleverd en dat [gedaagde] daarvoor moet betalen.
2.2.
Naar aanleiding van het tussenvonnis heeft Innova toegelicht hoe de eindafrekening tot stand is gekomen. Innova geeft aan dat de eindafrekening is gebaseerd op geschatte meterstanden, omdat [gedaagde] ondanks meerdere verzoeken daartoe, heeft nagelaten de daadwerkelijke meterstanden door te geven en [gedaagde] niet over een slimme meter beschikt waarmee Innova de meterstanden kan aflezen.
2.3.
[gedaagde] heeft in reactie hierop aangevoerd dat zij de verzoeken van Innova om de meterstanden door te geven niet heeft ontvangen, omdat zij geen gebruik maakt van het e-mailadres waar Innova de verzoeken naar toe heeft gestuurd. Aan dit verweer gaat de kantonrechter voorbij. Op de door [gedaagde] zelf overgelegde leveringsovereenkomst van Budget Energie staat als e-mailadres [e-mailadres] vermeld. Dit is hetzelfde e-mailadres als waar Innova haar verzoeken om de meterstanden door te geven naar toe heeft gestuurd. Omdat ervan uit kan worden gegaan dat [gedaagde] dit e-mailadres zelf heeft doorgegeven aan Budget Energie, houdt de kantonrechter het ervoor dat Innova haar verzoeken naar een juist e-mailadres heeft gestuurd en [gedaagde] deze berichten ook moet hebben ontvangen. Voor zover zij de berichten die op dat e-mailadres binnen komen niet leest, komt dat voor haar rekening en risico en kan het missen van berichten niet aan Innova worden tegengeworpen. Aan het verweer dat Innova toen zij geen reactie kreeg op haar e-mails [gedaagde] had moeten bellen, gaat de kantonrechter ook voorbij. Innova mocht ervan uit gaan dat [gedaagde] de e-mails heeft ontvangen en die vervolgens ook leest. Innova hoefde bij het uitblijven van een reactie daarom niet ook nog telefonisch contact op te nemen.
2.4.
Omdat [gedaagde] ondanks de verzoeken van Innova heeft nagelaten de meterstanden door te geven, mocht Innova deze schatten en op basis daarvan haar eindafrekening opstellen. Dat [gedaagde] daardoor misschien meer moet betalen dan dat er daadwerkelijk aan energie door haar is verbruikt, kan Innova niet worden verweten. De vordering van Innova tot betaling van de onbetaald gelaten voorschotnota’s en de eindafrekening zal dan ook worden toegewezen. Ook de door Innova gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen zoals gevorderd, omdat [gedaagde] in verzuim is met betaling van de vordering.
2.5.
Innova heeft verder aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Op basis van de wet moet een consument, voordat zij buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd raakt, eerst worden aangemaand en in de gelegenheid worden gesteld om de vordering alsnog binnen een termijn van veertiendagen zonder bijkomende kosten te voldoen. [1] Deze aanmaning moet om werking te hebben de consument hebben bereikt. [2] [gedaagde] betwist dat zij de 14-dagenbrief die Innova volgens de dagvaarding op 26 juli 2021 heeft verstuurd, heeft ontvangen. Gezien de betwisting door [gedaagde] had het op de weg van Innova gelegen om haar stelling dat [gedaagde] de 14-dagenbrief wel heeft ontvangen verder te onderbouwen door bijvoorbeeld een afschrift van een aangetekend verstuurde 14-dagenbrief over te leggen. Dit heeft Innova nagelaten. Hierdoor is niet vast komen te staan dat de 14-dagenbrief [gedaagde] heeft bereikt. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden afgewezen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. Het salaris gemachtigde zal daarbij begroot worden op anderhalve punt van het toepasselijke liquidatietarief, omdat Innova niet op de zitting is verschenen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Innova van € 827,19 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 792,42 vanaf 28 december 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Innova tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 102,15
griffierecht € 322,00
salaris gemachtigde € 186,00 ;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:96 lid 6 Burgerlijk Wetboek (BW)
2.Artikel 3:37 BW