Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
18 maart 2019 contact heeft gezocht met de gemeente. De rechtbank stelt vast dat uit de door verweerder ingebrachte telefoonnotities, die zien op de periode 1 april 2018 tot 18 maart 2019, blijkt van meerdere contactmomenten. De rechtbank acht het aannemelijk dat de contactmomenten op 1 maart 2019 en op 6 maart 2019, die als onderwerp hebben ‘aanvraag uitkering’ en ‘doorstart uitkering’, zijn op te vatten als een actie in de richting van verweerder met als uiteindelijke doel bijstand aan te vragen. In de notitie van 1 maart 2019 staat als aantekening dat eiseres is verwezen naar het SWT voor het opnieuw aanvragen van haar uitkering na het eerder stopzetten van de uitkering. In de notitie van 6 maart 2019 staat als aantekening dat het SWT haar weer heeft teruggestuurd omdat zij de uitkering niet
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar gegrond, herroept het primaire besluit en bepaalt dat eiseres een bijstandsuitkering krijgt met ingang van 1 maart 2019;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- gelast dat verweerder eiseres het betaalde griffierecht van € 48,00 aan haar vergoedt.
mr. H.R.A. Horring, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 augustus 2022.