ECLI:NL:RBNHO:2022:7861
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 september 2022 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak waarin zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst/Toeslagen niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant had verzet ingesteld omdat hij meende dat de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke was en dat zijn ingebrekestelling niet te vroeg was ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de wettelijke termijn voor de Belastingdienst/Toeslagen nog niet was verstreken. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de opposant was om de wettelijke termijnen in acht te nemen, ongeacht of hij al dan niet bijgestaan werd door een gemachtigde. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak in stand bleef en dat het verzet ongegrond was. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.