ECLI:NL:RBNHO:2022:7784

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
9827668 \ CV EXPL 22-1468
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen door uitzendbureau

In deze zaak vordert Job2Work B.V., een uitzendbureau, betaling van onbetaald gelaten facturen door Heugman B.V. Job2Work heeft arbeidskrachten uitgeleend aan Heugman en heeft hiervoor facturen gestuurd die door Heugman niet zijn betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Job2Work voldoende bewijs heeft geleverd dat de arbeid is verricht en dat de facturen terecht zijn. Heugman heeft als verweer aangevoerd dat er geen overeenkomst zou zijn en dat de geleverde medewerkers niet vakbekwaam waren, maar dit verweer is door de kantonrechter verworpen. De kantonrechter heeft de vordering van Job2Work toegewezen en Heugman veroordeeld tot betaling van € 19.377,47, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten, die zijn gematigd tot het wettelijke tarief. De tegenvordering van Heugman is afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De proceskosten zijn voor rekening van Heugman, die ongelijk heeft gekregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 9827668 \ CV EXPL 22-1468
Uitspraakdatum: 8 september 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Job2Work B.V.
gevestigd te Voorschoten
eiseres
verder te noemen: Job2Work
gemachtigde: mr. G.E. Hamer
tegen
de besloten vennootschap
Heugman B.V.
gevestigd te Middenbeemster
gedaagde
verder te noemen: Heugman
De zaak in het kort
Job2Work, een uitzendbureau, heeft arbeidskrachten uitgeleend aan Heugman. Job2Work heeft in verband hiermee facturen aan Heugman toegestuurd. Heugman heeft deze facturen onbetaald gelaten en Job2Work vordert daarom betaling van deze facturen. De kantonrechter oordeelt dat de vordering wordt toegewezen, omdat Job2Work voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er arbeid is verricht voor de gedeclareerde uren. Aan het verweer dat Heugman schade heeft geleden doordat medewerkers van Job2Work de werkzaamheden niet goed hebben uitgevoerd, gaat de kantonrechter voorbij omdat Heugman dit verweer onvoldoende heeft onderbouwd. De tegenvordering wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Job2Work heeft bij dagvaarding van 14 april 2022 een vordering tegen Heugman ingesteld. Heugman heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 17 juni 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Job2Work bij brief van 7 juni 2022 een reactie op de tegenvordering toegezonden.
1.3.
De zaak is vervolgens naar de rol verwezen voor akte uitlatingen partijen, waarna partijen over en weer op elkaars aktes hebben gereageerd.

2.De feiten

2.1.
Job2Work is een uitzendbureau dat arbeidskrachten aan haar opdrachtgevers ter beschikking stelt.
2.2.
Job2Work heeft Heugman facturen doen toekomen voor de inhuur van schilders door Heugman. Heugman heeft deze facturen onbetaald gelaten. De volgende facturen staan daardoor open:
factuurdatum
factuurnummer
kenmerk
bedrag
30-8-2021
2021209
uren week 34
€ 3.737,50
8-9-2021
2021217
uren week 35
€ 5.460,00
13-9-2021
2021229
uren week 36
€ 6.305,00
16-9-2021
2021235
uren week 37
€ 2.275,00

3.De vordering

3.1.
Job2Work vordert dat de kantonrechter Heugman veroordeelt tot betaling van € 19.377,47. Dit bedrag bestaat uit een hoofdsom van € 17.775,50, wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de facturen die tot 8 maart 2022 € 647,19 bedraagt en buitengerechtelijke incassokosten van € 982,78.
3.2.
Job2Work legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat dat zij op verzoek en voor rekening van Heugman medewerkers heeft uitgeleend. Job2Work heeft Heugman vervolgens facturen toegestuurd die Heugman, zonder geldige reden, onbetaald heeft gelaten.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Heugman betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat er geen sprake is van een overeenkomst tussen Job2Work en Heugman uit hoofde waarvan Job2Work aanspraak kan maken op betaling van de facturen. Job2Work heeft weliswaar gedurende een periode van twee weken schilders aan Heugman uitgeleend, maar omdat deze niet vakbekwaam en zelfstandig werkten heeft Heugman de samenwerking beëindigd.
4.2.
Heugman B.V. vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Job2Work veroordeelt tot betaling van € 15.000,00. Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij, doordat Job2Work onbekwame schilders aan haar heeft uitgeleend, schade heeft geleden, omdat zij de werkzaamheden heeft moeten herstellen. Daarnaast is Heugman, doordat medewerkers van Job2Work een sleutel van een project zonder toestemming onder zich hebben gehouden, een belangrijke opdrachtgever kwijtgeraakt.
4.3.
Job2Work betwist de tegenvordering en stelt dat zij niet tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Zij heeft het gevraagde personeel geleverd, op de afgesproken tijd en plaats en eerder heeft Heugman aangegeven tevreden te zijn met het door de medewerkers van Job2Work geleverde werk. Daarnaast heeft Heugman volgens Job2Work onvoldoende onderbouwd dat zij door haar toedoen een klant is kwijtgeraakt en daardoor omzetverlies heeft geleden.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
Het meest verstrekkende verweer van Heugman is dat er geen sprake is van een overeenkomst tussen haar en Job2Work, omdat Job2Work de door Heugman toegestuurde overeenkomst niet heeft ondertekend. Job2Work zou daarom geen aanspraak kunnen maken op betaling van haar facturen. De omstandigheid dat partijen geen schriftelijke overeenkomst hebben gesloten, wil echter niet zeggen dat er geen sprake is van een overeenkomst. Een overeenkomst is vormvrij; dat betekent dat de overeenkomst niet schriftelijk hoeft te worden gesloten, maar dat dat ook op een andere wijze kan. Uit de door Job2Work overgelegde WhatsApp-correspondentie blijkt dat partijen het er in ieder geval over eens waren dat Job2Work tegen een uurtarief van € 32,50 medewerkers aan Heugman zou uitlenen. Vast staat dat vervolgens ook uitvoering is gegeven aan deze afspraak. Het verweer dat er geen overeenkomst tot stand gekomen is, wordt verworpen.
5.2.
Heugman heeft verder aangevoerd dat Job2Work slechts gedurende een periode van veertien dagen medewerkers aan haar ter beschikking heeft gesteld en dat zij de samenwerking daarna heeft beëindigd. Ook zouden de door Job2Work overgelegde urenstaten niet kloppen, omdat deze niet door Heugman zijn ondertekend. Job2Work heeft dit verweer weersproken. Volgens Job2Work heeft zij gedurende een langere periode medewerkers aan Heugman ter beschikking gesteld. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Job2Work WhatsApp-correspondentie overgelegd waaruit volgens haar blijkt dat Heugman zelf gedurende meerdere weken de uren die de medewerkers van Job2Work voor Heugman hebben gewerkt aan haar heeft doorgegeven. Aan de hand van deze door Heugman doorgegeven uren heeft Job2Work vervolgens haar facturen opgesteld.
5.3.
Ondanks de door Job2Work overgelegde WhatAapp-berichten blijft Heugman van mening dat de urenbriefjes haar volkomen onbekend zijn, zij die niet onder ogen heeft gehad en niet door daar zijn ondertekend. Gezien de inhoud van de door Job2Work overgelegde berichten acht de kantonrechter dit echter niet aannemelijk. Niet weersproken is dat de WhatsApp-berichten die door Job2Work zijn overgelegd zijn verstuurd door (een medewerker van) Heugman. Uit die berichten blijkt dat partijen veelvuldig hebben gecorrespondeerd over de inzet van werknemers en dat er in ieder geval vier keer uren aan Job2Work zijn doorgegeven. Job2Work heeft naar het oordeel van de kantonrechter met die WhatsApp-berichten voldoende onderbouwd dat haar werknemers de uren die op de urenbriefjes staan voor Heugman hebben gewerkt. Dat de urenbriefjes niet zijn ondertekend doet daaraan niets af. Heugman heeft de gewerkte uren zelf aan Job2Work doorgegeven en daarom mag worden uitgegaan van de juistheid daarvan.
5.4.
Omdat de via Whatsapp doorgegeven uren overeenkomen met de door Job2Work aan Heugman gefactureerde uren en deze uren zijn gefactureerd tegen het door partijen overeengekomen uurtarief, zal de kantonrechter de vordering van Job2Work toewijzen.
Voor zover Heugman nog heeft bedoeld dat de schade die zij zou hebben geleden verrekend moet worden met de vordering van Job2Work, faalt dit beroep op verrekening. Zoals hierna bij de bespreking van de tegenvordering zal blijken is niet komen vast te staan dat Heugman schade heeft geleden.
5.5.
Job2Work heeft ook aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. Omdat Heugman de facturen van Job2Work niet tijdig heeft betaald, is zij de wettelijke handelsrente verschuldigd. De wettelijke handelsrente wordt daarom toegewezen zoals gevorderd. Job2Work heeft verder voldoende onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is echter hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag daarom matigen tot het redelijk geachte wettelijke tarief dat hoort bij een hoofdsom van € 17.777,50 te weten € 952,78.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van Heugman, omdat zij ongelijk krijgt.
5.7.
de tegenvordering
5.8.
Heugman stelt dat zij, doordat Job2Work onbekwame schilders aan haar ter beschikking heeft gesteld en zij ten onrechte een sleutel van een project mee naar huis hebben genomen, schade heeft geleden. Job2Work heeft dit weersproken en heeft daarnaast aangevoerd dat, als er al sprake is van schade, Heugman die schade onvoldoende heeft onderbouwd.
5.9.
Op grond van de wet [1] rust de bewijslast op de partij die zich op een bepaald rechtsgevolg van gestelde feiten beroept als die feiten worden betwist. In dit geval stelt Heugman dat Job2Work tekort is geschoten en zij als gevolg daarvan schade heeft geleden.
Het is dus aan Heugman, die zich op de rechtsgevolgen van die tekortkoming beroept, om te stellen en zo nodig te bewijzen dat Job2Work tekort is geschoten, omdat Job2Work dat betwist. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Heugman foto’s overgelegd waaruit zou blijken dat de door Job2Work geleverde schilders kwalitatief slecht werk hebben geleverd, maar dat is niet voldoende. Uit die foto’s blijkt namelijk niet wanneer en waar deze zijn gemaakt en dat het op de foto’s zichtbare schilderwerk is verricht door schilders van Job2Work. Ook heeft Heugman onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij door toedoen van Job2Work een opdrachtgever is kwijtgeraakt. Heugman is daarom na de zitting nog in de gelegenheid gesteld om nader te onderbouwen en te concretiseren dat Job2Workat tekort is geschoten en waar de door haar geleden schade uit bestaat, maar dat heeft Heugman niet gedaan. Dit betekent dat niet vast is komen te staan dat Job2Work tekort is geschoten waardoor zij niet gehouden is om schade aan Heugman te vergoeden. De tegenvordering van Heugman zal daarom worden afgewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Heugman, omdat zij ongelijk krijgt. Gezien de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering, zullen de proceskosten voor de tegenvordering op nihil worden begroot.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Heugman tot betaling aan Job2Work van € 19.377,47, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 17.777,50 vanaf 8 maart 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Heugman tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Job2Work tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 108,41
griffierecht € 1.384,00
salaris gemachtigde € 932,50;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af;
de tegenvordering
6.5.
wijst de vordering af;
6.6.
veroordeelt Heugman tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Job2Work tot en met vandaag vaststelt op nihil;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op boven genoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)