ECLI:NL:RBNHO:2022:7749

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
29 augustus 2022
Zaaknummer
9926290
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van (pre)contractuele informatieverplichtingen bij online overeenkomsten tussen handelaar en consument

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Intrum Nederland B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde]. De vordering van Intrum Nederland betreft een betaling van € 1.443,01, voortvloeiend uit een overeenkomst die door haar rechtsvoorganger, Vattenfall Sales Nederland N.V., met [gedaagde] is gesloten voor de levering van energie. De overeenkomst is op afstand gesloten, en de consument heeft verschillende termijnbedragen en een jaarafrekening onbetaald gelaten, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door Vattenfall en de overdracht van de vordering aan Intrum Nederland.

De kantonrechter heeft ambtshalve de (pre)contractuele informatieverplichtingen getoetst die gelden bij het sluiten van online overeenkomsten. Intrum Nederland stelde dat zij aan deze verplichtingen had voldaan, maar de rechter oordeelde dat de bestelknop waarop de woorden “Aanvraag versturen” stonden, niet duidelijk maakte dat de consument een betalingsverplichting aanging. Hierdoor was de overeenkomst vernietigbaar, en werd de vordering van Intrum Nederland afgewezen. De proceskosten werden op nihil gesteld, aangezien [gedaagde] in persoon procedeerde en Intrum Nederland ongelijk kreeg.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie in het bestelproces bij online overeenkomsten, ter bescherming van de consument. De kantonrechter heeft de vordering van Intrum Nederland afgewezen en de proceskosten voor rekening van Intrum Nederland gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9926290 \ CV EXPL 22-2816
Uitspraakdatum: 7 september 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Intrum Nederland B.V., voorheen h.o.d.n. Lindorff B.V., rechtsopvolger van Vattenfall Sales Nederland N.V., voorheen genaamd Nuon Sales Nederland N.V.
gevestigd te Amersfoort
eiseres
verder te noemen: Intrum Nederland
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor Vermeer Schutte & Musen B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]

1.Het procesverloop

1.1.
Intrum Nederland heeft bij dagvaarding van 2 juni 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Intrum Nederland heeft hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] niet meer gereageerd.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Intrum Nederland vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 1.443,01. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat haar rechtsvoorganger met [gedaagde] een overeenkomst heeft gesloten en uit hoofde daarvan energie is geleverd op het door [gedaagde] opgegeven adres. [gedaagde] heeft verschillende termijnbedragen en een jaarafrekening onbetaald gelaten op grond waarvan Vattenfall de overeenkomst heeft ontbonden. Vattenfall heeft de vordering overgedragen aan Intrum Nederland. Intrum Nederland vordert naast betaling van deze vordering de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij voert aan – samengevat – dat hij gelet op zijn inkomen niet alle schuldeisers kan betalen, maar dat hij probeert € 150,00 per maand te betalen aan Intrum Nederland. Verder kloppen de meterstanden volgens [gedaagde] niet.

3.De beoordeling

3.1.
De overeenkomst tussen Vattenfall (destijds handelsnaam NUON) als handelaar en [gedaagde] als consument is op afstand (online) gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen worden voldaan. [1] De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als daartegen geen verweer is gevoerd.
3.2.
Intrum Nederland stelt dat is voldaan aan deze consumentenbeschermende voorschriften. Bij haar toelichting op het bestelproces heeft Intrum Nederland gebruik gemaakt van schermafdrukken van www.vattenfall.nl. Intrum Nederland heeft verder toegelicht dat de overeenkomst met [gedaagde] is gesloten onder een andere handelsnaam, namelijk NUON, maar dat dit dezelfde rechtspersoon is als Vattenfall en dat in het kader van de naamswijziging de website is aangepast. Volgens Intrum Nederland zijn de schermafdrukken van NUON niet meer beschikbaar, maar is het bestelproces wat betreft inhoud en informatie gelijk gebleven; alleen de naam en het logo zijn aangepast.
3.3.
Anders dan in de zaak zoals gepubliceerd [2] , is in deze zaak verweer gevoerd. [gedaagde] heeft niet weersproken dat het bestelproces bij Vattenfall, zoals weergegeven in de door Intrum Nederland overgelegde schermafdrukken, wat betreft inhoud en informatie gelijk is aan het bestelproces bij NUON dat hij heeft doorlopen tijdens het aangaan van de overeenkomst. Daarom wordt daarvan uitgegaan.
3.4.
Daaruit blijkt onder andere dat in het bestelproces bij Vattenfall en dus kennelijk ook bij NUON gebruik wordt gemaakt van een bestelknop waarop de woorden “Aanvraag versturen” staan. Op grond van de hiervoor vermelde wettelijke informatieverplichtingen geldt onder meer dat een handelaar zijn elektronisch bestelproces zodanig moet inrichten dat de consument een aanbod niet kan aanvaarden dan nadat hem op niet voor misverstand vatbare wijze (al dan niet via een bestelknop) duidelijk is gemaakt dat de bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Als hieraan niet is voldaan, is de overeenkomst vernietigbaar. [3] Bij de beoordeling of aan deze verplichting is voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. [4] Met de hiervoor vermelde woorden op de bestelknop is geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan deze verplichting. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar, en wel voor wat betreft de betalingsverplichting van [gedaagde] .
3.5.
De conclusie is dat de vordering van Intrum Nederland zal worden afgewezen.
3.6.
De proceskosten komen voor rekening van Intrum Nederland, omdat zij ongelijk krijgt. De kosten van [gedaagde] , die procedeert in persoon, worden daarbij op nihil gesteld.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt Intrum Nederland tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:230m lid 1 en artikel 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Zie het vonnis van deze rechtbank van 10 augustus 2022 (ELCI:NL:RBNHO:2022:6850).
3.Artikel 6:230v lid 3 BW.
4.Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269).