In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2022 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van een duomoeder voor haar nog ongeboren kind. Het verzoek is ingediend vóór de geboorte van het kind, wat betekent dat de adoptie terugwerkt tot het moment van de geboorte. De verzoekster, die gehuwd is met de moeder van het kind, heeft het verzoek ingediend om de adoptie te laten uitspreken en om te bepalen dat het kind de achternaam van de verzoekster zal dragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder instemt met het verzoek tot adoptie en dat de adoptie in het belang van het kind is. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de donor, wiens zaad is gebruikt voor de verweking van het kind, geen belanghebbende is in de adoptieprocedure. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen en bepaald dat deze terugwerkt tot de geboortedatum van het kind. Het verzoek om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen is afgewezen, omdat er al een keuze was gemaakt voor de geslachtsnaam bij de geboorteakte. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de verzoekster en de moeder gezamenlijk het gezag over het kind uitoefenen, aangezien het kind niet in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.