ECLI:NL:RBNHO:2022:7647

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 augustus 2022
Publicatiedatum
24 augustus 2022
Zaaknummer
C/15/326746 / FA RK 22-1578
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie door duomoeder met terugwerkende kracht tot geboorte van het kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2022 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van een duomoeder voor haar nog ongeboren kind. Het verzoek is ingediend vóór de geboorte van het kind, wat betekent dat de adoptie terugwerkt tot het moment van de geboorte. De verzoekster, die gehuwd is met de moeder van het kind, heeft het verzoek ingediend om de adoptie te laten uitspreken en om te bepalen dat het kind de achternaam van de verzoekster zal dragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder instemt met het verzoek tot adoptie en dat de adoptie in het belang van het kind is. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de donor, wiens zaad is gebruikt voor de verweking van het kind, geen belanghebbende is in de adoptieprocedure. De rechtbank heeft de adoptie toegewezen en bepaald dat deze terugwerkt tot de geboortedatum van het kind. Het verzoek om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen is afgewezen, omdat er al een keuze was gemaakt voor de geslachtsnaam bij de geboorteakte. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de verzoekster en de moeder gezamenlijk het gezag over het kind uitoefenen, aangezien het kind niet in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
zaak-/rekestnr.: C/15/326746 / FA RK 22-1578
beschikking van 25 augustus 2022 betreffende adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. E.J. Huizinga, kantoorhoudende te Haarlem,
strekkende tot:
a. het uitspreken van de adoptie door verzoekster van het nog ongeboren kind, waarvan de echtgenote van verzoekster zwanger is;
b. het bepalen dat de minderjarige de achternaam [achternaam] zal dragen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[de moeder], wonende te [plaats] ,
(hierna te noemen: de moeder).

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 28 maart 2022;
- de brief van verzoekster, met als bijlage een gewaarmerkt afschrift van de geboorteakte van de te adopteren minderjarige, ingekomen op 25 mei 2022;
- het e-mailbericht van 14 juni 2022 van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad);
- de brief van de Raad, ingekomen op 17 juni 2022.
1.2.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
Verzoekster en de moeder zijn met elkaar gehuwd op [huwelijksdatum] in de gemeente [gemeente] .
2.2
Uit de moeder is op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] geboren de minderjarige
[de minderjarige](hierna te noemen: [de minderjarige] ). Uit een van de geboorteakte deel uitmakende latere vermelding betreffende naamskeuze blijkt dat is gekozen voor de geslachtsnaam [geslachtsnaam] .
2.3
[de minderjarige] is verwekt met het semen van een bij verzoekster en de moeder bekende donor, [de donor] , (hierna te noemen: de donor).
2.4
De donor heeft schriftelijk verklaard geen belanghebbende te willen zijn in de adoptieprocedure van [de minderjarige] .

3.Beoordeling

adoptie
3.1
De moeder stemt in met het verzoek tot adoptie.
3.2
De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van [de minderjarige] is. Tevens is komen vast te staan dat [de minderjarige] thans en naar voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien niets meer van de donor als ouder te verwachten heeft. Voorts is voldaan aan de in artikel 1:228 BW genoemde voorwaarden voor adoptie. De rechtbank zal het verzoek tot adoptie dan ook toewijzen. De rechtbank heeft hierbij nog in aanmerking genomen dat de Raad heeft aangegeven in deze zaak geen onderzoek te zullen doen.
3.3
Op grond van het bepaalde in artikel 1:230, tweede lid, eerste volzin, BW werkt de adoptie terug tot het tijdstip van de geboorte van [de minderjarige] , te weten [geboortedatum] , nu [de minderjarige] is geboren binnen de relatie van verzoekster en de moeder en de adoptie voor de geboorte van [de minderjarige] is verzocht.
geslachtsnaam
3.4
[de minderjarige] is het eerste kind tot wie verzoekster en de moeder in familierechtelijke betrekking komen te staan.
3.5
Uit de onder 2.2 vermelde latere vermelding betreffende naamskeuze blijkt dat is gekozen voor de geslachtsnaam [geslachtsnaam] . Nu verzoekster en de moeder op grond hiervan reeds een keuze hebben gedaan voor de geslachtsnaam van [de minderjarige] , zal het hierboven onder b. vermelde verzoek bij gebrek aan belang worden afgewezen.
gezag
3.6
In artikel 1:253sa BW is geregeld dat over het staande hun huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kind een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, gezamenlijk het gezag uitoefenen, tenzij het kind tevens in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder. Nu [de minderjarige] niet in familierechtelijke betrekking staat tot een andere ouder, oefenen verzoekster en de moeder gezamenlijk het gezag uit over [de minderjarige] .

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het mannelijk geslacht:
- [de minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,
door verzoekster voornoemd met ingang van [geboortedatum] .
4.2
wijst af het meer of anders verzochte.
4.3
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.