ECLI:NL:RBNHO:2022:7618
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- J.H.A.C. Everaerts
- R. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van gronden
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 21 juli 2022 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep van eiser, die h.o.d.n. [café] is gevestigd in [woonplaats]. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Velsen, dat het pand waarin het café is gevestigd voor onbepaalde tijd gesloten werd. Eiser had eerder een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat door de voorzieningenrechter was afgewezen. Het bestreden besluit, dat het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaarde, leidde tot het beroep dat in deze uitspraak aan de orde is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden van het beroep te laat zijn ingediend. Eiser had op 18 november 2021 beroep ingesteld, maar het beroepschrift bevatte geen gronden. De rechtbank heeft eiser de gelegenheid gegeven om binnen vier weken de gronden in te dienen, maar deze zijn pas op 4 januari 2022 ontvangen, na het verstrijken van de termijn. De rechtbank overweegt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat de redenen die eiser aanvoert voor de termijnoverschrijding niet voldoende zijn om van het uitgangspunt af te wijken dat een niet verschoonbare overschrijding leidt tot niet-ontvankelijkheid.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de inhoudelijke behandeling van het beroep niet plaatsvond. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.