ECLI:NL:RBNHO:2022:7600

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
HAA 22/1018
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen door bestuursorgaan niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 12 augustus 2021, waarin hem geen leerlingenvervoer werd toegekend. Na het indienen van bezwaar op 1 september 2021, heeft verweerder op 7 februari 2022 het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder tijdig op het bezwaar heeft beslist en dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. De rechtbank baseert zich op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin is bepaald dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft niet aangetoond dat verweerder in gebreke was, en de rechtbank oordeelt dat de beslissing van 7 februari 2022 op de juiste wijze is bekendgemaakt.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep van eiser wegens het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Janse van Mantgem, in aanwezigheid van griffier N. Joacim, en is openbaar uitgesproken. Eiser kan verzet aantekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/1018

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 augustus 2021, verzonden op 19 augustus 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder besloten geen leerlingenvervoer aan [naam] (geboren op [geboortedatum]) toe te kennen.
Eiser heeft bij brief van 1 september 2021 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.
Verweerder heeft bij beslissing van 7 februari 2022 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Bij brief van 14 februari 2022 heeft eiser bij de rechtbank beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar van 1 september 2022.
Verweerder heeft op 31 maart 2022 een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 26 juni 2022 heeft eiser op het verweerschrift gereageerd.

Overwegingen

Ingevolge artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat zij kennelijk onbevoegd is dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
Ingevolge artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. Tegen het niet tijdig beslissen staat dan ook beroep bij de rechtbank open.
Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, van de Awb kan het beroepschrift worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
Ingevolge artikel 7:10, eerste lid, van de beslist het bestuursorgaan binnen zes weken of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
Ingevolge artikel 7:10, derde lid, van de Awb kan het bestuursorgaan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen. Ingevolge het vijfde lid doet het bestuursorgaan indien toepassing is gegeven aan het tweede, derde of vierde lid, hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden.
De rechtbank stelt vast dat eiser bij brief van 1 september 2021 bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 12 augustus 2021. Op 29 november 2021 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Bij brief van 14 januari 2022 heeft eiser verweerder meegedeeld dat hij in gebreke is.
De rechtbank oordeelt als volgt. Met de beslissing van 7 februari 2022 is op het bezwaarschrift van eiser beslist. Verweerder heeft met het overleggen van de verzendadministratie van de brief van 7 februari 2022 voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de aangetekende brief van 7 februari 2022 op 8 februari 2022 is aangeboden en bezorgd op het huisadres van eiser. PostNL heeft, zo valt op de website te lezen, tijdens de corona pandemie enkele maatregelen genomen. Consumenten hoeven tot eind februari 2022 niet meer op het scanapparaat te tekenen voor ontvangst van een pakket of een aangetekende verzending. De bezorger zal dat, bij overhandiging van het aangetekende stuk, namens de ontvanger doen. CV41, de handtekening die voor ontvangst van de brief is geplaatst, is een direct gevolg van deze maatregel. Dat eiser niet persoonlijk voor de ontvangst heeft getekend maakt, gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden, niet dat het besluit niet op voorgeschreven wijze bekend is gemaakt en dat verweerder niet tijdig op het bezwaar van eiser heeft beslist. Dat eiser stelt dit besluit niet te hebben ontvangen maakt, gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden, niet dat er niet tijdig is beslist op het bezwaar van eiser.
Nu verweerder niet in gebreke was tijdig te beslissen, kon eiser op grond van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb dan ook geen beroep instellen wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep wegens het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan bij deze rechtbank.
Het verzet dient gedaan te worden door het indienen van een verzetschrift binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.