Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 155,00 ligt gelet op het voorgaande voor toewijzing gereed.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap ANWB B.V. en een gedaagde. ANWB heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die een lidmaatschap met Wegenwacht Service had afgesloten. De vordering betreft de betaling van een onbetaalde factuur van € 155,00 voor het lidmaatschap over het kalenderjaar 2020, die door ANWB op 21 november 2019 was verzonden. De gedaagde heeft betwist dat hij de overeenkomst niet heeft opgezegd en heeft aangevoerd dat hij pas bij de dagvaarding op de hoogte was van de vordering.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat ANWB heeft voldaan aan haar wettelijke informatieverplichtingen bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst. De rechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn bewering dat hij de overeenkomst mondeling heeft opgezegd. De kantonrechter heeft de vordering van ANWB tot betaling van de factuur toegewezen, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De gedaagde is niet in verzuim gekomen, omdat de aanmaningsbrieven naar een onjuist adres zijn gestuurd. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen, omdat ANWB niet heeft aangetoond dat de gedaagde de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.