2.2.In de splitsingsakte van 13 maart 2002 ter zake het [gedaagde] is als het reglement als bedoeld in artikel 5:111 onder d BW, van toepassing verklaard het modelreglement bij “
Splitsing in appartementsrechten” van januari 1992, en is in afwijking daarvan, voor zover van belang, het volgende bepaald:
9. De bestemming van de privé-gedeelten als bedoeld in artikel 17 lid 4 lid is voor:
de appartementen met de indexnummers 1 tot en met 14:
woning met berging, bestemd om te worden gebruikt voor particulier (woon-)gebruik door de eigenaar/gebruiker; handel, nering of bedrijf mag daarin niet worden uitgeoefend;
(…)
Toelatingsregeling (ballotage)
14. Na artikel 26 worden toegevoegd artikel 26a tot en met 26g, luidende als volgt:
Artikel 26a
1. Een eigenaar behoeft de toestemming van het bestuur alvorens zijn privé gedeelte zelf en met de met name genoemde huisgenoten in gebruik te nemen of een tot dusverre niet tot zijn huisgenoten behorend persoon bij zich te doen inwonen.
2. Het verzoek om toestemming wordt door de eigenaar (waaronder begrepen de koper of andere gerechtigde tot het appartement) schriftelijk aan het bestuur gedaan onder het verschaffen van de namen van zijn huisgenoten voor wie de toestemming tot de bewoning mede wordt gevraagd en onder vermelding van alle verlangde gegevens die dienstig kunnen zijn voor de beslissing op het verzoek.
3. Het bestuur is verplicht om binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek de verzoeker in de gelegenheid te stellen dit mondeling toe te lichten (…). Het bestuur moet daarna binnen acht dagen op het verzoek beslissen. Het brengt de gemotiveerde beslissing onverwijld schriftelijk ter kennis van de verzoeker.
4. Weigering van de verzoeker of van de huisgenoten die hij heeft opgegeven, mag slechts plaatsvinden indien de verzoeker of (één van) de huisgenoten niet voldoet aan de bestemming van het privégedeelte (bestemd voor ouderen en/of personen die voorzieningen casu quo zorg- en dienstverlening behoeven die vanuit “[zorg huis]” geleverd worden), dan wel indien van de overige bewoners naar billijkheid mag worden verlangd dat zij de betrokkenen in hun midden opnemen.
5. Bij de toepassing van de in het vierde lid aangegeven norm is het bestuur bevoegd acht te slaan op de solvabiliteit van de betrokkenen. (…)
6. Deze verzoeker kan binnen veertien dagen na het verzenden van de beslissing daartegen in beroep komen bij de vergadering,
(…)
De vergadering geeft binnen veertien dagen daarna haar gemotiveerde beslissing en brengt deze onverwijld schriftelijk ter kennis van de betrokkenen.
Artikel 26c
1. Indien een eigenaar zijn privé gedeelte aan een ander in gebruik wil geven, zal die ander het gebruik slechts kunnen verkrijgen voor zich en eventuele huisgenoten, na voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.
2. Het bepaalde in artikel 26a is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het verzoek om toestemming door de eigenaar en de verzoeker gezamenlijk moet worden gedaan onder overlegging van de overeenkomst of andere titel waaraan zijn recht ontleent of zal ontlenen.
(…)
Artikel 26f
De vergadering van de vereniging is bevoegd bij huishoudelijk reglement wijzigingen aan te brengen in voormelde artikelen 26a tot en met 26d, in dier voege dat eigenaars en hun rechtsopvolgers met hun huisgenoten bevoegd zullen zijn het privégedeelte waarop hun appartementsrecht betrekking heeft in gebruik te nemen of aan anderen in gebruik te geven, zonder dat enige toestemming nodig is.
Het huishoudelijk reglement dient alsdan te worden ingeschreven in de openbare registers gehouden ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare registers te Amsterdam.
Stemmen