ECLI:NL:RBNHO:2022:7387

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 augustus 2022
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
9673222 \ CV EXPL 22-659
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontbinding koopovereenkomst airco's en ongedaanmakingsverplichtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Bestair B.V. over de ontbinding van een koopovereenkomst voor de levering en installatie van airco's. De overeenkomst werd ontbonden door [eiser] op 15 november 2020, omdat de gebreken aan de airco's niet waren opgelost. Bestair B.V. had een tegenvordering ingesteld voor het restantbedrag van de factuur, maar deze werd afgewezen door de kantonrechter te Leiden op 4 mei 2022, die oordeelde dat [eiser] als consument recht had op ontbinding van de overeenkomst.

Na de ontbinding heeft [eiser] Bestair B.V. gesommeerd om het betaalde bedrag terug te storten en de airco's op te halen. Bestair B.V. heeft hier niet op gereageerd en stelde dat [eiser] moest betalen voor demontage. In de huidige procedure vorderde [eiser] betaling van € 5.914,79, ongedaanmakingsverplichtingen en schadevergoeding voor de schade aan de nokvorsten van zijn woning.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Bestair B.V. het betaalde bedrag aan [eiser] moet terugbetalen en de airco's kosteloos moet ophalen. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval Bestair B.V. in gebreke blijft. De schadevergoeding voor de schade aan de nokvorsten is ook toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. De tegenvordering van Bestair B.V. werd ingetrokken, waardoor deze geen verdere bespreking behoeft. De proceskosten zijn voor rekening van Bestair B.V.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9673222 \ CV EXPL 22-659 CK
Uitspraakdatum: 24 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. K.L. Meijer
tegen
de besloten vennootschap
Bestair Technics B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde
verder te noemen: Bestair B.V.
gemachtigde: M. Hennen (Juristu Incassodiensten B.V.)

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 25 januari 2021 een vordering tegen Bestair B.V. ingesteld. Bestair B.V. heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. [eiser] heeft schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.
1.2.
Op 13 juli 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] is verschenen, bijgestaan door mr. Meijer. Voor Bestair B.V. is de gemachtigde M. Ferwerda (Juristu) verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Op 26 juni 2020 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten ten aanzien van twee airco’s voor binnen met bijbehorende buiten unit. Bestair B.V. heeft daarvoor een factuur aan [eiser] verzonden ten bedrage van € 6.400,00. [eiser] heeft daarvan € 4.000,00 betaald aan Bestair B.V. De airco’s zijn op 3 augustus 2020 gemonteerd door Bestair B.V. in de slaapkamers van het woonhuis van [eiser].
2.2.
Bij brief van 15 november 2020, verzonden per e-mail aan Bestair B.V. op 16 november 2020, heeft [eiser] de koopovereenkomst met Bestair B.V. ontbonden omdat de gebreken aan de airco's niet zijn opgelost.
2.3.
Bestair B.V. heeft [eiser] gedagvaard tot betaling van het restantbedrag van € 2.400,00 voor de kantonrechter te Leiden. De kantonrechter heeft bij vonnis van 4 mei 2022 de vordering van Bestair B.V. afgewezen. Daartoe heeft de kantonrechter, samengevat, geoordeeld en overwogen, dat [eiser] effectief als consument in de zin van artikel 7:5 lid 1 BW is opgetreden en dat de koopovereenkomst met betrekking tot de twee airco's als consumentenkoop kan worden opgevat. Gezien de tekortkomingen was [eiser], ingevolge het in artikel 7:22 leden 1 en 2 BW bepaalde, gerechtigd om de koopovereenkomst te ontbinden. De ontbinding van de koopovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht, maar brengt mee dat partijen zijn bevrijd van de daardoor getroffen verbintenissen en dat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties ontstaat. Concreet betekent dit dat [eiser] de airco's dient terug te geven aan Bestair B.V. en dat Bestair B.V. het aanbetaalde bedrag dient terug te storten aan [eiser]. Nu geen van de partijen dit heeft gevorderd, dienen partijen daar gezamenlijk afspraken over te maken. De ontbinding van de koopovereenkomst brengt met zich dat [eiser] niet meer is gehouden de restantfactuur te voldoen.
2.4.
Bestair B.V. heeft geen rechtsmiddel tegen het vonnis van 4 mei 2022 aangewend.
2.5.
[eiser] heeft op 26 oktober 2022 Bestair B.V. gesommeerd om het reeds betaalde deel van het aankoopbedrag terug te storten en een afspraak te maken om de airco’s op te halen en de schade aan nokvorsten te vergoeden.
2.6.
Bestair B.V. heeft het deel van het aankoopbedrag niet terugbetaald en de airco’s niet opgehaald. Zij heeft [eiser] bericht dat zij de airco’s wel wil demonteren, maar dat [eiser] daar € 1.250,00 montagekosten voor moet betalen.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Bestair B.V. veroordeelt
tot betaling van € 5.914,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding
om binnen uiterlijk veertien dagen na betekening van het vonnis de airco’s kosteloos te komen loskoppelen en ophalen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, maximaal € 10.000,00;
in de kosten van de procedure;
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat de verbintenissen over een weer ongedaan gemaakt moeten worden. Bestair B.V. moet het door [eiser] betaalde aankoopbedrag terugbetalen en [eiser] zal de airco’s retourneren. Bestair B.V. moet daarvoor de airco’s loskoppelen en verwijderen, zonder kosten aan [eiser] in rekening te brengen. Ook dient Bestair B.V. de bij de montage aan de nokvorsten van de woning van [eiser] ontstane schade te vergoeden. Daarbij komen nog de incassokosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Bestair B.V. heeft bij conclusie van antwoord de vorderingen van [eiser] betwist en een tegenvordering ingediend. Ter zitting heeft zij dat verweer slechts gedeeltelijk gehandhaafd en de tegenvordering ingetrokken.
4.2.
De kantonrechter zal hierna, voor zover nog van belang, ingaan op de vorderingen van [eiser] en het verweer van Bestair B.V.

5.De beoordeling

de vordering
ongedaanmakingsverplichtingen
5.1.
Ter zitting is ook door Bestair B.V. onderschreven dat uitgegaan moet worden van het vonnis van de kantonrechter te Leiden, dat gezag van gewijsde heeft gekregen. De verweren die ingaan op het in dat vonnis gegeven oordeel handhaaft Bestair B.V. niet en deze behoeven daarom geen verdere bespreking. Bestair B.V. heeft voorts haar stelling dat [eiser] voor het vakkundig verwijderen van de airco’s demontagekosten verschuldigd zou zijn, ingetrokken.
5.2.
In artikel 6:271 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt bij ontbinding van een overeenkomst een verplichting tot ongedaanmaking gelegd op de partij die de prestatie heeft ontvangen; een ontvangen bedrag aan geld moet zij terugbetalen en een ontvangen goed moet zij teruggeven. Door Bestair B.V. is niet (langer) weersproken dat zij het door [eiser] betaalde bedrag van € 4000,00 aan hem moet terugbetalen en dat zij de airco’s kosteloos moet verwijderen.
5.3.
De kantonrechter zal de vordering van [eiser] in zoverre toewijzen. Omdat partijen ook ter zitting geen concrete afspraken hebben gemaakt over de verwijdering van de airco’s zal de kantonrechter ook de gevorderde dwangsom toewijzen, met dien verstande dat deze in redelijkheid wordt gematigd tot € 200,00 per dag dat Bestair B.V. ten aanzien van die verwijdering in gebreke blijft, met een maximum van € 4.000,00.
Schadevergoeding
5.4.
[eiser] vordert vergoeding van de schade die is ontstaan bij de montage van de airco’s aan de nokvorsten van zijn woning. De kantonrechter begrijpt het ter zitting toegelichte (formele) verweer van Bestair B.V. aldus, dat Bestair B.V. ten aanzien van deze post stelt dat sprake is van misbruik van procesrecht. De stelling van Bestair B.V. is dat [eiser] door eerst in deze procedure deze schade te vorderen, terwijl die al bekend was vóórdat de procedure bij de kantonrechter te Leiden aanhangig werd gemaakt, zijn recht dienaangaande heeft verwerkt. De kantonrechter is van oordeel dat dit verweer niet slaagt. Er is geen rechtsregel die [eiser] voorschrijft dat hij vanwege die schade in de procedure die Bestair B.V. tegen hem had aangespannen, een tegenvordering had moeten doen en dat, als hij dat niet doet, hij zijn rechten dienaangaande verwerkt. Van schending van het ne bis in idem beginsel is geen sprake, de schade aan de nokvorsten is niet eerder onderwerp van een procedure geweest. Het staat [eiser] dan ook vrij om dat in deze procedure aan de orde te stellen en schadevergoeding te vorderen.
5.5.
Bestair B.V. heeft de schade, haar aansprakelijkheid daarvoor, en de herstelkosten zoals die blijken uit de door [eiser] ingezonden offerte niet betwist. De kantonrechter zal dit deel van de vordering dan ook toewijzen op grond van artikel 6:74 BW.
Wettelijke rente
5.6.
De wettelijke rente over het terug te betalen bedrag en de schadevergoeding is toewijsbaar zoals door [eiser] is gevorderd. Bestair B.V. is in verzuim met die betalingen.
Buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten
5.7.
Bestair B.V. heeft verweer gevoerd tegen de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. Bestair B.V. stelt dat [eiser] een gerechtelijke procedure is gestart terwijl dit absoluut niet nodig was geweest. Ter zitting is ook gesteld dat sprake is van rauwelijks dagvaarden. Dat verweer kan naar het oordeel van de kantonrechter niet slagen. Na het vonnis van de kantonrechter dienden partijen afspraken te maken over de ongedaanmakings-verplichtingen die uit de ontbinding van de overeenkomst voortvloeien. Bestair B.V. heeft daar, ondanks de verzoeken van [eiser], geen invulling aan gegeven. Zij heeft niets terugbetaald en geen afspraak gemaakt over de verwijdering van de airco’s, maar deed een voor [eiser] onacceptabel aanbod. [eiser] hoeft dan geen tegenbod te doen alvorens het geschil aan de rechter voor te leggen. Van rauwelijks dagvaarden is geen sprake. Dat volgt uit de brief van 26 oktober 2021 van de gemachtigde van [eiser] aan Bestair B.V. en het e-mailbericht van 29 november 2021 aan de (toenmalige) gemachtigde van Bestair B.V. waarin een procedure is aangekondigd.
5.8.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn verder door Bestair B.V. niet bestreden en worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van € 765,29. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de dag van de dagvaarding.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Bestair B.V. omdat zij ongelijk krijgt.
de tegenvordering
5.10.
Bestair B.V. heeft ter zitting de tegenvordering ingetrokken, zodat deze verder geen bespreking behoeft. Bestair B.V. dient wel de proceskosten van [eiser] (conclusie van antwoord) in de zaak van de tegenvordering te vergoeden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Bestair B.V. tot betaling aan [eiser] van € 5.914,79, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 25 januari 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Bestair B.V. om binnen uiterlijk veertien dagen na betekening van dit vonnis de airco’s kosteloos bij [eiser] te komen loskoppelen en ophalen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 200,00 per dag dat Bestair B.V. in gebreke blijft, met een maximum van € 4.000,00,
6.3.
veroordeelt Bestair B.V. tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 131,18
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 622,00;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.6.
veroordeelt Bestair B.V. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiser] worden vastgesteld op een bedrag van € 218,00 aan salaris van de gemachtigde van [eiser].
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter