ECLI:NL:RBNHO:2022:738

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 januari 2022
Publicatiedatum
1 februari 2022
Zaaknummer
C/15/315593 / HA ZA 21-232
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van een koopovereenkomst van een gebruikte auto afgewezen wegens non-conformiteit

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper, aangeduid als [eiseres], en een verkoper, aangeduid als [gedaagde], over de ontbinding van een koopovereenkomst van een gebruikte auto. De koper had de auto, een Mercedes Benz AMG C63, in juli 2020 aangeschaft voor een bedrag van € 74.949,99. Na de aankoop ontdekte de koper dat de auto schade had gehad, welke niet door de verkoper was gemeld. De koper ontbond de koopovereenkomst op 17 december 2020 en vorderde terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding.

De rechtbank oordeelde dat de koper geen recht had op ontbinding van de koopovereenkomst. De rechtbank stelde vast dat er geen expliciete afspraken waren gemaakt over schade aan de auto en dat de auto voor normaal gebruik geschikt was. De rechtbank concludeerde dat de auto niet non-conform was, zoals bedoeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek. De vorderingen van de koper werden afgewezen, en de koper werd veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank benadrukte dat het enkele feit dat de auto ooit schade had gehad, niet automatisch betekende dat de auto niet aan de koopovereenkomst voldeed. De aard en ernst van de schade waren van belang, en uit het rapport van Dekra bleek dat de auto geen technische mankementen vertoonde. De beslissing van de rechtbank was dat de buitengerechtelijke ontbinding door de koper geen effect had gesorteerd, en alle vorderingen werden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/315593 / HA ZA 21-232
Vonnis van 19 januari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , gemeente [gemeente]
eiseres,
advocaat mr. A.F.J.M. Mulders te Herten, gemeente Roermond,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.J. de Boer te Hoorn Nh.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
De zaak in het kort
Koper, [eiseres] , heeft een gebruikte auto gekocht van verkoper, [gedaagde] . Gebleken is dat de auto enige schade heeft (gehad). [gedaagde] heeft dat niet voorafgaand aan de verkoop aan koper gemeld. [eiseres] ontbindt de koopovereenkomst, omdat de auto niet zou voldoen aan de koopovereenkomst. Zij vordert terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding.
De rechtbank oordeelt dat er geen reden voor ontbinding was. Bij de koop is niet afgesproken dat er nooit schade aan de auto geweest mag zijn en de auto is voor normaal gebruik geschikt. Alle vorderingen worden afgewezen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 13 april 2021 met de bijlagen 1 tot en met 7;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 30 juni 2021, waarmee een mondelinge behandeling is gelast;
  • de mondelinge behandeling van 7 december 2021, waarbij zijn verschenen namens [eiseres] mevrouw [xxx] en mr. Mulders en namens [gedaagde] de heer [yyy] en mr. De Boer; de griffier heeft aantekeningen gemaakt. Mr. De Boer heeft een pleitnota overgelegd, die daarmee deel uitmaakt van de processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft in juli 2020 een gebruikte auto gekocht, merk en type Mercedes Benz Amg c63 (hierna: de auto) voor een koopsom van € 74.949,99.
2.2.
Op 6 november 2020 heeft Dekra Automobil (hierna: Dekra) in Geilkirchen, Duitsland, vastgesteld dat de auto op enig moment gerepareerd is geweest. Dekra heeft hiervan op 13 november 2020 een rapport opgemaakt (hierna: het Dekra-rapport).
2.3.
Bij brief van 17 december 2020 aan [gedaagde] heeft [eiseres] de koopovereenkomst ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - dat de rechtbank, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst is ontbonden per 17 december 2020;
en verder [gedaagde] te veroordelen tot betaling van:
II € 75.000,00 ter zake van terugbetaling van de aankoopsom;
III € 30,00 per maand aan kosten van bewaring;
IV € 447,59 aan kosten van het Dekra-rapport;
V €153,12 per maand aan verzekeringskosten;
VI € 87,00 per maand aan wegenbelasting;
VII € 650,00 per maand aan schadevergoeding wegens het niet kunnen gebruiken van de auto;
VIII € 157,00 per maand aan rente met betrekking tot de financial lease;
IX de buitengerechtelijke kosten;
X de kosten van deze procedure, waaronder de nakosten;
XI de wettelijke handelsrente over enig door [gedaagde] aan [eiseres] verschuldigd bedrag.
3.2.
[eiseres] legt hieraan het volgende ten grondslag. Na aankoop van de auto wilde [eiseres] bij nader inzien een ander type auto. Toen hij de auto in dat verband wilde inruilen, kwam aan het licht dat op enig moment (voorafgaand aan de aankoop) schade aan de auto is ontstaan en is gerepareerd. [gedaagde] heeft dit niet voor de koop aan [eiseres] meegedeeld. Om welke schade het precies gaat is niet van belang, volgens [eiseres] . Het enkele feit dát er schade aan de auto is geweest, maakt deze namelijk tot schade-auto, waardoor de auto een lagere waarde heeft dan waar [eiseres] van is uitgegaan en deze moeilijker verkoopbaar wordt.
De auto is hierdoor niet conform de koopovereenkomst geleverd als bedoeld in artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarom heeft [eiseres] terecht de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en heeft hij recht op vergoeding van de schade die hij heeft geleden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en betwist dat sprake is van non-conformiteit. Het gaat niet om een schade-auto. Artikel 1 lid 1 sub u van de Wegenverkeerswet 1994 definieert namelijk een schade-auto als een voertuig dat ten gevolge van een beschadiging niet langer deugdelijk van bouw en inrichting is. Niet gebleken is dat daarvan in dit geval sprake is. De auto heeft geen rijtechnische mankementen en bezit de eigenschappen die voor normaal gebruik noodzakelijk zijn. Volgens het Dekra-rapport gaat het om het volgende:
de koplamp links is onjuist hersteld (niet duidelijk is waar de onjuistheid uit bestaat);
de bumperbekleding en het spatbord linksvoor zouden niet naar behoren zijn bevestigd en zouden niet goed passen;
er is lakschade aan de voorkant van de linkervoordeur;
het linkerspatbord is bevestigd met een ongelakte schroef;
de rechterkoplamp is bekrast of gekerfd door de rand van het spatbord.
Het onder b tot en met e genoemde is louter cosmetisch en dusdanig gering dat verkoper noch koper dit bij verkoop hebben opgemerkt, aldus [gedaagde] . Van enig zodanig technisch mankement dat de auto niet als zodanig bruikbaar is, is niet gebleken.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag die in deze procedure moet worden beantwoord, is of de auto die [gedaagde] aan [eiseres] heeft verkocht non-conform is als bedoeld in artikel 7:17 BW.
4.2.
Artikel 7:17 BW bepaalt in lid 1 dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen (artikel 7:17 lid 2 BW).
Inhoud van de koopovereenkomst
4.3.
Om te kunnen beoordelen of de auto voldoet aan de koopovereenkomst, moet eerst worden vastgesteld wat de inhoud van de koopovereenkomst is. Er is geen schriftelijke vastlegging van de koopovereenkomst.
Gebleken is dat voorafgaand aan de koop namens [eiseres] aan [gedaagde] is gevraagd of de auto in orde was. [gedaagde] heeft die vraag bevestigend beantwoord. Of de auto ooit enige schade heeft gehad heeft geen van beide partijen aan de orde gesteld. Partijen hebben gezamenlijk de auto bekeken en daarbij een deukje geconstateerd dat is gerepareerd. De schade die later is vastgesteld is voorafgaand aan de koop niet door partijen opgemerkt.
4.4.
Het enkele feit dat de auto ooit schade heeft gehad, van welke aard dan ook, maakt niet dat de auto niet aan de koopovereenkomst voldoet. In de koopovereenkomst is daarover immers niets bepaald, niet schriftelijk en niet mondeling. Zonder dergelijke nadere afspraken kan [eiseres] als koper van een gebruikte auto er niet zonder meer van uitgaan dat deze nooit op enige manier beschadigd is geweest. Van belang is of de auto in dit geval als gevolg de schade niet voor normaal gebruik geschikt was als bedoeld in artikel 7:17 BW. Anders dan [eiseres] veronderstelt is de aard en de ernst van de schade in dat kader wel van belang. Uit het Dekra-rapport blijkt niet dat de auto niet voor normaal gebruik geschikt was. De – pas ter zitting ingenomen – stelling dat de auto gevaarlijk was omdat de bumper alleen met
tie wrapsaan de auto zou vastzitten, is niet nader met stukken onderbouwd.
4.5.
Er is dus niet komen vast te staan dat de auto non-conform was als bedoeld in artikel 7:17 BW. [gedaagde] is niet tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De buitengerechtelijke ontbinding daarvan door [eiseres] op 17 december 2020 heeft dus geen effect gesorteerd. De vorderingen, die alle daarmee samenhangen, zullen daarom worden afgewezen. Aan beoordeling van de afzonderlijke schadeposten wordt niet toegekomen.
Proceskosten en nakosten
4.6.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. [gedaagde] heeft geconcludeerd tot veroordeling van [eiseres] in de volledige advocaatkosten. Elke onderbouwing daarvan ontbreekt, zodat alleen al daarom het salaris van de advocaat wordt vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief.
De kosten aan de kant van [gedaagde] worden tot nu toe begroot op:
- griffierecht € 2.076,00
- salaris advocaat €
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.304,00
4.7.
De nakosten zullen worden toegewezen zoals vermeld onder de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure, aan de kant van [gedaagde] begroot op € 4.304,00;
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad wat betreft de kostenveroordelingen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2022.