In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, hebben eisers [eiser 1] c.s. een vordering ingesteld tegen gedaagden [gedaagde 1] c.s. wegens overlast door een buitenlamp en een boom die volgens hen te dicht op de erfgrens staat. De kantonrechter heeft op 6 juli 2022 uitspraak gedaan in Haarlem. De eisers stellen dat de buitenlamp van de gedaagden hinder veroorzaakt, omdat deze fel licht uitstraalt en vaak aan gaat wanneer zij zich in hun eigen tuin bevinden. Daarnaast eisen zij dat de gedaagden een boom verwijderen die volgens hen op minder dan twee meter van de erfgrens staat, wat in strijd zou zijn met artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft de vordering van de eisers grotendeels afgewezen. Ten aanzien van de buitenlamp oordeelt de rechter dat de hinder niet zodanig is dat deze als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De rechter heeft vastgesteld dat de lamp een nuttige functie heeft en dat de hinder die de lamp veroorzaakt, niet voldoende is om als onrechtmatig te worden gekwalificeerd. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de lamp al zo ver mogelijk naar beneden is gericht en dat er geen andere eenvoudige manieren zijn om de overlast te beëindigen zonder de nuttige functie van de lamp te schaden.
Wat betreft de boom, heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze op dit moment als een heester kan worden aangemerkt, waardoor de afstandseis van twee meter niet van toepassing is. De kantonrechter heeft echter wel vastgesteld dat de boom in de toekomst kan uitgroeien tot een boom en heeft de gedaagden veroordeeld om de beplanting als een struik te onderhouden. De proceskosten zijn voor rekening van de eisers, omdat zij grotendeels ongelijk hebben gekregen. De uitspraak is gedaan door mr. J.A.M. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.