ECLI:NL:RBNHO:2022:708

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
8853393 \ CV EXPL 20-9194
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie luchtvaartclaim na vermeende annulering van vlucht

In deze zaak hebben de passagiers, wonende in het Verenigd Koninkrijk, een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij easyJet. De passagiers vorderen compensatie voor een vlucht die volgens hen geannuleerd of vertraagd zou zijn. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 18 september 2020. De luchtvaartmaatschappij heeft schriftelijk geantwoord en betwist dat de vlucht, EZY7402, geannuleerd of vertraagd is. De passagiers baseren hun vordering op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Na beoordeling van de feiten en het verweer van de vervoerder, concludeert de kantonrechter dat de vlucht EZY7402 tijdig is uitgevoerd en dat de passagiers geen recht hebben op compensatie. De vordering van de passagiers wordt afgewezen, en de proceskosten worden aan hen opgelegd. De kantonrechter heeft het vonnis uitgesproken op 26 januari 2022, waarbij de proceskosten voor de vervoerder zijn vastgesteld op € 374,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8853393 \ CV EXPL 20-9194
Uitspraakdatum: 26 januari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2. [passagier sub 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] (Verenigd Koninkrijk),
3. [passagier sub 3] ,wonende te [woonplaats] (Verenigd Koninkrijk)
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: Yource B.V.
procesgemachtigde: Verdex B.V.
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht, easyJet
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, woonplaats hebbende en kantoorhoudende te Schiphol.
Hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 18 september 2020 vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met de annulering van de door de passagiers geboekte vlucht.
2.2.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 750,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 (de kantonrechter gaat ervan uit dat de vordering van € 18150,00 een verschrijving betreft) aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 oktober 2019.;
- de proceskosten en de nakosten;
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert daartoe aan dat de door de passagiers in de dagvaarding genoemde vlucht (EZY7402) volgens schema (en zonder vertraging) is uitgevoerd. De passagiers komt om deze reden geen recht op compensatie toe. Voorts voert de vervoerder aan dat de annulering van vlucht EZY406 het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De passagiers baseren hun vordering op de, volgens hen, geannuleerde vlucht EZY7402. De vervoerder heeft bij conclusie van antwoord gemotiveerd betwist dat deze vlucht is geannuleerd en/of vertraagd. De passagiers hebben dit bij repliek niet weersproken. Hiermee is vast komen te staan dat vlucht EZY7402 tijdig is uitgevoerd. De conclusie is dan ook dat het verweer van de vervoerder slaagt en de vordering van de passagiers wordt afgewezen. De overige verweren behoeven derhalve geen bespreking.
5.3.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat deze ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 374,00 , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter