Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
[passagier sub 2] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 augustus 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de wettelijke rente over € 600,00 vanaf 8 augustus 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling, dan wel vanaf de datum vanaf betekening van deze dagvaarding, tot aan de dag der voldoening, te weten 7 september 2017;
- € 181,50 dan wel € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2017 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief, te weten € 108,90 (inclusief btw), en voor het overige afwijzen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 248,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;