ECLI:NL:RBNHO:2022:7042

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
22/3761
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening tegen evenementenvergunning voor openluchtbioscoop op landgoed Elswout

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 2 augustus 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van Stichting Bescherming Erfgoed Zuid-Kennemerland en Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen. Deze verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de evenementenvergunning die op 7 juli 2022 door de burgemeester van de gemeente Bloemendaal is verleend aan Bora Bora Producties voor het organiseren van de openluchtbioscoop 'Movies at Elswout' op 11, 12 en 13 augustus 2022. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij de belangen van de verzoekers en de vergunninghouder tegen elkaar heeft afgewogen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de evenementenvergunning is verleend op basis van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2022 (Apv 2022). De verzoekers hebben aangevoerd dat de vergunning zou leiden tot een ontoelaatbare verstoring van beschermde diersoorten, met name vleermuizen, die in het Natura 2000-gebied Zuid-Kennemerland voorkomen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de vergunning niet in strijd is met de natuurbeschermingswetgeving, omdat de evenementenvergunning geen omgevingsvergunning is zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de vof heeft toegezegd geen versterkt geluid te gebruiken en dat de burgemeester voornemens is om de eindtijd van het evenement te wijzigen naar 23:30 uur. Ondanks deze toezeggingen heeft de voorzieningenrechter geen aanleiding gezien om de evenementenvergunning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, waardoor de vof gebruik kan maken van de evenementenvergunning. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/3761
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 augustus 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
1.
Stichting Bescherming Erfgoed Zuid-Kennemerland, uit Bennebroek,
2.
Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen, uit Amsterdam,
verzoekers
gemachtigde: M. Roos, secretaris/bestuurslid van de eerstgenoemde verzoekster
en

de burgemeester van de gemeente Bloemendaal (verweerder)

gemachtigden: A. Jager en F.A.M. Boersma, beiden in dienst van de gemeente.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de vennootschap onder firma
Bora Bora Producties, uit Amsterdam (derde-partij; hierna: de vof)
gemachtigde: mr. W.M. Blaauw, advocaat te Haarlem.

Inleiding

In deze zaak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de aan de vof op grond van artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening Bloemendaal 2022 (Apv 2022) verleende evenementenvergunning voor het mogen organiseren en houden van Movies at Elswout (een openlucht-bioscoopvoorstelling) op landgoed Elswout in Overveen op 11, 12 en 13 augustus 2022, tussen 19.00 en 23.00 uur.
Verweerder heeft deze evenementenvergunning met het besluit van 7 juli 2022 verleend. Verzoekers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoekers, vergezeld van [naam 1] [functie] van de Stichting Natuurbelang Amsterdamse Waterleidingduinen, de gemachtigden van verweerder, de gemachtigde van de vof en [naam 2] , vennoot in de vof.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Ook weegt de voorzieningenrechter de belangen van verzoekers die pleiten voor het treffen van een voorlopige voorziening, en de belangen van verweerder en de vof die pleiten tegen het treffen daarvan, tegen elkaar af.
3. Het gaat in deze zaak om een evenementenvergunning die verweerder op grond van artikel 2:25 van de Apv 2022 aan de vof heeft verleend. De vof wil op drie avonden films in de openlucht vertonen op het landgoed Elswout nabij de koetshuizen op dat landgoed. Daar is een stuk grasland, omgeven door water. Op het landgoed, dat onderdeel is van Natura 2000 gebied Zuid-Kennemerland, komen beschermde diersoorten voor, waaronder vleermuizen, die met name de waterpartijen op het landgoed gebruiken om te foerageren en – mede – de koetshuizen om te verblijven. Een ecoloog van Staatsbosbeheer, de beheerder van het landgoed, heeft in juli 2022 een “Ecologische toetsing & kaders; Filmavond Elswout 2022” uitgebracht, die kan worden aangemerkt als een zogenaamde quick scan van de eventuele gevolgen van de voorstellingen voor het natuurgebied. Hij doet daarin ook aanbevelingen voor de uitvoering van het evenement om nadelige gevolgen voor beschermde dieren te voorkomen.
4. In artikel 1:8, eerste lid, onder a tot en met d, van de Apv 2022 zijn algemene weigeringsgronden opgenomen op grond waarvan verweerder een aanvraag om een evenementenvergunning kan weigeren. Voorts zijn in artikel 2:25, zevende lid, van de Apv 2022 nog bijzondere weigeringsgronden opgenomen. De grieven die verzoekers in hun bezwaarschrift en het verzoek om voorlopige voorziening hebben aangevoerd, zien uitsluitend op natuurbeschermingsbelangen. Zij voeren met name aan dat sprake zal zijn van een ontoelaatbare verstoring van beschermde dieren, met name enige soorten vleermuizen. Die gronden roepen de vraag op of sprake is van een zogenoemde aanhaakplicht, dat wil zeggen de vraag of ook een vergunning of ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) moet zijn aangevraagd of verkregen alvorens verweerder de evenementenvergunning mag verlenen. Een dergelijke aanhaakplicht is geregeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in verband met het daarop gebaseerde artikel 2.2aa van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Dat is niet het geval, omdat de evenementenvergunning op grond van de Apv 2022 niet een omgevingsvergunning is als bedoeld in de Wabo. Dit betekent dat verweerder niet gehouden was aan het college van gedeputeerde staten te vragen of er aanleiding was om de evenementenvergunning niet te verlenen op grond van natuurbelangen. Een toetsing aan dat natuurbeschermingskader, waarop de gronden van verzoekers nu juist zien, blijft in deze procedure daarom buiten beschouwing. Voor de vraag of er voor het evenement (ook) een vergunning en/of ontheffing nodig is op grond van de Wnb kunnen verzoekers zich wenden tot het college van gedeputeerde staten, zoals verzoekers op 20 juli 2022 door middel van een verzoek om handhaving ook hebben gedaan.
5. In artikel 1:8, eerste lid, onder d, van de Apv 2022 is nog wel bepaald dat een aanvraag om een vergunning kan worden geweigerd in het belang van het milieu, maar die weigeringsgrond ziet, zoals verweerder te zitting heeft toegelicht, op het beperken van overlast voor mensen en daarmee samenhangende openbare orde problemen. Milieubelangen in die bepaling zien dus op bescherming van milieubelangen van mensen, zoals geluidsoverlast. Daar gaan de grieven van verzoekers echter niet over, zodat verzoekers niet hebben onderbouwd dat verweerder de vergunning op die grond had kunnen weigeren, nog daargelaten of dat een belang zou zijn waar verzoekers voor kunnen opkomen.
5. Andere gronden die op grond van de Apv 2022 tot weigering van de vergunning zouden kunnen leiden, hebben verzoekers niet aangevoerd. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het oordeel dat de evenementenvergunning naar aanleiding van hun bezwaar niet in stand zal blijven.
6. In het kader van de belangenafweging weegt de voorzieningenrechter verder mee dat de vof ter zitting heeft toegezegd alsnog af te zien van het gebruik van versterkt geluid, zodat het belang waar verzoekers voor opkomen nog minder ernstig kan worden geschaad, dan aan hun stellingen ten grondslag ligt. Daarnaast heeft verweerder aangegeven voornemens te zijn een gewijzigde evenementenvergunning te verlenen waarin onder meer de eindtijd van het evenement wordt gewijzigd naar 23:30 uur, omdat die tijd beter past bij de duur van voorstellingen en de vof ook om die eindtijd had gevraagd, maar ook daarin ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om de evenementenvergunning thans te schorsen. De belangenafweging noopt niet tot een ander oordeel. Dat betekent dat de evenementenvergunning geldig blijft.

Conclusie en gevolgen

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de vof gebruik kan maken van de evenementenvergunning. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2022 door mr. R.H.M. Bruin, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.