ECLI:NL:RBNHO:2022:7036

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
9946067 BM VERZ 22-1961 + 9946072 MB VERZ 22-494 MVH
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van bewind en mentorschap in curatele voor kwetsbare dame met zorgbehoefte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot omzetting van bewind en mentorschap in curatele. De betrokkene, een kwetsbare en zorgbehoevende dame, woont in een ongeschikte woning samen met haar 40 jaar jongere vriend, die voor veel overlast zorgt. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende schriftelijke toelichtingen en het verzoekschrift dat op 17 juni 2022 is ingediend door Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V., de bewindvoerder en mentor van de betrokkene.

De procedure heeft plaatsgevonden op 2 augustus 2022, waarbij de kantonrechter de situatie van de betrokkene heeft beoordeeld. Eerder waren er al maatregelen getroffen, zoals het onder bewind stellen van de goederen van de betrokkene in 2019 en het instellen van mentorschap in 2021. De verzoeker en hulpverleners hebben aangevoerd dat de betrokkene niet in staat is om zelf beslissingen te nemen over haar gezondheid en financiën, en dat haar huidige woonsituatie gevaarlijk is.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om de nodige keuzes te maken en dat de huidige beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn gebleken. Gezien de ernst van de situatie, waarbij de betrokkene dreigt haar woning te verliezen en in gevaar komt door haar vriend, heeft de kantonrechter besloten om curatele uit te spreken. De bewindvoering en het mentorschap eindigen door de ondercuratelestelling. De curator is benoemd tot Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V., en de jaarbeloning van de curator is vastgesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 9946067 BM VERZ 22-1961 MVH
9946072 MB VERZ 22-494
Uitspraakdatum: 5 augustus 2022
BM-nummer: 61094
MP-nummer: 6611
Beschikking van de kantonrechter op een verzoek tot omzetting van bewind en mentorschap in curatele
op verzoek van

Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V. (bewindvoerder)

gevestigd te Zaandam,
hierna ook te noemen verzoeker,
met betrekking tot

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] , [land] , op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna te noemen betrokkene.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 17 juni 2022
  • de bereidverklaring(en) van de voorgestelde curator
  • een schriftelijke toelichting van [naam 1] , regisseur Sociaal Wijkteam Zaandam
Noord-Kogerveld;
- een schriftelijke toelichting van [naam 2] , persoonlijk begeleider Leviaan.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 augustus 2022.

De beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter te Zaanstad d.d. 9 mei 2019 zijn de goederen van betrokkene onder bewind gesteld en bij beschikking van de kantonrechter te Zaanstad d.d. 19 mei 2021 is mentorschap ingesteld. Nu is Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V. bewindvoerder en mentor.
Het verzoek strekt tot het omzetten van bewind en mentorschap in curatele.
Verzoeker alsmede mevr. [naam 1] (Sociaal Wijkteam) en mevr. [naam 2] (Leviaan) hebben aangevoerd dat betrokkene een kwetsbare, afhankelijke en zorgbehoevende dame is en geen beslissingen (meer) kan nemen ten aanzien van haar gezondheid en financiën. Betrokkene is met regelmaat verward, vergeetachtig en beïnvloedbaar.
Betrokkene woont in een voor haar ongeschikte woning. Betrokkene woont in een eengezinswoning met trap. Zij kan door haar lichamelijke gesteldheid nauwelijks meer traplopen waardoor de situatie gevaarlijk is. Betrokkene is incontinent en als zij ’s nachts moet plassen doet zij dat in bed omdat zij de toilet niet kan bereiken. De woning kan niet middels aanpassingen geschikt worden gemaakt. Verder staat de woning vol met spullen en is de woning vervuild, ondanks de huishoudelijke hulp en de begeleiding.
Betrokkene woont samen met haar vriend die 40 jaar jonger is en die voor veel overlast zorgt in de buurt en de woning vervuilt. De overlast bestaat uit geschreeuw, ruzie en seksueel grensoverschrijdend gedrag richting hulpverleners, buurtbewoners en, naar wordt vermoed, ook betrokkene. Er zijn veel klachten binnengekomen bij de woningcorporatie Parteon, waardoor een vrijwillige gedragsaanwijzing is ondertekend waarin staat dat betrokkene haar vriend niet meer mag toelaten in de woning. Het niet naleven van de gedragsaanwijzing kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. Ondanks deze aanwijzing laat betrokkene haar vriend in de woning verblijven. De woningcorporatie heeft nu wederom aangegeven de huurovereenkomst te willen beëindigen. Betrokkene kan verhuizen naar een aanleunwoning, hiervoor is een urgentieverklaring afgegeven, maar betrokkene is niet bereid mee te werken aan benodigde stappen om te komen tot een verhuizing, omdat zij niet samen met haar vriend in een aanleunwoning voor ouderen mag gaan wonen. Thans loopt betrokkene het risico haar woning te verliezen zonder dat er een alternatief is voor haar. Dit geldt niet voor de vriend van betrokkene. De vriend van betrokkene heeft een woonrecht bij Leviaan. Betrokkene kan niet samen met de vriend bij Leviaan wonen.
Betrokkene is van mening dat de overlast door haar vriend wel meevalt en dat de klachten die er over hem zijn voornamelijk aan discriminatie te relateren zijn, en overlast die hij pleegt er mee te maken heeft dat hij een ellendige jeugd heeft gehad. Met haar maakt hij nooit ruzie. Betrokkene is bang dat als zij moet verhuizen zonder haar vriend, zij eenzaam zal sterven.
De ter zitting aanwezige hulpverleners geven aan dat ook de vriend van betrokkene zorg nodig heeft en dat hij inderdaad veel voor betrokkene doet, maar dat het hem eigenlijk ook boven zijn hoofd is gegroeid. Zij zouden graag zien dat betrokkene en haar vriend bij elkaar in de buurt kunnen wonen. Garanties zijn er echter niet te geven. De situatie zoals die nu is vereist dat wordt ingegrepen, hoezeer de angst van betrokkene om te vereenzamen ook te begrijpen valt.
Gelet op de stukken en de genoemde feiten en omstandigheden acht de kantonrechter de geuite zorgen dermate ernstig en acuut om curatele uit te spreken. Immers betrokkene is een oudere en kwetsbare vrouw die haar woning dreigt te verliezen en op straat dreigt te komen doordat zij zelf niet in staat is de nodige keuzes te maken met betrekking tot haar leefsituatie en doordat zij onvoldoende kan opkomen tegen haar vriend. Hierdoor brengt zichzelf en ook haar hulpverleners in gevaar. Bewind en mentorschap hebben haar onvoldoende bescherming kunnen bieden, zodat thans de meest vergaande beschermingsmaatregel dient te worden ingezet.
Op grond van artikelen 1:449, eerste lid BW en 1:461 eerste lid BW eindigen het bewind en mentorschap door de ondercuratelestelling van betrokkene.

De beslissing

De kantonrechter
Stelt
[betrokkene]onder curatele wegens een lichamelijke / geestelijke toestand;
benoemt tot curator: Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V., Kvkno. 75051095, Nicolaes Maesstraat 2 Unit 114, 1506LB Zaandam;
stelt de jaarbeloning van de curator vast overeenkomstig artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
stelt de beloning van de curator voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van
€ 75,00 (exclusief btw) (€ 1.054 -/- (€ 533 + 446)).
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).