In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 augustus 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot omzetting van bewind en mentorschap in curatele. De betrokkene, een kwetsbare en zorgbehoevende dame, woont in een ongeschikte woning samen met haar 40 jaar jongere vriend, die voor veel overlast zorgt. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende schriftelijke toelichtingen en het verzoekschrift dat op 17 juni 2022 is ingediend door Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V., de bewindvoerder en mentor van de betrokkene.
De procedure heeft plaatsgevonden op 2 augustus 2022, waarbij de kantonrechter de situatie van de betrokkene heeft beoordeeld. Eerder waren er al maatregelen getroffen, zoals het onder bewind stellen van de goederen van de betrokkene in 2019 en het instellen van mentorschap in 2021. De verzoeker en hulpverleners hebben aangevoerd dat de betrokkene niet in staat is om zelf beslissingen te nemen over haar gezondheid en financiën, en dat haar huidige woonsituatie gevaarlijk is.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om de nodige keuzes te maken en dat de huidige beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn gebleken. Gezien de ernst van de situatie, waarbij de betrokkene dreigt haar woning te verliezen en in gevaar komt door haar vriend, heeft de kantonrechter besloten om curatele uit te spreken. De bewindvoering en het mentorschap eindigen door de ondercuratelestelling. De curator is benoemd tot Koning Bewindvoering en Budgetbeheer B.V., en de jaarbeloning van de curator is vastgesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.