ECLI:NL:RBNHO:2022:7013

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
HAA 22/2365
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake Wob-verzoek en niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. van Duijn, beroep ingesteld tegen Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. De zaak betreft een verzoek om documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), dat door verweerder deels is toegewezen. Eiseres heeft op 12 mei 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op haar bezwaar tegen het besluit van 15 oktober 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet binnen de wettelijk gestelde termijn heeft beslist op het bezwaarschrift van eiseres, dat op 25 november 2021 was ingediend. Eiseres heeft verweerder op 21 april 2022 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft geen besluit genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 22/2365

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 augustus 2022 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. M. van Duijn),
en
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, verweerder.

Inleiding

Bij beslissing van 15 oktober 2021 heeft verweerder het door eiseres ingediende verzoek van 9 augustus 2021 om op grond van de Wob [1] documenten te verstrekken deels toegewezen.
Eiseres heeft op 12 mei 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op haar bezwaar gericht tegen het besluit van verweerder van 15 oktober 2021.
Verweerder heeft op 2 juni 2022 een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Awb [2] in deze zaak niet nodig is.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.
3. Eiseres heeft het bezwaarschrift ingediend op 25 november 2021. Verweerder moet blijkens zijn brief van 15 februari 2022 binnen twaalf weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn voorbij is. Verweerder heeft de beslistermijn op 15 februari 2022 verdaagd tot 1 april 2022. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is voorbij.
4. Eiseres heeft verweerder op 21 april 2022 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
5. Verweerder heeft in zijn verweerschrift van 2 juni 2022 aangegeven dat de behandeling van de zaak door omstandigheden op zich heeft laten wachten. Verweerder streeft ernaar de beslissing op bezwaar binnen acht weken naar eiseres toe te sturen.
6. Omdat verweerder, voor zover bij de rechtbank bekend, nog steeds geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Op grond van artikel 8:55, eerste lid, van de Awb moet verweerder dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak.
7. De rechtbank bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.
8. Het beroep is kennelijk gegrond.
9. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
10. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 1.0 punt op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,-), bij een wegingsfactor 1/2. Toegekend wordt € 379,50.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Wet openbaarheid van bestuur
2.Algemene wet bestuursrecht