ECLI:NL:RBNHO:2022:69

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 januari 2022
Publicatiedatum
7 januari 2022
Zaaknummer
9474058 en 9474071
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van bewind ondanks aanwezigheid van gronden voor bewindvoering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 januari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot opheffing van het bewind dat op 13 augustus 2021 was ingesteld over de goederen van betrokkenen, [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Het verzoek tot opheffing werd ingediend omdat betrokkenen van mening waren dat er geen zinvolle uitvoering van het bewind meer mogelijk was. Betrokkenen, die beiden een baan hebben en geen schulden zouden hebben, voerden aan dat zij onder druk waren gezet om het bewind te accepteren en dat zij nu in een stabiele situatie verkeerden. De bewindvoerder, Van Amerongen Bewindvoering B.V., stelde echter dat er nog steeds sprake was van schulden en dat betrokkenen niet meewerkten aan de uitvoering van het bewind.

Tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2021 werd duidelijk dat betrokkenen niet alle benodigde informatie over hun financiële situatie verstrekten en dat er nog steeds onduidelijkheid bestond over hun schuldenlast. De kantonrechter overwoog dat, hoewel de noodzaak van het bewind niet was komen te vervallen, de omstandigheden zodanig waren dat er geen zinvolle uitvoering aan het bewind kon worden gegeven. De kantonrechter besloot daarom het bewind op te heffen, met ingang van twee weken na de uitspraak.

De beslissing van de kantonrechter hield ook in dat de bewindvoerder recht had op een vergoeding voor haar werkzaamheden, die werd vastgesteld op € 264,00 (exclusief btw). Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 9474058 BM VERZ 21-2205 GS
9474071 BM VERZ 21-2206
Uitspraakdatum: 6 januari 2022

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[betrokkene 1] ,
geboren te [geboorteplaats 1] , [land] , op [geboortedatum] ,
en
[betrokkene 2] ,
geboren te [geboorteplaats 2] , [land 2] , op [geboortedatum] ,
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkenen,
van wie de bewindvoerder is:
Van Amerongen Bewindvoering B.V.,
gevestigd te Alkmaar.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 1 oktober 2021;
  • de brief van betrokkenen, ingekomen op 11 oktober 2021;
  • het verweer van de bewindvoerder, ingekomen op 20 oktober 2021;
  • de reacties van betrokkenen, ingekomen op 2 november 2021, 9 november 2021 en 25 november 2021;
  • de e-mailberichten van betrokkenen, ingekomen op 6 december 2021, 20 december 2021 en 21 december 2021;
  • het e-mailbericht van de bewindvoerder, ingekomen op 7 december 2021.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 21 december 2021.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 13 augustus 2021 ingestelde bewind over de goederen die aan betrokkenen (zullen) toebehoren.
Betrokkenen hebben het verzoek, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. Het verzoek tot onderbewindstelling is in gang gezet door dnoDoen en de gemeente Alkmaar. Betrokkenen zijn bij het verzoek tot onderbewindstelling onder druk gezet, omdat zij hun woning niet wilden verliezen. De woningbouwvereniging heeft later verteld dat onderbewindstelling niet noodzakelijk is voor het behoud van hun woning. Betrokkenen hebben een huurwoning gekregen vanwege de allergie van hun zoon en niet vanwege onderbewindstelling. De huur wordt netjes betaald en betrokkenen hebben geen schulden. Er loopt alleen een betalingsregeling van € 75,- per maand bij de gemeente. Betrokkenen hebben allebei een baan. De heer heeft een arbeidsovereenkomst voor drie jaar. De bewindvoerder correspondeert in het Nederlands terwijl betrokkenen meerdere malen hebben verzocht in het Engels te corresponderen. De bewindvoerder is telefonisch zeer slecht te bereiken. Betrokkenen krijgen € 80 leefgeld per week, terwijl zij een huishouden hebben van vijf personen. Zij lijden aan stress en depressie door de gang van zaken. Zij zijn voorgelogen dat zij hun huis zouden verliezen als zij geen verzoek tot onderbewindstelling zouden doen. Betrokkenen betalen zelf de kosten van het bewind en verzoeken dat die door de bewindvoerder worden terugbetaald.
De bewindvoerder heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat aan betrokkenen duidelijk is uitgelegd wat het bewind inhoudt en wat de werkwijze van de bewindvoerder is. De schuldenlast bedraagt nog € 4.428. De trajectbegeleider van dnoDoen heeft verklaard dat opheffing geen goed idee is. Bewind was destijds een harde eis van de woningbouwvereniging om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. Er worden nog te veel ad hoc beslissingen genomen en de schulden zijn nog niet afbetaald. Betrokkenen werken niet mee aan de uitvoering van het bewind en verstrekken geen loonstroken aan de bewindvoerder. De heer [betrokkene 1] krijgt een deel van zijn inkomen contant. Het is voor de bewindvoerder niet langer werkbaar. De heer heeft gemaild dat de huur en de zorgverzekering niet zijn betaald, terwijl uit de bijlage die hij zelf heeft meegestuurd blijkt dat die wel zijn betaald.
De kantonrechter overweegt als volgt. Uit de schriftelijke verklaring van dnoDoen is gebleken dat betrokkenen ruim 1,5 jaar hebben verbleven in de maatschappelijke opvang. Er was sprake van schulden en betrokkenen stonden onvoldoende lang ingeschreven om in aanmerking te komen voor een zelfstandige huurwoning. Betrokkenen hadden urgentie gekregen, maar vanwege de huurschuld die zij hadden opgebouwd kon dnoDoen geen goede verhuurdersverklaring afgeven. Betrokkenen hebben uiteindelijk toch een sociale huurwoning toegewezen gekregen toen de huurachterstand was opgelost dankzij een lening van Halte Werk die in termijnen moet worden terugbetaald. Daarnaast was de door de woningbouwvereniging de harde eis gesteld dat de goederen van betrokkenen onder bewind zouden worden gesteld. Betrokkenen zijn hiermee akkoord gegaan. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de noodzaak van het bewind niet is komen te vervallen. Het bewind loopt nog maar zeer kort en er is nog steeds sprake van schulden. De situatie is nog niet stabiel. Betrokkenen hebben er daarnaast geen blijk van gegeven dat zij inzicht hebben in hun financiële situatie. Zij hebben meerdere keren verklaard dat zij geen schulden hebben, terwijl dat wel het geval is. Daarnaast heeft de heer [betrokkene 1] aangegeven dat de huur en de zorgverzekering niet zijn betaald, terwijl uit de bijlage die hij zelf heeft meegestuurd blijkt dat het tegendeel waar is.
Ondanks dat naar het oordeel van de kantonrechter de noodzaak van het bewind niet is komen te vervallen, zal de kantonrechter het bewind opheffen, omdat onder de gegeven omstandigheden geen zinvolle uitvoering kan worden gegeven aan het bewind. De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat betrokkenen geen gegevens over hun inkomsten verstrekken aan de bewindvoerder, hun salaris achterhouden en onbehoorlijk zijn in hun communicatie jegens de bewindvoerder. Zij eisen onder meer dat de bewindvoerder in het Engels communiceert, terwijl uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat betrokkenen dat ook in het Nederlands kunnen. Betrokkenen zetten de bewindvoerder in kwaad daglicht door de bewindvoerder van allerlei dingen te beschuldigen en dat door te sturen naar de rechtbank en de Ombudsman. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen enkele reden die het rechtvaardigt dat de bewindvoerder (een deel van) haar vergoeding zou moeten terugbetalen. De bewindvoerder voert haar taken naar behoren uit en heeft zeer veel werk aan het dossier.
De beslissing luidt derhalve als volgt.

beslissing

De kantonrechter:
  • heft op, met ingang van twee weken na heden, het bij beschikking van 13 augustus 2021 ingestelde bewind over de goederen toebehorende aan [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ;
  • wijst af het meer of anders verzochte;
  • stelt vast dat de beloning die de bewindvoerder eenmalig voor de werkzaamheden betreffende het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen (thans) € 264,00 (exclusief btw) bedraagt;
  • verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).