Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 17 april 2021 tot en met 1 december 2021 te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH), althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 4] en/of [benadeelde 3] en/of hun kinderen, door - die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] te bellen en/of te mailen en/of - langs de woning van die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] te rijden en/of voor de woning van die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] te staan en/of; - zich op te houden in de omgeving van de school van de kinderen van die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] en/of hun kinderen aan te spreken en/of; - berichten en/of foto's te plaatsen op sociaal media over/van die [benadeelde 3] en/of haar kinderen en/of; - contact te zoeken met de ouders van die [benadeelde 4] ; met het oogmerk die [benadeelde 4] en/of die [benadeelde 3] en/of hun kinderen, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.2.zij op of omstreeks 29 augustus 2021 te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH) [benadeelde 1] en/of haar kinderen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een auto op hoge snelheid op/in de richting van de auto van die [benadeelde 1] (met daarin de kinderen van die [benadeelde 1] ) (af) te rijden en/of pas weg te sturen en/of haar, verdachtes, auto van richting te veranderen als zij op korte afstand de auto van die [benadeelde 1] is genaderd en/of (vervolgens) op hoge snelheid de straat uit te rijden;
zij, in of omstreeks de periode van 22 november 2018 tot en met 16 april 2021 te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH), in elk geval in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 3] , door
- die [benadeelde 3] te bellen en/of te mailen en/of
- brieven en/of kaarten te sturen aan die [benadeelde 3] en/of
- een plant en/of een enveloppe met geld bij de woning van die [benadeelde 3] af te leveren en/of
- langs de woning van die [benadeelde 3] te rijden en/of voor de woning van die [benadeelde 3] te staan en/of
- de schoonouders en de man van die [benadeelde 3] te bellen en/of te mailen en/of
- langs de woning te gaan van de schoonouders van die [benadeelde 3] en/of
- de man en kinderen van die [benadeelde 3] te volgen in de supermarkt en/of
- zich op te houden in de omgeving van de school van de kinderen van die [benadeelde 3] met het oogmerk die [benadeelde 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
zij, in of omstreeks de periode van 29 april 2021 tot en met 30 april 2021 te Schagen en/of Egmond-Binnen, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 23 april 2021 gegeven door de officier van justitie te Noord-Holland kort weergegeven inhoudende dat zij, verdachte, zich zou onthouden van contact met (onder andere) haar dochter [benadeelde 3] door meerder keren, in elk geval één keer, te bellen naar die [benadeelde 3] ;
2. Voorvragen
Standpunten van partijen
4.Bewijs
zij in de periode 17 april 2021 tot en met 1 december 2021 te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH), althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 4] en [benadeelde 3] en hun kinderen, door
zij op 29 augustus 2021 te Egmond-Binnen, gemeente Bergen (NH) [benadeelde 1] heeft bedreigd met zware mishandeling, door met een auto in de richting van die [benadeelde 1] te rijden en pas weg te sturen als zij op korte afstand die [benadeelde 1] is genaderd;
zij in de periode van 22 november 2018 tot en met 16 april 2021 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde 3] , door
- die [benadeelde 3] te bellen en te mailen en
- brieven en kaarten te sturen aan die [benadeelde 3] en
- een plant en een enveloppe met geld bij de woning van die [benadeelde 3] af te leveren en
- langs de woning van die [benadeelde 3] te rijden en voor de woning van die [benadeelde 3] te staan en
- de schoonouders en de man van die [benadeelde 3] te bellen en te mailen en
- langs de woning te gaan van de schoonouders van die [benadeelde 3] en
- de man en kinderen van die [benadeelde 3] te volgen in de supermarkt en
- zich op te houden in de omgeving van de school van de kinderen van die [benadeelde 3] ,
zij, in de periode van 29 april 2021 tot en met 30 april 2021 te Schagen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 23 april 2021 gegeven door de officier van justitie te Noord-Holland kort weergegeven inhoudende dat zij, verdachte, zich zou onthouden van contact met (onder andere) haar dochter [benadeelde 3] door meerdere keren te bellen naar die [benadeelde 3] ;
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
- een Pro Justitia rapportage van psychiater [deskundige 1] van 4 maart 2022;
- een Pro Justitia rapportage van psycholoog [deskundige 2] van 9 maart 2022.
7.Sanctie
8.Vordering benadeelde partij [benadeelde 1]
9.Vordering benadeelde partij [benadeelde 2] en schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[benadeelde 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 357,34 (driehonderdzevenenvijftig euro en vierendertig cent), bestaande uit € 7,34 als vergoeding voor de materiële en € 350,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[benadeelde 2]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 357,34 (driehonderdzevenenvijftig euro en vierendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[benadeelde 1]niet ontvankelijk in de vordering.