ECLI:NL:RBNHO:2022:6715

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
9661475
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur vakantiewoning en annulering door coronamaatregelen; beoordeling van bedingen in algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Duitse eiseres en een Nederlandse gedaagde over de annulering van een huurcontract voor een vakantiewoning. De eiseres had op 18 oktober 2019 een vakantiewoning geboekt voor de periode van 6 tot en met 10 april 2020. Door de coronamaatregelen heeft de eiseres op 17 maart 2020 de boeking geannuleerd. De gedaagde heeft een deel van de kosten terugbetaald, maar weigerde de huurprijs van € 295,00 terug te betalen, omdat de annulering binnen dertig dagen voor de huurperiode plaatsvond, wat volgens de algemene voorwaarden geen recht op restitutie gaf.

De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en terugbetaling van de huurprijs, stellende dat de coronamaatregelen onvoorziene omstandigheden vormden die ontbinding rechtvaardigden. De gedaagde betwistte dit en voerde aan dat de overeenkomst niet ontbonden was en dat de annulering niet op grond van onvoorziene omstandigheden kon worden ingeroepen. De kantonrechter oordeelde dat de coronamaatregelen de uitvoering van de overeenkomst niet onmogelijk maakten en dat de gedaagde voldoende alternatieven had geboden aan de eiseres.

De kantonrechter concludeerde dat het beding in de algemene voorwaarden, dat geen restitutie bij annulering binnen dertig dagen bood, niet oneerlijk of onredelijk bezwarend was. De vordering van de eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op nihil werden vastgesteld. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor consumenten om zich bewust te zijn van de voorwaarden in huurovereenkomsten, vooral in het licht van onvoorziene omstandigheden zoals de coronapandemie.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9661475 \ CV EXPL 22-580
Uitspraakdatum: 10 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats 1] (Duitsland)
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. P.D. Bosma
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 14 januari 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[eiseres] heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 18 oktober 2019 een vakantiewoning geboekt bij [gedaagde] voor de periode 6 tot en met 10 april voor € 438,50. Dit bedrag bestaat uit een huurprijs van
€ 295,00 en overige kosten (toeristenbelasting, hondenbelasting, schoonmaakkosten en borg) van € 143,50.
2.2.
Op 17 maart 2020 heeft [eiseres] aan [gedaagde] laten weten dat zij zich genoodzaakt zag af te zien van haar vakantie en de huur van de vakantiewoning vanwege de coronapandemie en -maatregelen.
2.3.
[gedaagde] heeft € 143,50 terugbetaald aan [eiseres] .

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter primair voor recht verklaart dat de huurovereenkomst is ontbonden en subsidiair de huurovereenkomst ontbindt, alsmede dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 295,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2020, en tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 53,54.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. [eiseres] heeft de overeenkomst op 23 maart 2020 ontbonden wegens onvoorziene omstandigheden als gevolg van de coronacrisis. Als gevolg van de coronacrisis werd door overheden dringend afgeraden naar het buitenland te reizen en vond [eiseres] het niet verantwoord om naar Nederland op vakantie te gaan. Zij heeft daarom de boeking geannuleerd. Aangezien de annulering lag in omstandigheden die buiten de macht van [eiseres] lagen, was zij in de veronderstelling dat zij het betaalde bedrag zou terugkrijgen. Bij het aangaan van de overeenkomst was de verwachting dat zij met haar gezin een korte vakantie kon vieren in een omgeving met mogelijkheden voor diverse culturele uitstapjes. Vanwege de door overheden opgelegde beperkingen in verband met corona, zoals de sluiting van horeca en musea en quarantaineregels, bleek dat echter niet meer mogelijk. Onder deze omstandigheden mag [gedaagde] ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet verwachten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat [eiseres] de overeenkomst heeft geannuleerd en niet ontbonden op grond van onvoorziene omstandigheden. [eiseres] kan zich daar achteraf niet op beroepen. Als binnen dertig dagen voor aankomst wordt geannuleerd, bestaat op grond van de algemene voorwaarden geen recht op restitutie van de huurprijs. Het was mogelijk gebruik te maken van het vakantiehuisje, er was geen reisverbod of inreisbeperking, de winkels waren open, veel uitstapjes waren mogelijk op Texel, restaurants bezorgden maaltijden of hadden afhaalpunten en het was veilig gelet op de lage besmettingsgraad op Texel en de reis per auto.

5.De beoordelingRechtsmacht en toepasselijk recht

5.1.
[eiseres] woont in Duitsland en [gedaagde] in Nederland, zodat de zaak een internationaal karakter heeft en ambtshalve moet worden beoordeeld of de Nederlandse rechter bevoegd is en welk recht op het geschil van toepassing is. Op grond van een in de toepasselijke algemene voorwaarden opgenomen forumkeuzebeding heeft de kantonrechter rechtsmacht en is op het geschil Nederlands recht van toepassing is.
Vernietiging beding algemene voorwaarden
5.2.
[gedaagde] heeft onder verwijzing naar de annuleringsregeling in haar algemene voorwaarden de huurprijs niet terugbetaald aan [eiseres] . Op grond van deze algemene voorwaarden is [gedaagde] daartoe gerechtigd als binnen dertig dagen voor aanvang van de huurperiode wordt geannuleerd. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat dit een oneerlijk dan wel een onredelijk bezwarend beding is.
5.3.
Op grond van Europees consumentenrecht wordt een beding als oneerlijk beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. [1] Een beding kan als oneerlijk worden aangemerkt als deze is opgenomen in een indicatieve lijst met bedingen (de blauwe lijst). [2] De Nederlandse rechter moet dit (onder andere) beoordelen via de open norm die in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen over de vernietigbaarheid van een beding in algemene voorwaarden [3] en in het bijzonder via de bedingen die op grond van de wet als onredelijk bezwarend worden aangemerkt (zwarte lijst) [4] of worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn (grijze lijst) [5] . Op grond van de open norm is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar als het onredelijk bezwarend is, gelet op de aard en overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen en de overige omstandigheden van het geval.
5.4.
Het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden van [gedaagde] is een beding dat voorkomt op de hiervoor genoemde blauwe lijst. Het beding staat [gedaagde] namelijk toe om door [eiseres] betaalde bedragen te behouden na annulering van de boeking door [eiseres] , terwijl niet is gebleken dat [eiseres] recht heeft op een gelijkwaardig bedrag aan schadevergoeding als [gedaagde] de boeking annuleert. [6] Dat het beding voorkomt op de blauwe lijst, is een indicatie dat het beding als oneerlijk kan worden aangemerkt. Het beding komt ook voor op de grijze lijst [7] , zodat het wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn.
5.5.
Hoewel wordt vermoed dat het beding onredelijk bezwarend is, heeft [gedaagde] dat vermoeden met de door haar aan de orde gestelde feiten en omstandigheden weerlegd. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een beding dat het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Daartoe is redengevend dat het annuleringsbeding de mogelijkheid biedt tot dertig dagen voor aanvang kosteloos te annuleren, [eiseres] kort voor aanvang heeft geannuleerd, [gedaagde] een natuurlijk persoon is die kleinschalig verhuurt, aannemelijk is dat het bedrag een redelijke vergoeding is voor het door [gedaagde] geleden verlies of de gederfde winst en [eiseres] (blijkbaar) niet heeft gekozen voor een annuleringsverzekering, althans daar niets over heeft aangevoerd. De conclusie is dat het annuleringsbeding uit de algemene voorwaarden niet wordt vernietigd en dus in beginsel van toepassing is.
5.6.
[eiseres] stelt zich ook op het standpunt dat toepassing van het annuleringsbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De kantonrechter volgt [eiseres] hierin niet. Hiervoor is al geoordeeld dat geen sprake is van een oneerlijk of onredelijk bezwarend beding. Het is aan [eiseres] te onderbouwen waarom het beding desondanks naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat heeft zij niet gedaan. Het beding is daarom van toepassing.
Ontbinding overeenkomst
5.7.
[gedaagde] betwist dat [eiseres] de overeenkomst heeft ontbonden. De vraag of de e-mail van [eiseres] van 23 maart 2020 zo moet worden begrepen dat zij de overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden heeft ontbonden kan in het midden blijven, aangezien in deze procedure ook ontbinding wordt gevorderd. Niet in geschil is dat van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] geen sprake is; [eiseres] legt onvoorziene omstandigheden aan de gevorderde ontbinding ten grondslag. De vraag die voorligt is of het beroep van [eiseres] op onvoorziene omstandigheden slaagt.
5.8.
De rechter kan op vordering van een partij de gevolgen van een overeenkomst ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. [8] De rechter moet bij de toets of er sprake is van onvoorziene omstandigheden, in verband met het uitgangspunt dat afspraken bindend zijn, terughoudend zijn.
5.9.
De kantonrechter is met [gedaagde] van oordeel dat de coronamaatregelen de uitvoering van de overeenkomst door [gedaagde] niet (deels) onmogelijk hebben gemaakt. In maart en april 2020 brachten de toen geldende coronamaatregelen mee dat zoveel mogelijk thuis moest worden gebleven, sociale activiteiten en groepen mensen moesten worden vermeden en dat minimaal 1,5 meter afstand moest worden gehouden. Vakantiewoningen mochten echter wel worden verhuurd en vanuit Duitsland gold geen inreisverbod om naar Nederland te reizen. Weliswaar gold het dringende advies van de overheid dat verhuur van vakantiewoningen alleen gebeurde aan één huishouden of maximaal 4 personen uit verschillende huishoudens, maar dat vormde voor [eiseres] die daar met haar gezin zou verblijven geen belemmering. Met deze maatregelen en adviezen in onderlinge samenhang bezien was nakoming van de overeenkomst dan ook niet onmogelijk. Wel is voorstelbaar dat [eiseres] als gevolg van de onzekerheid en quarantaineregels ervoor heeft gekozen af te zien van de reis. Maar [gedaagde] heeft twee oplossingen geboden, namelijk de boeking te verplaatsen naar januari 2021 of een nieuwe boeking in april 2021 met een korting van 25 %. Op dat aanbod is [eiseres] niet ingegaan. [gedaagde] heeft met dit aanbod in de gegeven omstandigheden dat nakoming van de overeenkomst nog mogelijk was een redelijk en evenwichtig alternatief geboden en is voldoende tegemoet gekomen aan de belangen van [eiseres] . Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan (een aanbod tot) verdergaande wijziging van de gevolgen van de overeenkomst niet van [gedaagde] worden verwacht. In het bijzonder kan niet worden verlangd dat zij de huurprijs terugbetaalt.
5.10.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] zal afwijzen.
5.11.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt. De door [gedaagde] gevorderde vergoeding van de kosten voor juridisch advies worden als niet onderbouwd afgewezen. Omdat verder niet is gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, zullen de proceskosten worden begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 3 van de richtlijn 93/13/EEG.
2.Artikel 3 lid 3 van de richtlijn 93/13/EEG.
3.Artikel 6:233 sub a BW.
4.Artikel 6:236 BW.
5.Artikel 6:237 BW.
6.Bijlage bij de richtlijn, sub d.
7.Artikel 6:237 onder i BW.
8.Artikel 6:258 lid 1 BW.