Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Verweer en zelfstandig verzoek
5.De beoordeling
6.De beslissing
9 september 2022 PRO FORMA.
9 juni 2022.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de moeder en de vader van een minderjarige. De moeder, wonende in België, heeft verzocht om mede belast te worden met het gezag over hun kind, omdat de vader in 2017 de rechtbank verkeerd heeft voorgelicht. De vader had destijds gesteld dat de moeder in het buitenland verbleef en niet op de hoogte was van zijn verzoek om eenhoofdig gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader onjuiste informatie heeft verstrekt en dat de moeder wel degelijk betrokken had moeten worden bij de beslissing. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen en bepaald dat zij gezamenlijk met de vader het gezag over de minderjarige uitoefenen. Tevens is er overeenstemming bereikt dat partijen via mediation zullen proberen tot afspraken te komen over de omgangsregeling. De beslissing over de omgangs- en informatieregeling is aangehouden tot de resultaten van de mediation bekend zijn. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de advocaten van partijen verzocht om de rechtbank te informeren over de voortgang van de mediation.