In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 juni 2022, gaat het om een beroep van eisers tegen een besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Holland inzake planschade. Eisers, eigenaren van een onroerende zaak nabij de Westfrisiaweg, hebben een aanvraag ingediend voor tegemoetkoming in planschade als gevolg van het inpassingsplan Westfrisiaweg. In het primaire besluit van 23 juli 2018 werd hen een tegemoetkoming van € 33.800,- toegekend, maar na bezwaar werd dit bedrag herzien naar € 9.000,-. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, wat leidde tot een heropening van het onderzoek door de rechtbank en de benoeming van de Stichting advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (STAB) als deskundige.
De STAB heeft op 15 juli 2021 een advies uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat de planschade voor eisers € 110.000,- bedraagt, na aftrek van het normaal maatschappelijk risico van 2% resteert een bedrag van € 94.000,-. De rechtbank heeft het advies van de STAB gevolgd en het bestreden besluit vernietigd voor wat betreft de hoogte van de toegekende planschade. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder aan eisers een tegemoetkoming in planschade van € 94.000,- moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is het griffierecht vergoed en zijn de proceskosten toegewezen aan eisers. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.