ECLI:NL:RBNHO:2022:6600

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
15/335285-21 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens poging tot voorhanden krijgen van een Glock en munitie en voorhanden hebben van verboden wapens

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere wapengerelateerde misdrijven. De verdachte werd beschuldigd van het proberen te kopen van een Glock 9mm vuurwapen en vijftig stuks munitie, evenals het voorhanden hebben van verschillende verboden wapens, waaronder luchtdrukwapens, gasdrukwapens, elektrische stroomstootwapens, en diverse soorten messen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 2 tot en met 14 december 2021 in Nederland handelingen heeft verricht die gericht waren op de aankoop van een vuurwapen, en dat hij op 14 december 2021 in Velsen-Noord verschillende wapens voorhanden had. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 250 dagen, waarvan 91 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen wapens onttrokken worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit van deze wapens in strijd is met de wet en het algemeen belang. De rechtbank heeft de verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling, om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/335285-21 (P)
Uitspraakdatum: 18 juli 2022
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
4 juli 2022 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L. Rienks en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2021 tot en met 14 december 2021 te Velsen-Zuid, gemeente Velsen en/of te Oostzaan, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem verdachte, voorgenomen misdrijf om (een) wapen, als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten weten een vuurwapen, een Glock 9mm en/of vijftig stuks munitie ,als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, voorhanden te krijgen,
- een of meer e-mailbericht(en) heeft gestuurd over de koop en/of afname van een wapen en/of van de munitie en/of
- met de verkoper een afspraak heeft gemaakt over de aankoop en/of verkoop van een wapen en/of munitie en/of
- met de verkoper per e-mail een overeenkomst heeft gesloten om voor 1800 euro een wapen en/of munitie te kopen en/of
- ter overdracht van het wapen en/of de munitie op 14 december 2021 is verschenen, (met een contant geldbedrag van ongeveer 1800 euro) op een afspraak met de verkoper en/of
-(tijdens) het gesprek met de verkoper het contante geld heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer luchtdrukwapens en/of gasdrukwapens (met bevestigd aan de loop een pepperspraybus) en/of een of meer pepperspraybusje(s), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer elektrisch(e) stroomstootwapen(s), zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord, in elk geval in Nederland, een of meerdere wapen(s), van categorie I, onder 1° of 3°, te weten een of meer werpster(ren) en/of een boksbeugelmes en/of een of meerdere valmes(sen) en/of een of meerdere stiletto(‘s) en/of een vlindermes voorhanden heeft gehad en/of heeft gedragen;
5.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord, in elk geval in Nederland een wapen van categorie I, onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten een of meerdere opvouwba(a)r(en) mes(sen) waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft of de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm, te weten 33 centimeters is voorhanden heeft gehad en/of gedragen;
6.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een of meerdere
nabootsingen van een of meer pisto(o)l(en) die voor wat betreft vorm(en) en/of afmeting(en) een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met een of meerdere vuurwapen(s), te weten een pistool van het merk Colt, model 1911 en/of een pistool van het merk Beretta , model 98FS, in ieder geval een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft de feiten 2 tot en met 6 bekend.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis staan.
3.3.2
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De verdachte heeft verklaard dat hij via het Dark Web heeft gezocht naar een vuurwapen en toen in contact is gekomen met een Telegram groep, waar een account bij stond. Via dat Telegram account heeft hij contact opgenomen over de aankoop van een vuurwapen en vijftig patronen. Hij heeft vervolgens een afspraak gemaakt met de persoon, waarvan hij dacht dat het de verkoper was. Uit het dossier volgt verder dat de verdachte is verschenen op de gemaakte afspraak, te weten op de parkeerplaats bij hotel Van der Valk in Oostzaan. Toen de verkoper hem ter plaatse vroeg of hij het geld bij zich had, heeft de verdachte het geld getoond en is met de verkoper meegelopen. De rechtbank leidt hieruit af dat de verdachte een poging deed het vuurwapen te kopen. De omstandigheid dat het volgens de verklaring van de verdachte ter zitting bij aankomst bij het hotel al niet goed voelde en dat de verdachte – naar eigen zeggen – de verkoper heeft gevraagd of hij een agent was, maakt niet dat er geen sprake is van een strafbare poging van de verdachte om een vuurwapen en munitie te kopen, nu het begin van uitvoering zich gelet op voornoemde omstandigheden reeds had geopenbaard. Voor zover de verdachte een beroep heeft willen doen op vrijwillige terugtred verwerpt de rechtbank dan ook dit verweer.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 2 december 2021 tot en met 14 december 2021 te Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om een wapen, als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een vuurwapen, een Glock 9mm, en vijftig stuks munitie, als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, voorhanden te krijgen,
- e-mailberichten heeft gestuurd over de koop van een wapen en van de munitie en
- met de verkoper een afspraak heeft gemaakt over de aankoop van een wapen en munitie en
- met de verkoper per e-mail een overeenkomst heeft gesloten om voor 1800 euro een wapen en munitie te kopen en
- ter overdracht van het wapen en de munitie op 14 december 2021 is verschenen met een contant geldbedrag van ongeveer 1800 euro op een afspraak met de verkoper en
-(tijdens) het gesprek met de verkoper het contante geld heeft getoond,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 14 december 2021 te Velsen-Noord wapens van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten luchtdrukwapens en gasdrukwapens (met bevestigd aan de loop een pepperspraybus) en pepperspraybusjes, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 14 december 2021 te Velsen-Noord wapens van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten elektrische stroomstootwapens, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 14 december 2021 te Velsen-Noord meerdere wapens van categorie I, onder 1° of 3°, te weten werpsterren en een boksbeugelmes en valmessen en stiletto’s en een vlindermes voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 14 december 2021 te Nederland een wapen van categorie I, onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten een opvouwbaar mes waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft of de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm, te weten 33 centimeters is voorhanden heeft gehad;
6.
hij op of omstreeks 14 december 2021 te Velsen-Noord wapens van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere nabootsingen van een pistool die voor wat betreft vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoonden met een vuurwapen, te weten een pistool van het merk Colt, model 1911 en een pistool van het merk Beretta, model 98FS, die zodanig op een wapen geleken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1
poging tot handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
poging tot handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Feit 2
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
Feit 3
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
Feit 4
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Feit 5
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Feit 6
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 188 dagen voorwaardelijk, onder de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het rapport van de reclassering van 30 juni 2022. Dit betekent volgens de berekening van de officier van justitie dat het onvoorwaardelijke strafdeel gelijk is aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de bijzondere voorwaarden en het daarop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de strafmaat.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De aard en de ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot aankoop van een vuurwapen met een grote hoeveelheid munitie (vijftig patronen) en bezit van een groot aantal gas- en luchtdrukwapens, elektrische stroomstootwapens, op vuurwapens gelijkende voorwerpen, pepperspraybusjes en een breed arsenaal aan verschillende soorten messen, alsmede werpsterren en een boksbeugel.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij door de poging tot aankoop van een vuurwapen en de aanzienlijke hoeveelheid verboden wapens die bij hem thuis lag, zelf heeft bijgedragen aan de door hem gevreesde maatschappelijke verharding en onrust. Het ongecontroleerde bezit van wapens en munitie en de daarmee samenhangende kans op gebruik van die wapens levert gevaar op voor de verdachte zelf, maar ook voor de gezinsleden en anderen in zijn directe omgeving. Het voorhanden hebben van verboden wapens brengt daarom een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de samenleving, met zich mee. Tegen verboden (vuur)wapenbezit dient dan ook streng te worden opgetreden.
De persoon van de verdachte
Ten aanzien van de persoon van de verdachte is in het bijzonder gekeken naar:
- Het psychologisch onderzoek door klinisch psycholoog mw. M.G.H. van Willigenburg van 30 mei 2022. Uit dit rapport volgt dat de verdachte kampt met een chronische aanpassingsstoornis die behandeling behoeft. Een dergelijke behandeling kan plaatsvinden in het kader van een bijzondere voorwaarde met een toezicht door de reclassering en een (deels) voorwaardelijk strafdeel bij een ambulant forensisch psychiatrische instelling als de Waag of een soortgelijke instelling
.
- Het reclasseringsadvies van 30 juni 2022. In dit advies schrijft de reclassering dat de verdachte zich moet herpakken om ervoor te zorgen dat hij door zijn aanpassingsstoornis zich opnieuw niet kan aanpassen aan eventuele ingrijpende veranderingen in de Nederlandse samenleving. Het risico op recidive en gewelddadig extremisme wordt als laag ingeschat, waarbij wel aanwijzingen zijn gevonden voor ontvankelijkheid voor problematisch complot-denken. De reclassering adviseert een (grotendeels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling. Tevens wordt geadviseerd tot dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten en de grote hoeveelheid aangetroffen wapens, is naar het oordeel van de rechtbank enkel het opleggen van een vrijheidsbenemende straf passend. De rechtbank stelt de duur van deze gevangenisstraf vast op 250 dagen, waarvan 91 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het onvoorwaardelijke strafdeel is daardoor gelijk aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zodat hij op dit moment niet terug naar de gevangenis hoeft. De rechtbank verbindt aan het voorwaardelijke deel van 91 dagen de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten een meldplicht en ambulante behandeling.
De rechtbank ziet geen aanleiding de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren, nu niet is gebleken dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.De in beslag genomen goederen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het op de lijst van in beslag genomen voorwerpen onder 1 genummerde geld (de € 1800,30 bestemd voor aankoop van het vuurwapen) verbeurd wordt verklaard en dat de onder 2 tot en met 38 genummerde voorwerpen (de wapens en munitie) zullen worden onttrokken aan het verkeer.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft afstand gedaan van de wapens zoals opgenomen in de tenlastelegging en verzocht om teruggave van de overige in beslag genomen voorwerpen, waaronder het inbeslaggenomen geldbedrag.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geld, zoals in de beslaglijst opgenomen onder nummer 1, aan de verdachte dient te worden teruggegeven. Het geld was weliswaar bestemd voor aankoop van een vuurwapen, en is daardoor voor verbeurdverklaring vatbaar, maar de rechtbank ziet geen strafrechtelijk relevant doel om tot verbeurdverklaring over te gaan. Bij dit oordeel betrekt de rechtbank het feit dat de verdachte zijn baan is verloren en al veel financieel nadeel heeft ondervonden van de door hem gepleegde feiten.
De rechtbank is verder van oordeel dat de overige onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de onder 2 tot en met 38 op de beslaglijst genummerde wapens en munitie, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen behoorden toe aan de verdachte. Tot deze voorwerpen behoren zowel de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen als overige wapens en daaraan gerelateerde voorwerpen. De rechtbank is van oordeel dat al deze voorwerpen onderdeel vormen van een geheel, te weten de wapencollectie van de verdachte, die als zodanig gevaarlijk is. Het ongecontroleerde bezit van deze aanzienlijke collectie in zijn totaliteit is in strijd met de wet en met het algemeen belang. De gehele inbeslaggenomen wapencollectie van de verdachte zal daarom worden onttrokken aan het verkeer.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 45 en 57 van het Wetboek van Strafrecht,
13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 tot en met 6 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
250 [tweehonderdvijftig] dagen. Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 91 [eenennegentig] dagen
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een
proeftijdvast van
2 [twee] jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
  • gedurende zijn proeftijd medewerking verleent en blijft verlenen aan het reclasseringstoezicht en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zich laat behandelen door forensische zorgaanbieder Fivoor, of een soortgelijke
zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de intake en een opgesteld behandelplan. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. De verdachte geeft de forensische zorgaanbieder toestemming om het verloop van het behandelplan met de reclassering te delen.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Onttrekt aan het verkeer de op de beslaglijst onder 2 tot en met 38 vermelde voorwerpen, te weten:
2. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324746)
3. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324716, zwart, merk: Hatsan)
4. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324731, Umbrex)
5. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324752, zwart)
6. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324754, zwart)
7. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324771, Umbrex)
8. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324774)
9. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324742, Hatsan Piledriver)
10. 1 STK Sabel
(Omschrijving: Goednummer: 1324751)
11. 1 STK Mes
(Omschrijving: Goednummer: 1325900, zwart)
12. 3 STK werpsterren
(Omschrijving: Goednummer: 1324769)
13. 1 STK Mes
(Omschrijving: Goednummer: 1325891, zwart)
14. 1 STK Valmes
(Omschrijving: Goednummer: 1325882, zwart)
15. 1 STK Mes
(Omschrijving: Goednummer: 1324768)
16. 1 STK Stroomstootwapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324763)
17. 1 STK Steekwapen
(Omschrijving: Goednummer: 1325875, zwart)
18. 1 STK Mes/boksbeugel
(Omschrijving: Goednummer: 1324764)
19. 1 STK Steekwapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324762)
20. 1 STK Diverse soorten munitie
(Omschrijving: Goednummer: 1324781)
21. 1 STK Wapenstok
(Omschrijving: Goednummer: 1324761)
22. 1 STK Wapenstok
(Omschrijving: Goednummer: 1324757)
23. 1 KST Kist met toebehoren
(Omschrijving: Goednummer: 1324720)
24. 1 STK Kruisboog
(Omschrijving: Goednummer: 1324773)
25. 1 BUS Pepperspray
(Omschrijving: Goednummer: 1324747)
26. 1 STK Onderdeel van nep wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324770)
27. 1 STK Stiletto
(Omschrijving: Goednummer: 1324723)
28. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324741)
29. 1 STK Stiletto
(Omschrijving: Goednummer: 1324721)
30. 1 STK Wapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324736)
31. 1 STK Mes 117
(Omschrijving: Goednummer: 1324772)
32. 1 STK Mes
(Omschrijving: Goednummer: 1324735)
33. 1 STK Stiletto
(Omschrijving: Goednummer: 1324775)
34. 1 BUS Pepperspray
(Omschrijving: Goednummer: 1324778)
35. 1 STK Stroomstootwapen
(Omschrijving: Goednummer: 1324724)
36. 1 BUS Pepperspray
(Omschrijving: Goednummer: 1324765)
37. 1 STK Vlindermes
(Omschrijving: Goednummer: 1324725)
38. 1 STK Vlindermes
(Omschrijving: Goednummer; 1324753)
Gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 1 vermelde voorwerp, te weten:
1. Een geldsom van € 1800,30
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.A. Hesselink, voorzitter,
mr. M. Visser en mr. E. Broekhof, rechters,
in tegenwoordigheid van griffiers mr. M.T. Sluis en mr. H.S. Singeling,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juli 2022.
Mr. P.A. Hesselink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.