Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 juni 2022, met 8 producties
- de brief van de zijde van [gedaagde] van 14 juni 2022, met 24 producties
- de mondelinge behandeling van 16 juni 2022
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Uitgangspunten
meer als aandeelhouder [zal] fungeren en zich zo min als mogelijk met de operationele gang van zaken [zal] bemoeien.”.
Lid 1: Het is maat 2 [voorzieningenrechter: [gedaagde] ] verboden tijdens de duur van de maatschap bij een andere onderneming werkzaam te zijn of daarbij rechtstreeks betrokken te zijn, behoudens schriftelijke toestemming van de andere maat. Hierbij uitgezonderd het bedrijf [xxx] (…) waarvoor de maatschap declaraties/facturaties uitvoert. (…).
“(…) Uw mededeling dat u een eigen praktijk gaat voeren op het aangegeven adres is in strijd met artikel 17 van de maatschapsovereenkomst. (…) Uw activiteiten aldaar vallen onder dezelfde SBI-code als die de maatschap heeft. Gelet op de aard van de voorgenomen activiteiten zal de doelgroep hetzelfde zijn als de maatschap heeft. Er zal zeker sprake zijn van concurrentie. (…) Ik verzoek u met kracht van sommatie om te bevestigen dat u (…) uw voorgenomen praktijk niet zult vestigen binnen een straal van 10 kilometer van de praktijk in Volendam en (…) te Heerhugowaard. Ten slotte vertelde cliënte mij dat u doende bent om werknemers van cliënte over te halen om bij u in dienst te treden. Ik wijs erop dat alle medewerkers een non-concurrentiebeding hebben. (…) Uw voornemen om werknemers van cliënte in dienst te nemen, is onrechtmatig zowel jegens cliënte als jegens de betreffende medewerkers (…)”.
Uw cliënte, althans de heer [bestuurder eiseres] , heeft in december 2014 besloten naar [land] te vertrekken. Zijn inbreng werd daardoor bijna nihil en daar heeft cliënt hem meermalen op aangesproken. Cliënt heeft aangegeven de praktijk over te willen nemen, maar ook mogelijkheden voorgehouden van overname, inclusief het gezondheidscentrum, door of met andere medewerkers. (…) Cliënt heeft uiteindelijk zelf de beslissing moeten nemen (…) de maatschap per 1 januari 2022 te verlaten. (…) Cliënt gaat per 1 januari 2022 een eigen praktijk starten waarin hij als osteopaat gaat werken. (…) Osteopathie betreft een andere behandelvorm dan fysiotherapie (…). Overigens is het opmerkelijk dat uw cliënt zich beroept op het concurrentiebeding. Cliënt is immers de afgelopen 7 jaar degene geweest die patiënten heeft aangetrokken en behandeld, terwijl uw cliënt in [land] zat. Ten slotte heeft uw cliënt u niet juist geïnformeerd over de reden van eventueel vertrek van medewerkers (…). Cliënt haalt niemand over, maar de medewerkers wensen zelf te vertrekken, met niet in de laatste plaats als oorzaak het ontbreken van een band met uw cliënt. (…). Ik verzoek uw cliënt middels deze brief om mee te werken aan de overdracht en afwikkeling, zodat de samenwerking in der minne kan worden beëindigd.”.