ECLI:NL:RBNHO:2022:6504

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
C/15/322216 / HA ZA 21-603
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van hekwerken afgewezen wegens gebrek aan eigendom

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Reality Plakwerk B.V. en Van der Klis Beheer B.V. als eisers, en 't Hekeltje Verhuur B.V. als gedaagde. De eisers vorderden de afgifte van hekwerken die zij in bewaring hadden gegeven aan SecureFence B.V., maar die volgens hen zonder toestemming door SecureFence aan 't Hekeltje waren verkocht. De rechtbank oordeelde dat Reality niet had bewezen eigenaar te zijn van de hekwerken, waardoor de vordering tot afgifte werd afgewezen. De rechtbank stelde vast dat Van der Klis Beheer, die ook als eiser optrad, weliswaar eigenaar was, maar niet kon aantonen dat de hekwerken die 't Hekeltje had gekocht, dezelfde waren als die in bewaring waren gegeven. Hierdoor werd ook de vordering van Van der Klis Beheer afgewezen. De rechtbank concludeerde dat zowel Reality als Van der Klis Beheer niet ontvankelijk waren in hun vorderingen en veroordeelde Reality in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/322216 / HA ZA 21-603
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REALITY PLAKWERK B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DER KLIS BEHEER B.V.,
beiden gevestigd te Amsterdam,
eiseressen,
advocaat mr. T.P.M.D. Jansen te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
'T HEKELTJE VERHUUR B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
gedaagde,
advocaat mr. G.P. Poiesz te Haarlem.
Eiseressen zullen hierna afzonderlijk Reality Plakwerk en Van der Klis Beheer genoemd worden en gezamenlijk Reality. Gedaagde zal hierna ‘t Hekeltje genoemd worden.
De zaak in het kort
Reality heeft hekwerken bij het bedrijf SecureFence B.V. in bewaring gegeven. De hekwerken zijn op een gegeven moment bij SecureFence B.V. weggehaald. Volgens Reality heeft SecureFence B.V. deze hekwerken verkocht aan ’t Hekeltje. Reality heeft voor deze verkoop geen toestemming gegeven en vordert in deze procedure afgifte van de hekwerken door ’t Hekeltje. De rechtbank is van oordeel dat Reality niet heeft bewezen dat zij eigenaar is van de hekwerken en wijst de vordering van Reality af.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 november 2021, met producties;
  • de conclusie van antwoord van 28 december 2021, met producties;
  • het tussenvonnis van 26 januari 2022;
  • de mondelinge behandeling op 13 mei 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Mrs. Jansen en Poiesz hebben gebruik gemaakt van spreekaantekeningen die zijn overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Reality Plakwerk houdt zich onder meer bezig met de verzorging van buitenreclames. Van der Klis Beheer is de financiële holding van Reality Plakwerk.
2.2. ’
t Hekeltje is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de verhuur van benodigdheden voor evenementen.
2.3.
Reality heeft ten behoeve van haar bedrijfsuitoefening hekwerken in eigendom. Via de heer [naam 1] is Reality in contact gekomen met Secure Fence B.V. (hierna: SecureFence). Vanaf eind september 2019 heeft Reality de volgende hekwerken bij SecureFence gestald: 12 toegangspoorten, 145 bouwhekken met zeil, 100 dranghekken, 68 bouwhekken zwaar met middenbuis en hoek, 185 voetblokken, 5 hekkenbeunen,1 beun lage hekken, 1 beun opbouwhekken, 60 zeiltjes zwart en 95 klemmen [1] (hierna: de hekwerken).
2.4.
Op 26 maart 2021 heeft ’t Hekeltje de inventaris van SecureFence opgehaald. Op 17 april 2021 zijn ’t Hekeltje en SecureFence overeengekomen dat ’t Hekeltje die inventaris van SecureFence zal kopen.
2.5.
Eind april/ begin mei 2021 heeft Reality vernomen dat de hekwerken niet meer aanwezig zouden zijn bij SecureFence.
2.6.
In mei 2021 heeft Reality telefonisch contact opgenomen met ’t Hekeltje en verzocht om afgifte van de hekwerken. ’t Hekeltje heeft hier niet aan willen voldoen.
2.7.
Per brief van 17 mei 2021 heeft de advocaat van Reality ’t Hekeltje gesommeerd tot afgifte van de hekwerken met toebehoren. In deze brief wordt namens Reality gesteld dat SecureFence geen eigenaar was van de hekwerken en dat er dus geen rechtsgeldige overdracht heeft plaatsgevonden van SecureFence aan ’t Hekeltje.
2.8. ’
t Hekeltje heeft de hekwerken ook na deze brief niet aan Reality afgegeven.

3.Het geschil

3.1.
Reality vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. zal verklaren voor recht dat de hekwerken in eigendom toebehoren aan Reality;
II. ’t Hekeltje zal veroordelen tot afgifte van de hekwerken aan Reality op straffe van een dwangsom;
Subsidiair
III. als de hekwerken niet of niet in bruikbare staat kunnen worden afgegeven, ’t Hekeltje zal veroordelen tot betaling van € 13.294,50, als vervangende schadevergoeding;
Primair en subsidiair
’t Hekeltje zal veroordelen:
IV. tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 907,95;
V. tot betaling van de wettelijke (handels)rente;
VI. in de proceskosten.
3.2.
Reality legt (samengevat) aan haar vorderingen ten grondslag dat zij als eigenaar van de hekwerken bevoegd is om deze zaken op te eisen. SecureFence heeft de hekwerken van Reality gestolen. De hekwerken zijn (onderdeel van) de zaken die ’t Hekeltje van SecureFence heeft gekocht. SecureFence was geen eigenaar van de hekwerken en daarom niet bevoegd om over de hekwerken te beschikken. Reality kan op grond van artikel 3:86 lid 3 BW de hekwerken terugvorderen omdat zij het bezit daarvan door diefstal heeft verloren. Als de rechtbank het beroep op artikel 3:86 lid 3 BW afwijst, kan ’t Hekeltje geen beroep doen op de bescherming van artikel 3:86 lid 1 BW tegen de beschikkingsonbevoegdheid van SecureFence met name omdat ’t Hekeltje niet te goeder trouw was.
3.3. ’
t Hekeltje voert verweer. ’t Hekeltje betwist onder meer dat de hekwerken waarvan Reality afgifte vordert dezelfde zijn als die welke ’t Hekeltje van SecureFence heeft gekocht.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kernvraag is of Reality bevoegd is om afgifte van de hekwerken van ’t Hekeltje te vorderen.
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat de eigenaar van een zaak in beginsel bevoegd is die zaak van een ieder die haar zonder recht houdt, op te eisen (artikel 5:2 BW). Indien de aangesprokene betwist dat eiser eigenaar is van de zaak, dan dient eiser te bewijzen dat hij eigenaar is. Een vordering tot revindicatie zal niet kunnen slagen als de eiser niet kan bewijzen dat hij eigenaar is van de zaak of als de aangesprokene de zaak onder zich heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht dat hij tegen de eigenaar kan inroepen. Toegespitst op deze zaak zal Reality dus moeten aantonen dat zij als eigenaar kan worden aangemerkt van de hekwerken waarvan zij afgifte vordert.
Eigenaar van de hekwerken
4.3.
De vordering tot afgifte van de hekwerken tegen ’t Hekeltje zijn zowel door Reality Plakwerk als door Van der Klis Beheer ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Reality Plakwerk desgevraagd medegedeeld dat zij niet kan worden aangemerkt als eigenaar van de hekwerken. Dit leidt ertoe dat Reality Plakwerk niet bevoegd is om de hekwerken op te eisen. De rechtbank zal Reality Plakwerk dan ook niet ontvankelijk verklaren in haar vorderingen.
4.4.
Wat betreft Van der Klis Beheer is op de mondelinge behandeling gesteld dat zij eigenaar was van de hekwerken. ’t Hekeltje heeft dit niet betwist. Dat Van der Klis Beheer eigenaar was van de hekwerken wordt bovendien gedeeltelijk ondersteund door de stukken die als productie 4 bij dagvaarding zijn overgelegd. Het betreft facturen met betrekking tot zaken die (gedeeltelijk) overeenkomen met de zaken die hierboven onder 2.3 zijn opgesomd. Deze facturen zijn op naam van Van der Klis Beheer gesteld. Van der Klis Beheer heeft daarmee voldoende onderbouwd dat zij eigenaar was van de hekwerken. In beginsel is Van der Klis Beheer dus bevoegd om de hekwerken op te eisen.
Bevoegdheid tot afgifte van de hekwerken
4.5.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of Van der Klis Beheer zich tegenover ’t Hekeltje op haar eigendomsrecht kan beroepen en uit dien hoofde afgifte van de hekwerken kan vorderen.
4.6.
De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend omdat Van der Klis Beheer niet duidelijk heeft gemaakt dat de zaken die Van der Klis Beheer aan SecureFence in bewaring heeft gegeven dezelfde zijn als de zaken die ’t Hekeltje van SecureFence heeft gekocht. De door Van der Klis Beheer in bewaring gegeven zaken waren naderhand niet meer te onderscheiden van de andere zaken bij SecureFence. Een aantal omstandigheden is hierbij van belang.
Ten eerste zijn Van der Klis Beheer en SecureFence in 2019 mondeling overeengekomen dat SecureFence hekwerken van Van der Klis Beheer in bewaring zou nemen. Van der Klis Beheer heeft dan ook nooit schriftelijk vastgelegd welke zaken dat zijn geweest. Het enige bewijsstuk dat Van der Klis Beheer in dit verband in het geding heeft gebracht is de verklaring van de heer [naam 1] (productie 6 bij de dagvaarding). Deze verklaring legt onvoldoende gewicht in de schaal aangezien deze is gebaseerd op een, naar zijn zeggen: grove, schatting die dateert van ongeveer twee jaar nadat de hekwerken bij SecureFence in bewaring zijn gegeven.
Ten tweede is de rechtbank gebleken dat de opsomming die Van der Klis Beheer van de zaken heeft gegeven, zie nummer 2.11 van de dagvaarding, op een later tijdstip is vervaardigd. Daarbij wordt deze opsomming door ’t Hekeltje betwist. Bovendien zijn er inmiddels ruim twee jaren verstreken nadat Van der Klis Beheer de zaken in bewaring heeft gegeven,
Tot slot zijn de bouwhekken waar het in dit geschil om gaat moeilijk individualiseerbaar. ’t Hekeltje heeft onbetwist gesteld dat Van Klis Beheer geen eigen label / sticker / markering heeft aangebracht op de hekwerken die ze bij SecureFence in bewaring heeft gegeven. Bovendien heeft ’t Hekeltje de hekken direct na de koop voorzien van labels met haar naam, waardoor de herkomst van de hekken niet meer te bepalen is.
4.7.
Omdat Van der Klis Beheer blijkens het voorgaande niet voldoende heeft kunnen onderbouwen eigenaar te zijn van de hekwerken die ’t Hekeltje van SecureFence heeft gekocht is zij niet bevoegd om van ’t Hekeltje afgifte van de hekwerken te vorderen.
4.8.
Als Van der Klis Beheer wel aannemelijk had kunnen maken dat de aan ’t Hekeltje verkochte hekwerken haar eigendom waren, dan had zij naar het oordeel van de rechtbank nog steeds geen afgifte van de hekwerken kunnen vorderen. ’t Hekeltje heeft namelijk voldoende aannemelijk gemaakt dat zij door de koopovereenkomst die zij met SecureFence heeft gesloten de eigendom van de hekwerken heeft verkregen. De rechtbank licht dit hieronder toe.
4.9.
Vaststaat dat een overdracht heeft plaatsgevonden van de hekwerken door SecureFence aan ’t Hekeltje, waarbij SecureFence niet bevoegd was om over die hekwerken te beschikken. ‘t Hekeltje wordt echter tegen die beschikkingsonbevoegdheid van SecureFence beschermd omdat haar een beroep toekomt op artikel 3:86 lid 1 BW. Aan de eerste twee vereisten van dit artikel, te weten levering van de hekwerken en betaling, is voldaan. Daarnaast gaat de rechtbank er, gelet op het partijdebat op dit punt, vanuit dat ook is voldaan aan het laatste vereiste van dit artikellid, namelijk de goede trouw van ’t Hekeltje. Van der Klis Beheer heeft aangevoerd dat van goede trouw bij ’t Hekeltje geen sprake was. Elk hekwerk wordt volgens Van der Klis Beheer gemaakt door een unieke mal. Iemand die bekend is in de branche kan direct zien wie de producent dan wel eigenaar van een bepaald hekwerk is. ’t Hekeltje wist, althans behoorde te weten dat de hekwerken die zij kocht geen eigendom waren van SecureFence. ’t Hekeltje had SecureFence moeten vragen naar de herkomst van de hekken. ’t Hekeltje stelt hiertegenover dat zij heeft voldaan aan haar onderzoeksplicht omdat zij wel degelijk navraag heeft gedaan naar de herkomst van de hekken. Daarnaast heeft ’t Hekeltje aan de hand van de aangebrachte stickers vastgesteld dat een deel van de door haar gekochte zaken was voorzien van stickers van SecureFence en een ander deel van stickers van [xxx] evenementen. ’t Hekeltje wist dat [xxx] evenementen in 2020 failliet was gegaan. Daarom hoefde zij niet nader te controleren op welke manier SecureFence die zaken had verkregen. De rechtbank overweegt dat ’t Hekeltje hiermee gemotiveerd heeft weersproken dat haar geen beroep op te goeder trouw toekomt.
4.10.
Nu de door ’t Hekeltje gestelde feiten op zichzelf een beroep op goede trouw kunnen dragen rust de bewijslast dat het gestelde niet juist is op Van der Klis Beheer. Dit volgt ook uit artikel 3:118 lid 3 BW blijkens welke bepaling goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn, terwijl het ontbreken ervan moet worden bewezen. In het licht van hetgeen hiervoor is overwogen is er echter geen reden om Van der Klis Beheer tot bewijslevering toe te laten.
4.11.
Los van het voorgaande overweegt de rechtbank dat Van der Klis Beheer geen beroep toekomt op de bescherming van artikel 3:86 lid 3 BW omdat Van der Klis Beheer de hekwerken aan SecureFence in bewaring heeft gegeven. Dat brengt mee dat Van der Klis Beheer het bezit van de hekwerken niet heeft verloren door diefstal maar door verduistering. Verduistering valt niet onder de werking van artikel 3:86 lid 3 BW.
4.12.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Van der Klis Beheer niet (meer) als eigenaar van de hekwerken kan gelden en dat zij geen afgifte daarvan van ’t Hekeltje kan vorderen. Zowel de primaire als de subsidiaire vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
4.13.
Reality zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ’t Hekeltje worden begroot op:
- griffierecht € 2.076,00
- salaris advocaat €
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)
Totaal € 3.202,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart Reality Plakwerk niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
5.2.
wijst de vorderingen van Van der Klis Beheer af,
5.3.
veroordeelt Reality in de proceskosten, aan de zijde van ’t Hekeltje tot op heden begroot op € 3.202,00,
5.4.
verklaart dit vonnis, wat betreft de kostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Haverkate en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022. [2]

Voetnoten

1.Deze opsomming wordt zowel in randnummer 2.11 als in randnummer 3.4 van de dagvaarding gemaakt.
2.type: IK