ECLI:NL:RBNHO:2022:6467
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van diefstal katalysator met betrekking tot bewijskracht van herkenning op camerabeelden
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 25 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van de diefstal van een katalysator uit een Toyota Prius op 5 april 2022 te Eindhoven. De verdachte, geboren in 1999 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was ten tijde van de zitting gedetineerd. De officier van justitie, mr. R. Funke Küpper, vorderde bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.M. van Wingerden, pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De tenlastelegging omvatte dat de verdachte samen met anderen of alleen de katalysator had weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen. De verdediging voerde aan dat het bewijs voornamelijk was gebaseerd op herkenningen van de verdachte op camerabeelden, die volgens hen te onduidelijk waren om een betrouwbare identificatie te maken.
De rechtbank oordeelde dat de herkenningen door de verbalisanten onvoldoende bewijskracht hadden om tot een bewezenverklaring te komen. De beelden waren onscherp en onder slechte omstandigheden opgenomen, waardoor er weinig specifieke persoonskenmerken zichtbaar waren. Gezien deze omstandigheden sprak de rechtbank de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.