ECLI:NL:RBNHO:2022:64

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 januari 2022
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
C/15/320197 / FA RK 21-4399
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een afstandsbaby, geslachtsnaam en gezag in het kader van familierechtelijke betrekkingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 7 januari 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de adoptie van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2020. Verzoekers, echtelieden geboren in respectievelijk 1982 en 1981, hebben op 9 september 2021 een verzoekschrift ingediend voor de adoptie van de minderjarige, die sinds 2 juni 2020 in hun gezin verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische moeder van de minderjarige afstand heeft gedaan van het gezag en dat de biologische vader onbekend is. De rechtbank heeft de overtuiging dat de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarige is, aangezien de moeder geen mogelijkheid heeft gezien om voor haar zorg te dragen.

De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam van de minderjarige vastgesteld, die na de adoptie de geslachtsnaam [naam] zal dragen, in overeenstemming met de naamkeuze van de verzoekers voor hun eerste kind. Daarnaast is vastgesteld dat de verzoekers gezamenlijk gezag zullen hebben over de minderjarige na de adoptie, conform artikel 1:251 BW. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om een afschrift van de beschikking naar het gezagsregister te sturen en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Helder, na afloop van de termijn voor hoger beroep.

De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De rechtbank heeft in deze zaak de belangen van de minderjarige vooropgesteld en de procedure zorgvuldig doorlopen, waarbij ook de Raad voor de Kinderbescherming is geraadpleegd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Zaak-/rekestnr.: C/15/320197 / FA RK 21-4399
beschikking van 7 januari 2022 betreffende adoptie
gegeven op het verzoek van:
[verzoeker 1],
geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] ,
en
[verzoeker 2] ,
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
echtelieden,
beiden wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoekers,
advocaat: mr. C.P. Robben, kantoorhoudende te Gieten.

1.Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekers, ingekomen op 9 september 2021;
  • het e-mailbericht van de Raad voor de Kinderbescherming (verder: de Raad) van 5 oktober 2021;
  • de brief van het FIOM, ingekomen op 1 december 2021.
1.2
De voor 10 december 2021 geplande mondelinge behandeling heeft geen doorgang gevonden.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
De minderjarige [naam mj] (verder: [de minderjarige] ) is op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] geboren als dochter van [naam moeder] (verder: de moeder).
2.2
Deze rechtbank, locatie Alkmaar, heeft bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 3 februari 2020 de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers te [vestigingsplaats] (verder: de GI) belast met de voorlopige voogdij over [de minderjarige] voor de duur van drie maanden. Daarbij is:
- verstaan dat deze maatregel van rechtswege vervalt na expiratie van voormelde termijn, tenzij voor het einde van die termijn aan de rechter een voorziening in het gezag over [de minderjarige] is verzocht;
- bepaald dat aan de GI alle bevoegdheden ten aanzien van de persoon en het vermogen van [de minderjarige] die in het belang van [de minderjarige] noodzakelijk zijn, worden toegekend;
- bepaald dat de Raad en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord ter zitting van 10 februari 2020 om 11.30 uur.
2.3
Blijkens het proces-verbaal van 10 februari 2020 heeft de kinderrechter bepaald dat de bij beschikking van 3 februari 2020 uitgesproken maatregelen in stand blijven.
2.4
Deze rechtbank, locatie Alkmaar, heeft bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 8 september 2020 met ingang van heden de GI belast met de voogdij over [de minderjarige] . Ook is daarbij bepaald dat aan de GI alle bevoegdheden ten aanzien van de persoon en het vermogen van [de minderjarige] die in het belang van [de minderjarige] noodzakelijk zijn, worden toegekend.
2.5
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van deze rechtbank, locatie Alkmaar, van 11 augustus 2021, is de GI ontslagen van de voogdij over [de minderjarige] en zijn verzoekers benoemd tot voogden over [de minderjarige] .
2.6
Verzoekers zijn op [huwelijksdatum] in [huwelijksplaats] met elkaar gehuwd.
2.7
[de minderjarige] verblijft sinds 2 juni 2020 in het gezin van verzoekers.
2.8
Verzoekers hebben reeds een kind tot wie zij in familierechtelijke betrekking staan, te weten [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2017 in [geboorteplaats] , zodat [de minderjarige] het tweede kind is tot wie verzoekers in familierechtelijke betrekking komen te staan.

3.Verzoek

3.1
Verzoekers hebben verzocht:
- de adoptie uit te spreken van [de minderjarige] door hen;
-om, indien nodig, hun verklaring dat [de minderjarige] de geslachtsnaam [naam] zal hebben in de beschikking te vermelden;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen.

4.Beoordeling

4.1
De moeder is opgeroepen via het FIOM, Kruisstraat 1, 5211 DT ’s-Hertogenbosch . De moeder is niet verschenen. Uit voormelde brief van het FIOM blijkt dat het FIOM het verzoek met de moeder heeft besproken, dat de moeder bekend is met de oproep voor de zitting van 10 december 2021 waarbij het verzoek tot adoptie wordt behandeld en dat zij tegen dit verzoek geen verweer wil voeren.
4.2
De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van [de minderjarige] is. De moeder heeft geen mogelijkheid gezien om zelf voor [de minderjarige] zorg te dragen en heeft besloten om afstand te doen van [de minderjarige] . De biologische vader van [de minderjarige] is onbekend. Vast is komen te staan dat [de minderjarige] thans en naar voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien niets meer van de moeder in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Nu ook overigens aan de in artikel 1:227 BW genoemde gronden en aan de in artikel 1:228 BW genoemde voorwaarden voor adoptie is voldaan, zal het verzoek worden toegewezen. Hierbij heeft de rechtbank nog in aanmerking genomen dat de Raad in voormeld e-mailbericht heeft aangegeven in deze zaak geen onderzoek te doen, niet op de zitting te verschijnen en geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van het verzoek. Er is in het verleden al uitgebreid onderzoek geweest naar verzoekers en de plaatsing van [de minderjarige] met een positieve uitkomst, aldus de Raad.
geslachtsnaam
4.3
Nu [de minderjarige] het tweede kind is tot wie verzoekers in familierechtelijke betrekking komen te staan, is voor de naamskeuze artikel 1:5, achtste lid, BW van toepassing. Uit dit artikel blijkt dat de keuze die voor de naam van het eerste kind van dezelfde ouders is gedaan, beslissend is voor alle volgende kinderen. [de minderjarige] zal na de adoptie de geslachtsnaam [naam] dragen. Verzoekers hebben een dienovereenkomstige keuze gedaan.
gezag
4.4
Blijkens voormelde beschikking van 11 augustus 2021 zijn verzoekers benoemd tot voogden over [de minderjarige] . Verzoekers zijn gehuwd. Op het moment dat de onderhavige beschikking in kracht van gewijsde zal zijn gegaan, zal op grond van het bepaalde in artikel 1:251, eerste lid, BW sprake zijn van gezamenlijk gezag van verzoekers.
4.5
De rechtbank zal in verband met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder k van het Besluit gezagsregisters bepalen dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister om daarin aantekening te doen van deze beschikking.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
spreekt uit de adoptie van de minderjarige van het vrouwelijk geslacht:
- [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats] ,
door verzoekers voornoemd;
5.2
bepaalt dat de griffier, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin aantekening te doen van deze beschikking;
5.3
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van deze uitspraak - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Helder.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.J. Berkers, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.