ECLI:NL:RBNHO:2022:6361

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C/15/330020 / KG ZA 22-367
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van een ingeruilde auto na ontbinding van de koopovereenkomst met beroep op de bedenktermijn voor consumenten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en Just Drive I B.V. De eiseres had op 6 juni 2022 een Mercedes GLC gekocht van Just Drive, waarbij zij haar Volvo XC60 inruilde. Er ontstonden problemen met de financiering van de koop, wat leidde tot een mondelinge overeenkomst voor een andere auto, een Mercedes GLA. Na ontvangst van een verkeersboete voor de Volvo, besloot de eiseres op 7 juli 2022 de overeenkomst te annuleren en haar Volvo terug te halen. Just Drive weigerde echter de auto terug te geven, wat leidde tot de vordering van de eiseres in kort geding.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres de overeenkomst rechtsgeldig had ontbonden op basis van artikel 6:230o BW, omdat de overeenkomst niet voldeed aan de informatieverplichtingen voor consumenten. De rechter concludeerde dat de eiseres handelde als consument en dat Just Drive de Volvo aan haar moest teruggeven zonder enige vergoeding te eisen. De vordering van de eiseres werd toegewezen, en Just Drive werd veroordeeld om de Volvo binnen 24 uur terug te geven, met een dwangsom van € 1.000,- per dag bij niet-naleving. Daarnaast werd Just Drive veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 1.455,03 aan de eiseres.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/330020 / KG ZA 22-367
Proces-verbaal van de zitting, gehouden op 20 juli 2022 tevens houdende mondeling vonnis
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiseres,
advocaat mr. G.J.F. Voss te Zaandam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JUST DRIVE I B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
gedaagde,
verschenen bij monde van de heer [betrokkene].
Partijen zullen hierna [eiser] en Just Drive genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. W.S.J. Thijs, voorzieningenrechter, en C. Vis-van Zanden, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen [eiser], bijgestaan door mr. Voss voornoemd en namens Just Drive de heer [betrokkene], bedrijfsleider, die verklaarde gemachtigd te zijn om Just Drive te vertegenwoordigen in deze procedure.

1.De beoordeling

1.1.
Voorop staat dat de gevorderde voorlopige voorziening tot teruggave van de Volvo slechts toewijsbaar is als aan de hand van de feiten en omstandigheden in dit geding de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een vordering tot teruggave zal worden toegewezen.
1.2.
Op 6 juni 2022 heeft [eiser] van Just Drive een Mercedes type GLC gekocht tegen inruil van haar Volvo, type XC60 met kenteken 13-SGH-2 (hierna: de Volvo). Gelijktijdig zijn partijen – kennelijk mondeling – overeengekomen dat het door [eiser] na inruil nog te betalen bedrag gefinancierd zou worden met een door Just Drive te regelen financial lease.
1.3.
In de koopovereenkomst staat als koper genoteerd: “[kvk nr.] [eiser]”.
1.4.
Er waren problemen met de financiering van de koop en er is daarom gesproken over een andere auto, te weten een Mercedes type GLA.
1.5.
Nadat [eiser] een verkeersboete voor de Volvo die zij bij Just Drive had achtergelaten ontving, is zij op 7 juli 2022 naar de showroom gegaan om de overeenkomst te annuleren en de Volvo terug te halen.
Haar is toen meegedeeld dat zij de Volvo de volgende dag weer kon ophalen. De volgende ochtend werd [eiser] door Just Drive gebeld met de mededeling dat de koop niet zomaar ongedaan gemaakt kon worden en dat zij haar auto niet zou terugkrijgen.
1.6.
Bij e-mailbericht van 8 juli 2022 heeft [eiser] Just Drive bericht dat de overeenkomst is komen te vervallen. [eiser] stelt dat de overeenkomst niet voldoet aan de minimale eisen die artikel 6:230m BW verbindt aan de informatieverplichting van de handelaar. Naast het ontbreken van een leaseprijs en leasevoorwaarden en de termijn van levering, is geen informatie opgenomen over het aan [eiser] toekomende ontbindingsrecht. [eiser] stelt zich op het standpunt dat zij de overeenkomst daarom op grond van artikel 6:230o BW zonder opgave van redenen heeft kunnen ontbinden.
1.7.
Just Drive voert aan dat sprake is van een zakelijke overeenkomst die niet meer door [eiser] ontbonden kan worden. Zij verwijst daarvoor naar de vermelding van het KvK nummer op de overeenkomst.
Voorts voert zij aan dat er een nieuwe mondelinge overeenkomst tot stand is
gekomen voor een Mercedes type GLA, waarvoor wel een akkoord op de financieringsaanvraag was ontvangen.
Van deze mondelinge overeenkomst zou blijken uit whatsapp-verkeer tussen [eiser] en Just Drive over aanpassingen aan die auto en een vreemd geluid van de motor.
1.8.
Voor de vraag of [eiser] de overeenkomst met haar e-mailbericht van 8 juli 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden is van belang of [eiser] bij het aangaan van de overeenkomst handelde als consument, omdat de wettelijke bepalingen waar [eiser] zich op beroept gelden als zij handelde voor doeleinden die buiten haar beroep of bedrijf vallen.
1.9.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter in een eventueel tussen partijen nog aan te spannen bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat [eiser] bij het aangaan van de overeenkomst handelde voor doeleinden die buiten beroep of bedrijf vallen en dat zij daardoor moet worden aangemerkt als consument in de zin van artikel 6:230o BW.
Voorts is niet weersproken dat in de overeenkomst geen bepalingen zijn opgenomen waaruit kan worden afgeleid wanneer een recht van ontbinding van de overeenkomst bestaat en onder welke voorwaarden dat recht kan worden uitgeoefend. Alleen al dit betekent dat [eiser] de overeenkomst zonder opgave van redenen heeft kunnen ontbinden.
1.10.
Voorzover uit de whatsappberichten waar Just Drive naar heeft verwezen al zou kunnen worden afgeleid dat er tussen [eiser] en Just Drive een overeenkomst tot stand gekomen is voor de Mercedes type GLA moet het voor Just Drive duidelijk zijn geweest dat [eiser] met haar e-mailbericht van 8 juli 2022 (ook) die overeenkomst heeft willen ontbinden.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de koopovereenkomst(en) tussen [eiser] en Just Drive rechtsgeldig zijn ontbonden. Dit betekent dat partijen bevrijd zijn van de verplichtingen uit de overeenkomst(en) en dat – voor zover verplichtingen al zijn nagekomen – voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking is ontstaan.
1.11.
Op grond van deze ongedaanmakingsverplichting is Just Drive gehouden de Volvo aan [eiser] terug te geven zonder dat zij daarvoor enige vergoeding kan verlangen.
1.12.
Het voorgaande leidt tot de beslissing dat de vordering zal worden toegewezen.
1.13.
Just Drive zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:
dagvaarding € 125,03
vastrecht € 314,00
salaris advocaat
€ 1.016,00
totaal € 1.455,03

2.De beslissing:

De voorzieningenrechter:
2.1.
veroordeelt Just Drive om binnen 24 uur na heden aan [eiser] af te geven de Volvo op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Just Drive daarmee na betekening van het vonnis in gebreke blijft, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10.000,-;
2.2.
veroordeelt Just Drive tot betaling aan [eiser] van € 1.455,03 ter zake van de proceskosten;
2.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Waarvan proces-verbaal,