ECLI:NL:RBNHO:2022:633
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor aanvraag identiteitskaart en paspoort voor minderjarige wegens onbereikbare vader
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 28 januari 2022 een beschikking gegeven in een verzoek om vervangende toestemming voor de aanvraag van een identiteitskaart en een paspoort voor een minderjarige. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. D. Klein, heeft het verzoek ingediend omdat de vader, die sinds 31 augustus 2017 als niet ingezetene is ingeschreven, onbereikbaar is. De behandeling vond plaats op 18 januari 2022, waarbij de vader niet verscheen, ondanks een behoorlijke oproeping. De minderjarige heeft op 17 januari 2022 met de kinderrechter gesproken.
De ouders zijn in 1995 in Somalië getrouwd, maar hun huwelijk is op 4 juli 2014 ontbonden. De minderjarige, geboren in 2011, heeft haar hoofdverblijf bij de moeder. De moeder verzocht om vervangende toestemming op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet, omdat de minderjarige niet kon reizen naar Somalië voor familiebezoeken. De rechtbank overwoog dat, gezien het ontbreken van de vader en de onmogelijkheid om zijn toestemming te verkrijgen, het in het belang van de minderjarige is om de toestemming voor de aanvraag van de identiteitskaart en het paspoort te verlenen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verklaring van toestemming van de vader vervangen kan worden door de toestemming van de kinderrechter, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.