ECLI:NL:RBNHO:2022:633

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
C/15/316358 / FA RK 21-2385
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor aanvraag identiteitskaart en paspoort voor minderjarige wegens onbereikbare vader

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 28 januari 2022 een beschikking gegeven in een verzoek om vervangende toestemming voor de aanvraag van een identiteitskaart en een paspoort voor een minderjarige. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. D. Klein, heeft het verzoek ingediend omdat de vader, die sinds 31 augustus 2017 als niet ingezetene is ingeschreven, onbereikbaar is. De behandeling vond plaats op 18 januari 2022, waarbij de vader niet verscheen, ondanks een behoorlijke oproeping. De minderjarige heeft op 17 januari 2022 met de kinderrechter gesproken.

De ouders zijn in 1995 in Somalië getrouwd, maar hun huwelijk is op 4 juli 2014 ontbonden. De minderjarige, geboren in 2011, heeft haar hoofdverblijf bij de moeder. De moeder verzocht om vervangende toestemming op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet, omdat de minderjarige niet kon reizen naar Somalië voor familiebezoeken. De rechtbank overwoog dat, gezien het ontbreken van de vader en de onmogelijkheid om zijn toestemming te verkrijgen, het in het belang van de minderjarige is om de toestemming voor de aanvraag van de identiteitskaart en het paspoort te verlenen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verklaring van toestemming van de vader vervangen kan worden door de toestemming van de kinderrechter, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
vervangende toestemming voor de aanvraag van een identiteitskaart en een paspoort
zaak-/rekestnr.: C/15/316358 / FA RK 21-2385
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 28 januari 2022
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen: de moeder,
advocaat mr. D. Klein, kantoorhoudende te IJmuiden,
tegen
[verweerder] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
volgens de Basisregistratie Personen (Brp) ingeschreven als “niet ingezetene” wegens emigratie op 31 augustus 2017,
hierna mede te noemen: de vader.

1.Procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 het verzoekschrift met bijlagen van de moeder, ingekomen op 11 mei 2021.
1.2
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 18 januari 2022 in aanwezigheid van de moeder, bijgestaan door mr. D. Klein. Met toestemming van de rechtbank werd de moeder hierbij voor de vertaling van en naar de Somalische taal ondersteund door haar twintigjarige dochter.
De vader is - hoewel behoorlijk opgeroepen - niet verschenen.
1.3.
De minderjarige [naam] heeft op 17 januari 2022 met de kinderrechter gesproken.

2.Feiten en omstandigheden

2.1
Partijen zijn in 1995 in Somalië met elkaar gehuwd, welk huwelijk op 4 juli 2014 is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van deze rechtbank van 21 mei 2014.
2.2
Uit dit huwelijk is geboren de minderjarige [geslachtsnaam] ,
- [minderjarige] geboren op [geboortedag] 2011 in de [geboorteplaats] .
2.3
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [de minderjarige] ; zij heeft haar hoofdverblijfplaats bij de moeder.

3.Verzoek

3.1
Het verzoek van de moeder strekt tot het verlenen van vervangende toestemming ten behoeve van het aanvragen van een identiteitskaart voor voornoemde minderjarige op grond van artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet.
3.2
[de minderjarige] heeft de kinderrechter verteld dat zij in 2021 niet meekon naar Somalië toen haar grootvader overleed. Ook kon zij niet mee om haar zus in Somalië te bezoeken. Volgens [de minderjarige] heeft zij heel lang geleden voor het laatst contact met haar vader gehad.
3.3
Ter zitting is besproken dat voor reizen buiten Europa een paspoort noodzakelijk is. Mr. Kleine verzoekt daarom namens de moeder tevens vervangende toestemming te verlenen voor de eventuele aanvraag van een paspoort voor [de minderjarige] . Volgens mr. Kleine is moeder van plan om het eenhoofdig gezag te vragen.

4.Verweer

De vader is niet in de procedure verschenen.

5.Beoordeling

5.1
Artikel 34 lid 2 juncto artikel 38 lid 2 Paspoortwet voorziet in de mogelijkheid, indien een van de personen die het gezag over een kind uitoefent weigert een verklaring van toestemming voor het aanvragen van een identiteitskaart of paspoort af te geven, deze verklaring te vervangen door een verklaring van de kinderrechter, die een zodanige beslissing geeft als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
5.2
Nu de vader niet ter zitting is verschenen, heeft de rechtbank geen vergelijk tussen de ouders kunnen beproeven.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen de moeder ter zitting heeft verklaard, is voldoende aannemelijk geworden dat de vader op een voor de moeder onbekend adres verblijft en dat zij geen contactgegevens van hem heeft.
5.3
De kinderrechter acht het in het belang van de minderjarige dat voor haar een identiteitskaart wordt aangevraagd en dat zo nodig ook een paspoort voor haar kan worden aangevraagd. Voldoende aannemelijk is geworden dat het voor moeder niet mogelijk is om hiervoor toestemming van de vader als mede gezaghebbende ouder te verkrijgen. Het verzoek en de aanvulling daarop zullen daarom als op de wet gegrond worden toegewezen.

6.Beslissing

De rechtbank:
6.1
Bepaalt dat de verklaring van toestemming van de vader tot het aanvragen van een identiteitskaart en de verklaring van toestemming van de vader tot het aanvragen van een paspoort, beide ten behoeve van de minderjarige [geslachtsnaam] :
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2011 in de [geboorteplaats] ,
telkens wordt vervangen door de toestemming van de kinderrechter.
6.3
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Swinkels, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Struijk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2022.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.