Ter onderbouwing van het advies heeft de Raad in het rapport het volgende aangegeven.
[de minderjarige] heeft de vader voor het laatst gezien in oktober 2017. De vader staat niet achter het verzoek tot adoptie. Hij heeft daartegen bezwaren vanuit persoonlijke en culturele overwegingen. De vader heeft de hoop en verwachting uitgesproken dat hij later, als [de minderjarige] ouder is, contact met haar kan hebben. Zijn deur zal altijd voor haar openstaan.
De Raad vreest dat bij inwilliging van het verzoek tot adoptie voorbij wordt gegaan aan de (biologische) identiteit van [de minderjarige] . Ondanks dat [de minderjarige] geen contact heeft met de vader en zij vanuit haar beleving zich door hem in de steek gelaten voelt, blijft hij wel (genetisch) haar vader en een deel van haar identiteit. Door de adoptie zou er een signaal afgegeven kunnen worden dat een deel van [de minderjarige] er niet mag/kan zijn en daarmee een deel van haar persoonlijkheid ter zijde wordt geschoven. Dit kan op lange termijn niet in haar belang zijn.
Naast de morele belemmeringen voor het honoreren van het verzoek tot adoptie, is er een juridisch beletsel, nu de vader nadrukkelijk niet akkoord gaat. Er is sprake geweest van family life van de vader met [de minderjarige] in haar eerste levensjaren. Ook nadat de moeder en de vader uit elkaar zijn gegaan, heeft [de minderjarige] tot in 2017 omgang gehad met de vader. [de minderjarige] weet wie haar vader is. De vader vervult weliswaar geen rol in de huidige zorg- en opvoedingssituatie van [de minderjarige] , maar draagt door middel van alimentatie wel bij aan zijn ouderlijke (financiële) zorgplicht. Daarom dient niet voorbij gegaan te worden aan de tegenspraak van de vader.
Verzoeker en de moeder voldoen aan de wettelijke criteria voor gezamenlijk gezag. De moeder heeft altijd alleen het gezag over [de minderjarige] gehad en verzoeker doet samen met de moeder al bijna vijf jaar de dagelijkse verzorging en opvoeding.
Ter zitting heeft de Raad gepersisteerd bij het advies en nog het volgende aangegeven. [de minderjarige] heeft en houdt haar biologische vader en het is van belang dat ze dat ook weet. Er is een goede band tussen verzoeker en [de minderjarige] en dat zal ook zo blijven, wat de rechtbank ook zal beslissen. De vader toont geen initiatief voor het leggen van contact met [de minderjarige] . Op grond daarvan zou [de minderjarige] kunnen denken dat de vader haar in de steek laat, ook gezien het feit dat de vader inmiddels ook een ander kind heeft. Hoewel je dat negatieve gevoel bij [de minderjarige] wellicht niet kunt wegnemen, is het voor verzoeker en de moeder verstandig om bij het ter sprake brengen van de vader zich te beperken tot de feiten, zodat haar beeld niet nog negatiever gekleurd wordt. Het advies komt in de visie van de Raad tegemoet aan de behoeften van [de minderjarige] nu en in de toekomst. De huidige situatie wordt voor [de minderjarige] niet anders als de adoptie zou worden uitgesproken. De adoptie kan wel de deur volledig dichtgooien voor de vader om ooit nog in contact te komen met [de minderjarige] . [de minderjarige] moet zich gewenst voelen en de referteverklaring van de vader kan haar het gevoel geven dat de vader afstand van haar doet. De Raad gaat ervan uit dat in de toekomst het initiatief tot contact van [de minderjarige] zal uitgaan, omdat de vraag is of de vader daartoe ooit het initiatief zal nemen.