ECLI:NL:RBNHO:2022:621

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
9567554 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens negeren inhaalverbod

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een inhaalverbod (bord F1). Betrokkene, vertegenwoordigd door de gemachtigde Boete.nu (M.J.M. Bergers), heeft aangevoerd dat hij had moeten worden staande gehouden door de ambtenaar. Volgens de wet moet, indien er een reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder van het voertuig is, de boete aan die bestuurder worden opgelegd en niet aan de kentekenhouder. De ambtenaar verklaarde echter dat zij de bestuurder niet kon staande houden, omdat deze in zijn privévoertuig reed, dat niet was uitgerust met een voorziening om een stopteken te geven. De kantonrechter oordeelde dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was en dat de ambtenaar daarom volstond met het bekeuren op kenteken. Het verweer van de gemachtigde werd verworpen, en de kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9567554 \ WM VERZ 21-704
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 14 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Boete.nu (M.J.M. Bergers)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: negeren inhaalverbod: bord F1.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft aangevoerd dat hij had moeten worden staande gehouden. Als zich een reële mogelijkheid heeft voorgedaan tot staandehouding van de bestuurder van het voertuig waarmee de geconstateerde overtreding is verricht, moet de boete aan die bestuurder worden opgelegd. De boete mag in dat geval niet aan de kentekenhouder van het voertuig worden opgelegd. Uit de verklaring van de ambtenaar volgt dat zij de bestuurder niet kon staande houden, omdat hij op het moment van de gedraging reed in zijn privévoertuig, dat niet was uitgerust met een voorziening om een stopteken te geven. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof genoegzaam dat zich geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder heeft voorgedaan. De ambtenaar mocht daarom in dit geval volstaan met het bekeuren op kenteken. Het verweer van de gemachtigde wordt dan ook verworpen.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Nu het beroep ongegrond wordt verklaard ziet de kantonrechter geen aanleiding om proceskosten toe te kennen.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek op vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: