Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- [de minderjarige] , die ook apart is gehoord;
- de vader;
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, aangeduid als [de minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 14 juli 2020 en verlengd tot 14 juli 2022. De gezinsvoogdij-instelling (GI) verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling met drie maanden, omdat er zorgen waren over de terugval van [de minderjarige] in problematisch gedrag, waaronder blowen. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2022 zijn zowel de ouders als [de minderjarige] zelf gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] na een periode van problemen, waaronder een terugval in zijn gedrag, inmiddels weer op de goede weg is. Hij heeft aangegeven te willen stoppen met blowen en heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt, zoals het goed functioneren op school en het hebben van een bijbaan. De ouders hebben vertrouwen in de situatie en zijn van mening dat een verlenging van de ondertoezichtstelling niet meer nodig is. De kinderrechter concludeert dat niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling en wijst het verzoek van de GI af. De kinderrechter benadrukt het belang van de steun vanuit het netwerk van [de minderjarige] en de rol van de ambulante begeleiders, die hun ondersteuning via de gemeente zullen voortzetten.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 15 juli 2022.