In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die was opgelegd aan de kentekenhouder van een voertuig. De boete was opgelegd omdat het voertuig met twee wielen op het trottoir was geparkeerd, wat in strijd is met de geldende verkeersregels. De betrokkene, vertegenwoordigd door Adviesbureau Skandara, was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant het voertuig gedurende 10 minuten had waargenomen zonder enige activiteit en dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding van de bestuurder was. Dit leidde tot de conclusie dat de boete terecht aan de kentekenhouder was opgelegd. De kantonrechter heeft de relevante artikelen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) in overweging genomen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.