Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de dagvaarding
- de akte overlegging 31 producties van F&Y
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie en incidentele provisionele vordering tot (gedeeltelijke) opheffing beslag van FCC c.s.
- de conclusie van antwoord in incident van F&Y
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende exceptie van onbevoegdheid alsmede eisvermindering in conventie van F&Y
- de akte overlegging aanvullende producties 14 tot en met 19 van FCC c.s.
- de mondelinge behandeling van 24 mei 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
3.De feiten
“project Justus”en werd geleid door [betrokkene 1] . FCC en de Staat hebben onlangs een schikking getroffen, op grond waarvan de Staat een bedrag van EUR 1.500.000,-- aan FCC dient te betalen.
4.Het geschil
in conventie in de hoofdzaak
5.De vordering in incident
6.De beoordeling in de hoofdzaak
in conventie
for providing the Business services.Hieruit volgt dat de periodieke vergoeding ziet op door de aandeelhouders te verrichten werkzaamheden (zie ook artikel 3.3. en 10.1 van de aandeelhoudersovereenkomst). [betrokkene 1] heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling echter verklaard dat zij na 9 juli 2020 geen werkzaamheden meer heeft verricht voor FCC. Gelet hierop valt niet in te zien op grond waarvan F&Y ook na 9 juli 2020 recht heeft op periodieke vergoedingen. De stelling dat sprake is van een ‘partnerfee’ waar de aandeelhouders recht op hebben, ook als zij geen werkzaamheden voor FCC hebben verricht, heeft F&Y in het geheel niet nader onderbouwd. De enkele niet gespecificeerde verwijzing naar de aandeelhoudersovereenkomst is daarvoor onvoldoende. De vordering zal daarom worden afgewezen.
“de werkzaamheden en technieken van FCC”. Bovendien is FCC geen partij bij de aandeelhoudersovereenkomst, zodat zij daar ook geen beroep op kan doen. Daarbij komt dat de procedure als beschreven in de aandeelhoudersovereenkomst niet is gevolgd en niet is voldaan aan de bepaling van artikel 6:93 BW dat voor het vorderen van nakoming van een boetebeding een aanmaning of andere verklaring nodig is. Ten slotte komt FCC volgens F&Y ook gezien de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid geen beroep op het concurrentiebeding toe.
"kosten van levering, transport, de meting en het verbruik van water en energie ten behoeve van het gehuurde"behoeft te betalen. FCC, althans de andere twee aandeelhouders, hebben het grootste deel van de energiekosten dus ten onrechte betaald en hierdoor schade geleden, begroot op EUR 29.598, die [betrokkene 1] moet vergoeden, aldus FCC c.s.
7.De beoordeling in het incident
8.De beslissing
woensdag 17 augustus 2022voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage als hiervoor in rechtsoverweging 6.11 bedoeld,