De tussenkomst van een medicus betreft een aanwijzing voor de medische functie welke vereist is voor de post 9018. De TENS-apparaten beschikken louter over een medische functie, hetgeen ook volgt uit de CE-markering en classificatie onder de Medische Hulpmiddelen Richtlijn.
Eiseres stelt onder verwijzing naar het arrest Oliver Medical, rechtsoverweging 52, dat de “tussenkomst” van een medicus slechts een aanwijzing is van de (louter) medische functie van de instrumenten. Hieruit volgt dat het enkele feit dat in een minderheid van gevallen consumenten de TENS-apparaten zelf kunnen aanschaffen zonder de tussenkomst van een medicus de indeling van de TENS-apparaten onder post 9018 niet in de weg staat. Immers als altijd de tussenkomst van een medicus vereist was geweest dan had de GS-toelichting deze tussenkomst als een vereist voor de classificatie opgenomen.
Ten slotte blijkt volgens eiseres ook uit de vele BTI’s - die zijn afgegeven door Duitse en Engelse douaneautoriteiten - dat de TENS-apparaten dienen te worden ingedeeld onder post 9018.
19. In zijn reactie op het primaire standpunt van eiseres voert verweerder aan dat het oordeel van het HvJ op de onderlinge verhouding van de posten 9018, 9019 en 8543 mede van belang is. Verweerder verwijst naar de rechtsoverwegingen 58 en 53 van het arrest
van het HvJ Oliver Medical. In rechtsoverweging 58 oordeelde het HvJ dat indeling – als geneeskundig instrument of apparaat – onder GN-code 9018 van de producten die in de eerste kolom van de bijlage bij Verordening 119/2018 zijn opgesomd, uitgesloten is als het apparaat niet voorziet in een medische behandeling en niet in de geneeskundige beroepspraktijk wordt gebruikt. In rechtsoverweging 53 oordeelde het HvJ dat het feit dat voor een product een CE-markering is verkregen waaruit de conformiteit ervan als medisch hulpmiddel volgens de bepalingen van Richtlijn 93/42 blijkt, een van de elementen is die in aanmerking moet worden genomen bij de vaststelling of een product bestemd is voor medische doeleinden. Aangezien Richtlijn 93/42 andere doelstellingen nastreeft dan die de GN beoogt en teneinde de samenhang te behouden tussen de uitlegging van de GN en die van het GS kan de omstandigheid dat een product een CE-conformiteitsmarkering draagt volgens het oordeel van het HvJ echter niet doorslaggevend zijn voor de beoordeling of dit product bestemd is voor medische doeleinden in de zin van post 9018.
In genoemd arrest heeft het HvJ voor recht verklaard dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat, om te bepalen of producten (…) veeleer als instrumenten, apparaten en toestellen voor geneeskundige doeleinden onder post 9018 van de GN of als toestellen voor mechanische therapie onder post 9019 van de GN of als toestellen met een eigen functie onder post 8543 van de GN moeten worden ingedeeld, rekening moet worden gehouden met alle relevante gegevens van het concrete geval, voor zover het daarbij gaat om de objectieve kenmerken en eigenschappen die inherent zijn aan deze producten. Tot de te beoordelen relevante gegevens behoren het gebruik waarvoor de producten in kwestie volgens de producent dienen, alsook de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan.
Verweerder stelt dat de TENS-apparaten, apparaten betreffen die door elektrische stimulatie pijnsignalen blokkeren en spieren doen ontspannen. De gedachte hierachter is dat aldus pijn in de spieren en gewrichten kan worden verholpen. Deze ‘pijn’ is ongedefinieerd en dus niet naar zijn aard gerelateerd aan een ziekte of gebrek. Daarmee vertonen de onderhavige producten volgens verweerder qua functie een gelijkenis met het product als beschreven in Verordening (EG) 1 augustus 2003, nr. 1386/2003, punt 2 (PbEU 2003, nr. L 196).
Op basis van hetgeen het concern waartoe eiseres behoort zelf aangeeft over de beoogde werking van de onderhavige producten, kan naar de mening van verweerder niet worden gesteld dat sprake is van een product bestemd voor medische doeleinden. De CE-conformiteitsverklaring acht verweerder in dit verband niet doorslaggevend. Reeds om deze reden kunnen de TENS-apparaten niet onder GN-code 9018 worden ingedeeld.
Verweerder is van mening dat de TENS-apparaten primair bestemd zijn voor thuisgebruik.
Verweerder baseert zich ook hierbij weer op informatie van de website van de [eiseres] . [eiseres] streeft ernaar consumenten te ondersteunen met relevante producten in hun persoonlijke streven naar een betere gezondheid en de aangeboden producten zijn nauwkeurig, van duurzaam goede kwaliteit en ondersteund door support in alle fasen van aanschaf en gebruik. De boodschap richt zicht volgens verweerder dus rechtstreeks op de consument, de eindgebruiker van de producten van [eiseres] .
Naast de communicatie van [eiseres] is volgens verweerder ook de communicatie van eiseres van belang. Uit haar website en de website van [bedrijf 3] B.V., de distributeur van de producten van [eiseres] voor Nederland en België, blijkt dat de onderhavige producten primair bestemd zijn voor ‘eindgebruikers in de thuissfeer’. Eindgebruikers zijn in dit verband ‘consumenten’. De producten van eiseres zijn ook te koop bij vestigingen van Makro en internetwinkels als Coolblue, Amazon.com en Bol.com.
Ten slotte wijst verweerder op de handleidingen die met de verkochte producten aan consumenten worden verstrekt. Deze sluiten qua stijl en gerichtheid van communiceren aan bij de doelgroep, de eindgebruikers thuis.
20. In het door beide partijen ter onderbouwing van hun standpunten genoemde arrest
Oliver Medical geeft het HvJ in rechtsoverweging 50 twee cumulatieve voorwaarden:
“Hieruit volgt in de eerste plaats dat de instrumenten, apparaten en toestellen in de meeste gevallen worden gebruikt door een persoon die werkzaam is in de gezondheidssector, zonder dat evenwel steeds het optreden van een dergelijk persoon vereist is en in de tweede plaats dat die instrumenten, apparaten en toestellen bestemd zijn voor medische doeleinden”.
21. Aan de eerste hiervoor genoemde cumulatieve voorwaarde wordt naar het oordeel van de rechtbank reeds niet voldaan. De TENS-apparaten worden niet (in de meeste gevallen) gebruikt door een in de gezondheidssector werkzame persoon, maar door de consument zelf al dan niet na tussenkomst van een in de gezondheidssector werkzame persoon.
22. In rechtsoverwegingen 51 en 52 van het arrest geeft het HvJ nadere invulling aan de tweede cumulatieve voorwaarde. Om vast te stellen of een product bestemd is voor medische doeleinden, moet rekening worden gehouden met alle relevante gegevens van het concrete geval en één van de te beoordelen relevante gegevens betreft het gebruik waarvoor het product in kwestie volgens de producent dient, alsook de omstandigheden en de plaats van het gebruik ervan.
Eiseres heeft aangevoerd dat de TENS-apparaten worden gebruikt voor pijnbestrijding en voor de vermindering van stijfheid en gevoelloosheid. Pijnbestrijding in zijn algemeenheid is naar het oordeel van de rechtbank geen medische behandeling. Pijn is een algemeen begrip en hoeft niet verbonden te zijn met een ziekte. Overbelasting van lichaamsdelen kan bijvoorbeeld ook tot pijn leiden.
De in de gezondheidssector werkzame persoon kan consumenten bekend maken met de TENS-apparaten, een instructie voor het gebruik geven en eventueel met de consumenten het gebruik van de apparaten evalueren, maar deze persoon gebruikt de apparaten normaal gesproken niet. In de regel gebruiken de consumenten de apparaten thuis en niet in een medische omgeving. De TENS-apparaten kunnen ook los van de medische context worden verkregen en gebruikt. De handleidingen bij de apparaten zijn duidelijk bedoeld voor consumenten en niet voor in de gezondheidszorg werkzame personen.
23. In rechtsoverweging 53 van het arrest heeft het HvJ overwogen dat de omstandigheid dat een product een CE-conformiteitsmarkering draagt niet doorslaggevend kan zijn voor de beoordeling of dit product bestemd is voor medische doeleinden in de zin van post 9018 van de GN. De rechtbank is van oordeel dat dit ook geldt voor de octrooiclassificatie van de TENS-apparaten. Het toetsingskader voor deze classificatie is heel anders dan dat voor de indeling van een product in de GN.
24. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de TENS-apparaten niet onder post 9018 van de GN kunnen worden ingedeeld.
25. Volgens het subsidiaire standpunt van eiseres moeten de TENS-apparaten worden ingedeeld in post 9019 van de GN. Eiseres stelt dat de TENS-technologie kleine, elektrische zwakstroomimpulsen zendt naar een specifieke zenuw via de op de huid geplaatste elektroden, met het doel de manier waarop neuronen signalen zenden, te veranderen en te voorkomen dat de pijnsignalen het brein bereiken. De TENS-apparaten kunnen met elektrische stroom de zenuwen prikkelen, waaronder ook zenuwen in spieren (bijvoorbeeld chronische rugpijn of spierpijn na lichamelijke inspanningen). Eiseres meent voorts dat de mechanische therapie niet is gelimiteerd tot spieren en gewrichten maar ook andere delen van het lichaam betreft. Met de TENS-apparaten wordt de pijnboodschap geblokkeerd en de bloedcirculatie en de afgifte van endorfinen gestimuleerd. Volgens eiseres ziet de mechanische therapie dus op de stroomimpulsen die via de pads naar een zenuw worden gezonden (de “mechanische weg”) om pijnsignalen te blokkeren, waardoor beweging van spieren en gewrichten gemakkelijker en aangenamer wordt.
26. In zijn reactie op het subsidiaire standpunt verwijst verweerder onder meer naar de rechtsoverweging 60 van het arrest Oliver Medical: “Wat post 9019 betreft, deze post omvat onder meer toestellen voor mechanische therapie. Uit de GS-toelichting op post 9019 blijkt dat deze toestellen in hoofdzaak worden gebruikt voor de behandeling van ziektes van gewrichten en spieren en dat deze behandeling in de regel wordt verricht volgens de aanwijzingen en onder het toezicht van een persoon met een medische opleiding. Hieruit volgt dat de (…) criteria (…) betreffende de bestemming van het product voor medische doeleinden mutatis mutandis gelden voor de uitlegging van post 9019 van de GN.”
27. Volgens de Toelichting IDR worden de toestellen voor mechanische therapie hoofdzakelijk gebruikt voor de behandeling van gewrichten en spieren, waarvan zij de bewegingen langs mechanische weg geleiden. De werking van de TENS-apparaten is gebaseerd op elektrische impulsen en het apparaat geleidt geen bewegingen langs mechanische weg. Indeling onder GN-code 9019 is reeds daardoor naar het oordeel van de rechtbank niet mogelijk. Uit het arrest Oliver Medical van HvJ blijkt ook dat voor de indeling onder GN-code 9019 sprake moet zijn van een apparaat bestemd voor medische doeleinden. Nu hiervoor is overwogen dat de TENS-apparaten niet kwalificeren als ‘apparaat of toestel voor de geneeskunde’ kan indeling evenmin onder GN-code 9019 plaatsvinden.
28. Nu naar het oordeel van de rechtbank indeling van de TENS-apparaten onder de posten 9018 of 9019 van de GN niet mogelijk is, moet worden beoordeeld of de apparaten onder een andere post, waaronder de door verweerder gehanteerde post 8543 van de GN dienen te worden ingedeeld (zie hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 17 is overwogen).
De rechtbank deelt het standpunt van verweerder dat het TENS-apparaat voor de indeling in de GN sterke gelijkenis vertoont met het in de Verordening (EG) van 1 augustus 2003, nr. 1386, punt 2 (PbEU 2003, L 196) genoemde ‘toestel voor spieroefening’ en dat TENS-apparaten met toepassing van het arrest van de HvJ van 4 maart 2004 in de zaak met kenmerk C-130/02 (Krings GmbH), ECLI:EU:C:2004:122 naar analogie van het toestel uit de indelingsverordening, moeten worden ingedeeld als ‘elektrisch toestel met een eigen functie’ onder goederencode 8543 7090.
29. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
30. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.