In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 juli 2022 uitspraak gedaan over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over drie minderjarigen, [de minderjarige 1], [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en de Jeugdbescherming Regio Amsterdam als voogd te benoemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen, wat leidt tot ernstige bedreigingen in hun ontwikkeling. De ouders hebben jarenlang weerstand geboden tegen de hulpverlening en zijn niet in staat gebleken om samen te werken met de betrokken instanties. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de kinderen in hun ontwikkeling worden geschaad zolang de ouders met het gezag belast blijven. De rechtbank heeft daarom het gezag van de ouders beëindigd en de Jeugdbescherming Regio Amsterdam benoemd tot voogd over de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een aantekening in het centraal gezagsregister gevraagd. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.