Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had meerdere sancties ontvangen voor verschillende overtredingen, die op zichzelf als aparte overtredingen konden worden aangemerkt. De kantonrechter overwoog dat betrokkene had moeten begrijpen dat een parkeervergunning niet gelijkstaat aan een ontheffing voor het negeren van een geslotenverklaring. De rechter constateerde dat de opeenstapeling van sancties leidde tot een onevenredig hoog totaalbedrag aan sancties. Daarom besloot de kantonrechter om de eerste sanctie in stand te laten, maar de tweede en daaropvolgende sancties te matigen tot de helft van het oorspronkelijke bedrag. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard, en de kantonrechter benadrukte dat hoger beroep mogelijk is bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de toezending van de uitspraak.
De procedure begon toen betrokkene een administratieve sanctie ontving, waartegen hij beroep instelde bij de officier van justitie. Deze verklaarde het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was afwezig. De kantonrechter deed uitspraak na het horen van de argumenten van de officier van justitie en de gronden van betrokkene.