ECLI:NL:RBNHO:2022:6043

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juli 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
C/15/329426 / FA RK 22-2966
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging zorgmachtiging op basis van niet-actuele en niet-ondertekende medische verklaringen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 juli 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. De zorgmachtiging was oorspronkelijk op 13 januari 2022 verleend voor een periode van twaalf maanden en voorzag in verschillende vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag voor wijziging niet voldeed aan de vereisten van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De medische verklaring die aan het verzoek ten grondslag lag, was niet meer actueel en de aanvullende medische verklaring was niet ondertekend en summier van aard. Dit leidde tot de conclusie dat de betrokkene niet adequaat was beoordeeld door de psychiater die de verklaring had afgegeven. De rechtbank benadrukte dat voor een wijziging van een zorgmachtiging de voorbereidingsprocedure van hoofdstuk 5 van de Wvggz gevolgd moet worden, wat inhoudt dat actuele en ondertekende medische verklaringen vereist zijn. Aangezien niet aan deze voorwaarden was voldaan, heeft de rechtbank het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Wijziging zorgmachtiging
zaak-/rekestnr.: C/15/329426 / FA RK 22-2966
beschikking van de enkelvoudige kamer van 1 juli 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Afghanistan),
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende bij [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. G.E. Menick, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 juni 2022, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 13 januari 2022 voor betrokkene is afgegeven.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 23 juni 2022;
- het advies van de geneesheer-directeur van 27 juni 2022;
- een overzicht van eerder aangevraagde/verleende machtigingen ingevolge de
Wvggz;
- een afschrift van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 januari 2022
waarbij een zorgmachtiging is verleend;
- een uittreksel van de justitiële documentatie van 20 december 2021.
1.3.
Op 30 juni 2022 heeft de rechtbank een e-mailbericht van de officier van justitie ontvangen met daarbij de volgende bijlagen:
- de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 23 juni 2022;
- de beslissing inzake tijdelijke verplichte zorg in noodsituaties van 23 juni 2022;
- een niet-ondertekende aanvullende medische verklaring van [ psychiater 1] , psychiater,
van 27 juni 2022;
- het zorgplan van 23 mei 2022;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 17 december 2021;
- de medische verklaring van [ psychiater 1] , psychiater, van 13 december 2021;
- het zorgplan van 11 november 2021;
- een afschrift van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 juli 2021
waarbij een zorgmachtiging is verleend;
- een afschrift van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 13 januari 2022
waarbij een zorgmachtiging is verleend.
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 juli 2022 op voornoemde locatie.
1.5.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [arts] , arts.
1.6.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Voor betrokkene is op 13 januari 2022 een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden afgegeven, die voorziet in de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie gedurende twaalf maanden;
- het verrichten van medische controles gedurende twaalf maanden;
- het beperken van bewegingsvrijheid gedurende telkens maximaal twee maanden;
- het insluiten van betrokkene gedurende telkens maximaal zeven dagen;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene gedurende telkens maximaal zeven dagen;
- onderzoek aan kleding of lichaam gedurende telkens maximaal twee maanden;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen gedurende telkens maximaal twee maanden;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen gedurende
telkens maximaal twee maanden;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen gedurende twaalf maanden;
- opnemen in een accommodatie gedurende telkens twee maanden.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Gelet op het medische beeld van betrokkene dient opname binnen een accommodatie voortgezet te worden. Er is nog steeds sprake van psychotische symptomen in de vorm van paranoïde wanen waardoor een terugkeer naar huis zeer waarschijnlijk tot verdere decompensatie zal leiden. Klinische opname is proportioneel. Er zijn geen andere minder zware maatregelen voor handen dan klinische opname in combinatie met medicatie, nu dit effectief is in het stabiliseren van het huidige beeld. Twee maanden geleden is betrokkene bij een terugkeer naar huis tijdens een kort ontslag diezelfde dag teruggevallen in middelengebruik en ernstig gedecompenseerd. De zorgverantwoordelijke verzoekt de zorgmachtiging te wijzigen in die zin dat opname in een accommodatie voor de duur van twaalf maanden wordt verleend, geteld vanaf de start van de zorgmachtiging.
2.2.
Om deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de opname in een accommodatie als vorm van verplichte zorg toegepast.
2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze (aanvullende) vorm van verplichte zorg. Door en namens betrokkene is naar voren gebracht dat zij een mannelijke onafhankelijke psychiater heeft gesproken en de aanvullende medische verklaring die in het dossier zit niet is ondertekend. Gelet hierop heeft de raadsman verzocht het verzoek af te wijzen.
2.4.
De arts heeft ter zitting naar voren gebracht dat psychiater [ psychiater 2] betrokkene op maandag 27 juni 2022 heeft beoordeeld. Betrokkene is niet beoordeeld door psychiater [ psychiater 1] .
2.5.
Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat in het geval van een wijziging van een zorgmachtiging de voorbereidingsprocedure van hoofdstuk 5 van de Wvggz gevolgd moet worden. Dit brengt met zich mee dat bij een verzoekschrift tot wijziging van een zorgmachtiging niet alleen de stukken die in artikel 8:12, vierde lid van de Wvggz zijn genoemd, moeten worden overlegd maar ook een afschrift van de bestaande zorgmachtiging en de stukken die daaraan ten grondslag hebben gelegen, voorzien van een actualisering daarvan met het oog op de vormen van verplichte zorg waarop het wijzigingsverzoek ziet. Dit betekent dat ook een aanvullende medische verklaring nodig is van een psychiater die voldoet aan de in artikel 5:7 van de Wvggz genoemde voorwaarden, tenzij de oorspronkelijke medische verklaring nog actueel is en mede betrekking heeft op de aanvullende vormen van zorg waarop het wijzigingsverzoek ziet. Hierbij is vereist dat een medische verklaring moet worden ondertekend door de psychiater.
2.6.
De rechtbank overweegt als volgt. De medische verklaring van 13 december 2021 is niet meer actueel, nu deze van ruim zes maanden geleden dateert. Daarnaast is de aanvullende medische verklaring van psychiater [ psychiater 1] van 27 juni 2022 niet ondertekend en voldoet deze daarom niet aan de eisen die voortvloeien uit de jurisprudentie. Daarbij komt dat uit deze medische verklaring niet blijkt of betrokkene fysiek is beoordeeld door de psychiater [ psychiater 1] en de verklaring zeer summier is; het bevat enkel een opmerking dat de psychiater het eens is met de gestelde diagnose zoals opgenomen in de oorspronkelijke medische verklaring en het daaruit voortvloeiende nadeel nog aanwezig is. De rechtbank merkt daarbij ook nog op dat zowel betrokkene als de arts ter zitting hebben verklaard dat betrokkene niet door een vrouwelijke psychiater is beoordeeld, maar door een mannelijke psychiater, te weten [ psychiater 2] , terwijl psychiater [ psychiater 1] een vrouwelijke psychiater is. Het is onduidelijk gebleven waar de aanvullende medische verklaring van psychiater [ psychiater 1] vandaan komt. Tot slot overweegt de rechtbank dat er geen aanvullende medische verklaring van psychiater [ psychiater 2] bij het verzoek is gevoegd, terwijl ter zitting duidelijk is geworden dat betrokkene is beoordeeld door deze psychiater.
2.7.
Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.M.A. Bataille, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.E.M. Metri als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld en ondertekend op 7 juli 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.