Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Het wrakingsverzoek
moetals zij dat zou beslissen. De minderjarige heeft op school een paniekaanval gehad, als gevolg van de negatieve indrukken die de rechter bij hem heeft achtergelaten. Vooral de woorden van de rechter dat zij de minderjarige niet gelooft en hem feitelijk zal dwingen naar zijn vader te gaan, geven blijk van een partijdigheid en vooringenomenheid van de rechter, aldus verzoekster.
3.Het standpunt van de rechter
nade mondelinge behandeling plaatsvond, heeft de rechter geprobeerd de minderjarige op zijn gemak te stellen en hem gevraagd of hij open staat voor contact met zijn vader. De rechter heeft niet tegen hem gezegd dat ze niet gelooft dat hij zijn vader niet wil zien en dat hij naar zijn vader toe moet gaan. De rechter heeft tijdens de wrakingszitting nogmaals benadrukt dat zij het heel naar vindt dat de minderjarige na het gesprek zo emotioneel is geworden. Zij heeft aangeboden om de aantekeningen van de griffier van het kindgesprek ter inzage aan de wrakingskamer te geven.
4.De beoordeling
beidepartijen tijdens de mondelinge behandeling, zo nodig gepaard gaand met kritische vragen.