ECLI:NL:RBNHO:2022:5919
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van factuur in het kader van aanneming van werk met betrekking tot het bekleden van stoelen
In deze zaak heeft [eiseres], een bedrijf dat zich bezighoudt met de reparatie en stoffering van meubels, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van een factuur van € 125,- voor het bekleden van twee stoelen. De vordering is ingesteld op 30 december 2021, waarna [gedaagde] schriftelijk heeft geantwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] de factuur niet heeft betaald en dat er geen sprake was van een tekortkoming aan de zijde van [eiseres]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet bevoegd was om de overeenkomst te ontbinden, omdat de termijn voor het afwerken van de stoelen nog niet was verstreken. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de factuur, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat niet was aangetoond dat een kosteloze aanmaning had plaatsgevonden. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde].