Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 3.876,62 bruto per maand op basis van een arbeidsduur van 40 uur per week.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn voormalige werkgever, Royal Duyvis Wiener B.V. [eiser] had op 10 juni 2022 Royal Duyvis gedagvaard, omdat hij in dienst wilde treden bij Oudendijk Oils B.V. en hij een ontheffing van het concurrentie- en relatiebeding verzocht. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 juni 2022. De werknemer stelde dat het concurrentiebeding niet van toepassing was op zijn nieuwe werkgever, omdat Oudendijk Oils geen concurrerende activiteiten uitvoert. Royal Duyvis betwistte dit en voerde aan dat er wel degelijk sprake was van een schending van het relatiebeding, omdat Oudendijk Oils een commerciële relatie van hen is.
De kantonrechter oordeelde dat het concurrentiebeding niet in de weg staat aan de indiensttreding bij Oudendijk Oils, omdat de activiteiten van beide bedrijven wezenlijk verschillend zijn. Het relatiebeding viel echter wel onder de reikwijdte van de overeenkomst. De rechter concludeerde dat [eiser] onbillijk benadeeld zou worden door het voortduren van het relatiebeding, vooral gezien de aanzienlijke positieverbetering en salarisverhoging die hij bij Oudendijk Oils zou ontvangen. De kantonrechter schorste daarom het relatiebeding en stond [eiser] toe om in dienst te treden bij Oudendijk Oils. Royal Duyvis werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.